De Weg Naar Christus

Hoofdstuk 1

God Houdt Van Mensen

[AUDIO]

Zowel de natuur als de Bijbel vertellen van de liefde van God. Onze hemelse Vader is de bron van het leven, van alle wijsheid en alle vreugde. Kijk maar naar de pracht van de natuur. En bedenk eens hoe niet alleen de mens, maar hoe elk levend wezen daarin past en daarin gelukkig kan zijn.

De zonneschijn en de regen, die de aarde vrolijk maken en verfrissen, de heuvels, de zeeën en de vlakten -- alles vertelt ons van de liefde van de Schepper.

Want het is God, Die er voor zorgt dat al Zijn schepselen elke dag het nodige krijgen. Het is zoals de dichter van de Psalmen zo prachtig zegt:

"Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze; Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft." Psalm 145:15, 16

God maakte de mens volmaakt en gelukkig. Toen de aarde uit de hand van de Schepper kwam, was er geen spoor van verderf en geen schaduw van de vloek, die er later op zou rusten. Door de overtreding van Gods wet -- de wet van liefde -- kwam er ellende en dood. Maar zelfs dwars door alle lijden heen, dat het gevolg is van de zonde, komt Gods liefde tot uiting.

Er staat in de Bijbel dat God de aarde "˜ter wille van de mens vervloekte." Genesis 3: 17. De doorn en de distel -- de moeilijkheden en problemen die dit leven zwaar en zorgelijk maken -- zijn bedoeld voor zijn bestwil. Zij vormen een onderdeel van de training, die God bedacht heeft om de mens weer uit de verdorvenheid en de degeneratie te trekken, die de zonde heeft teweeggebracht.

De wereld is in zonde gevallen, maar dat betekent niet dat er alleen maar verdriet en ellende is. De natuur brengt een boodschap van hoop en troost. Zelfs de distels bloeien en de doornen zijn bedekt door rozen.

"God is liefde." Dat staat op elke ontluikende knop en op elk grassprietje. De sierlijke vogels, die de lucht vullen met hun vrolijk gezang, de prachtig volmaakt gekleurde bloemen, die hun heerlijke geur verspreiden, de statige bomen in het bos met hun rijk gebladerte van levend groen -- alles vertelt van de tedere, vaderlijke zorg, die God voor Zijn kinderen heeft en van Zijn verlangen om hen gelukkig te maken. Het Woord van God openbaart ons Zijn karakter. Hij heeft Zelf Zijn oneindige liefde en medelijden duidelijk gemaakt. Toen Mozes bad: "Doe mij toch Uw heerlijkheid zien", antwoordde de Heer: "Ik zal mijn luister aan u doen voorbijgaan." Exodus 33: 18, 19.

De Heer ging aan Mozes voorbij en riep uit: "Here, Here, God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw, die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft." Exodus 34: 6, 7. Hij is "lankmoedig en groot van goedertierenheid." Jona 4: 2. Hij heeft een "welbehagen" in "goedertierenheid". Micha 7: 18

God heeft door ontelbare dingen in de hemel en op de aarde ons hart aan Zich gebonden. Door middel van de natuur, door middel van de diepste en tederste liefdesbanden, die mensen maar kennen, heeft Hij Zichzelf aan ons willen tonen. Toch geeft dit alles nog maar een gebrekkig beeld van Zijn liefde. Ondanks al die blijken van liefde heeft de vijand van het goede, de geest van de mensen verblind, met als gevolg, dat zij bang zijn geworden voor God; zij zijn gaan denken dat Hij streng en onverbiddelijk is.

Satan heeft de mens ertoe gebracht te geloven dat God Iemand is, Die vooral met harde hand het recht handhaaft, Die een strenge rechter en een onverbiddelijk, veeleisende schuldeiser is.

Hij heeft de Schepper afgeschilderd als Iemand, Die zoekt naar de fouten en tekortkomingen van de mens om hem daarna te kunnen straffen.

Om die donkere schaduw weg te nemen en aan de wereld de oneindige liefde van God te laten zien, kwam Jezus wonen onder de mensen. De Zoon van God verliet de hemel om te laten zien wie de Vader is. "Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die aan de boezem des Vaders is, Die heeft Hem doen kennen." Johannes 1: 18 " ... en niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren." Matteüs 11: 27. Toen één van de discipelen de vraag stelde "Toon ons de Vader", antwoordde Jezus: "Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?" Johannes 14: 8, 9.

Jezus beschreef Zijn aardse opdracht als volgt: "De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid." Lukas 4: 18.

Dat was Zijn werk. Hij trok rond als weldoener en genas mensen, die door de Satan werden gevangen gehouden. Er waren hele dorpen, waar geen gekreun meer van een zieke werd gehoord, nadat Hij er geweest was en alle zieken genezen had. Zijn werk liet duidelijk Zijn hemelse opdracht zien.

Uit elke daad, die Hij verrichtte, bleek Zijn liefde, Zijn ontferming en Zijn medelijden. Vol medeleven ging Zijn hart uit naar de mensen.

Hij nam de menselijke natuur aan, om de mens in zijn noden te kunnen bereiken. De armste en de eenvoudigste mensen waren niet bang om naar Hem toe te gaan. Zelfs kleine kinderen voelden zich tot Hem aangetrokken. Zij klommen graag op Zijn knieën om te kijken in Zijn peinzende, maar van liefde stralende gezicht.

Jezus deed de waarheid nooit te kort, maar wat Hij zei, sprak Hij altijd in liefde. Hij was altijd uiterst tactvol en attent in Zijn omgang met de mensen. Hij was nooit ruw of nodeloos streng in Zijn woorden. Hij deed nooit zonder reden een gevoelige ziel pijn. Nooit veroordeelde Hij de menselijke zwakheid. Hij sprak de waarheid, maar altijd in liefde. Hij verzette zich tegen huichelarij, ongeloof en slechtheid. Maar als Hij Zijn indringende verwijten maakte, waren er tranen in Zijn stem. Hij huilde om Jeruzalem, de stad die Hij liefhad, maar die Hem, de Weg, de Waarheid en het Leven, niet wilde ontvangen. Zij hadden Hem, de Verlosser, verworpen; toch bekeek Hij hen met teder medelijden. Zijn leven was vol zelfverloochening en zorg voor anderen. In Zijn ogen was iedereen kostbaar. Hoewel Hij zich altijd met goddelijke waardigheid gedroeg, boog Hij met tedere zorg tot elk lid van Gods gezin. In iedereen zag Hij een gevallen mens, voor wiens redding Hij gekomen was.

Zo werd het karakter van Christus geopenbaard in Zijn leven. Dit is het karakter van God. Uit het hart van de Vader stroomt een vloed van medeleven, die zich openbaart in Christus. Jezus, de zorgzame, medelijdende Heiland, was God, "geopenbaard in het vlees." 1 Timoteüs 3: 16.

Jezus leefde, leed en stierf met het doel om ons te redden. Hij werd een "man van smarten", opdat wij deel zouden hebben aan de eeuwige vreugde. God liet toe, dat Zijn geliefde Zoon, "vol van genade en waarheid", uit een omgeving van onbeschrijflijke heerlijkheid kwam naar een wereld, die misvormd en verduisterd was door de zonde, overschaduwd door dood en vloek. Hij liet toe, dat Hij Zijn liefdevolle tegenwoordigheid en de verering door de engelen verliet om bespotting, vernedering, haat en dood te ondervinden. "De straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden." Jesaja 53: 5

Zie op Hem in de woestijn, in Getsemané en aan het kruis. De vlekkeloze Zoon van God nam de last van de zonde op Zich. Hij, Die één was met God, voelde in Zijn diepste wezen de verschrikkelijke scheiding, die de zonde veroorzaakt tussen God en de mens. Daardoor kwam van Zijn lippen de kreet vol zielsangst: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?"Matteüs 27: 46. Het was de last van de zonde, het gevoel van de onvoorstelbare grootte van de zonde die God en mensen scheidde -- dat was de reden, dat het hart van de Zoon van God brak.

Maar dit grote offer werd niet gebracht om daardoor in het hart van de Vader liefde voor de mens op te wekken, niet om Hem over te halen de mens te redden. Integendeel! "Zo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft." Johannes 3: 16. De Vader heeft ons lief, niet vanwege die grote verzoening, maar Hij zorgde voor die verzoening, omdat Hij van ons houdt. Door Christus kon Hij Zijn oneindige liefde over een gevallen wereld uitgieten. "God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende." 2 Korintiërs 5: 19. God leed mee met Zijn Zoon. In de verschrikking van Getsemané, in het sterven op Golgotha, betaalde de Bron van oneindige liefde de prijs voor onze redding.

Jezus zei: "Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik Mijn leven afleg om het weder te nemen." Johannes 10: 17. Dat wil zeggen: Mijn Vader heeft jullie zo liefgehad, dat Hij des te meer van Mij houdt, omdat Ik Mijn leven geef om jullie te redden. Doordat Ik jullie Plaatsvervanger en Borg wordt, doordat Ik Mijn leven opgeef, doordat Ik jullie zwakheden en fouten op Mij neem, groeit de liefde van de Vader voor Mij. Door Mijn offer kan God rechtvaardig zijn, "ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is." Rom. 3:26

Alleen de Zoon van God kan onze redding bewerkstelligen. Alleen Hij, Die bij de Vader was, kon Hem bekend maken. Alleen Hij, Die de hoogte en diepte van de liefde van God kende, kon die openbaren. Alleen het oneindige offer van Christus, in het belang van de gevallen mensheid, kon uitdrukking geven aan de liefde van de Vader voor het verloren mensdom.

Zo lief had God de wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, niet alleen om Hem onder de mensen te laten leven, hun zonden te dragen en als een offer voor hen te sterven, maar om Hem aan de gevallen mensheid te geven. Christus moest Zich vereenzelvigen met de belangen en de noden van het mensdom. Hij was Degene, door Wie God Zich verbond met de mensen met een onbreekbare band. Jezus "schaamt Zich niet om hen broeders te noemen." Hebreeën 2: 11. De Zoon des mensen is ons Offer, onze Verdediger, onze Broer, Die voor de Vader staat in onze menselijke gedaante, Die eeuwig één zal zijn met hen die Hij verlost, Hij, de Zoon des mensen. En dat alles om de mens op te heffen uit de verdorvenheid en de vernedering van de zonde, opdat hij de liefde van God zou weerspiegelen en de vreugde der heiligheid zou delen.

De prijs, die voor onze redding werd betaald, het onmetelijke offer van onze hemelse Vader, Die Zijn Zoon gaf om voor ons te sterven, behoort ons een verheven begrip te geven van wat wij door Christus kunnen worden.

De geïnspireerde apostel Johannes zag "de hoogte, de diepte en de breedte" van de liefde van de Vader voor hen, die verloren zouden gaan en hij werd daardoor vervuld met aanbidding en ontzag. Bij gebrek aan geschikte woorden om de grootte en de tederheid van deze liefde tot uitdrukking te brengen, beperkte hij zich ertoe de wereld uit te nodigen om deze liefde te komen zien: "Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden." 1 Johannes 3: 1.

Hoeveel waarde krijgt de mens hierdoor! Door hun zonden werden de mensen onderworpen aan de Satan. Maar door geloof in het verzoenend offer van Christus kunnen de nakomelingen van Adam worden tot "kinderen van God". Door de menselijke natuur aan te nemen, verhief Christus de mensheid. Gevallen mensen werden daar geplaatst, waar zij door een verbinding met Christus, waardig worden om een "kind van God" genoemd te worden.

Zo"n liefde is onvergelijkbaar; kinderen van de hemelse Koning! Wat een kostbare belofte! Een onderwerp voor de diepste overdenking! De onmetelijke liefde van God voor een wereld, die Hem niet liefhad. Deze gedachte verzacht het hart en brengt de mens ertoe zijn geest aan de wil van God te onderwerpen. Hoe meer we het karakter van God bestuderen in het licht van het kruis, des te meer zien we hoe genade, tederheid en vergevensgezindheid samengaan met eerlijkheid en rechtvaardigheid en des te duidelijker ontdekken we de ontelbare bewijzen van die oneindige liefde en een teder meeleven, dat zelfs het diepste verlangen van een moeder naar haar afgedwaald kind overtreft.