De Weg Naar Christus

Hoofdstuk 12

Wat Te Doen Met Twijfel

[AUDIO]

Veel mensen, vooral zij, die jong zijn in hun christelijk geloof, worden van tijd tot tijd geplaagd door gedachten, die twijfel zaaien. Er zijn in de Bijbel veel dingen, die ze niet kunnen verklaren of kunnen begrijpen en deze dingen worden door Satan gebruikt om hun geloof in de Schrift als een goddelijke openbaring te doen wankelen.

Zij vragen zich af: "Hoe kan ik weten dat ik op de juiste weg ben? Als de Bijbel echt het Woord van God is, hoe kan ik dan bevrijd worden van deze twijfel en problemen?"

God vraagt nooit van ons iets te geloven, zonder ons voldoende bewijs te geven om ons geloof op te baseren. Zijn bestaan, Zijn karakter, de waarheid van Zijn Woord kunnen wij verstandelijk aanvaarden. Er zijn talloze dingen, die daarvan getuigenis afleggen. Toch heeft God nooit de mogelijkheid tot twijfel weggenomen.

Ons geloof moet gebaseerd zijn op bewijs, zonder aanschouwen. Wie wil twijfelen, heeft daartoe de gelegenheid. Maar wie echt verlangt de waarheid te kennen, vindt voldoende argumenten om er zijn geloof op te funderen.

Het is voor het beperkte verstand onmogelijk om het karakter en de werkzaamheden van de Oneindige te bevatten. Voor het scherpste intellect en voor het optimaal ontwikkelde verstand blijft Zijn heilig Wezen altijd omhuld in een kleed van geheimenis. "Kunt gij de geheimen Gods doorgronden, de Almachtige doorgronden ten einde toe? Zij zijn hoog als de hemel; wat kunt gij doen? Dieper dan het dodenrijk; wat kunt gij weten?" Job 11: 7, 8.

De apostel Paulus roept uit: "Oh diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!" Romeinen 11: 33. Maar hoewel "rondom Hem" "wolken en donkerheid" zijn, is gerechtigheid en recht "de grondslag van zijn troon." Psalm 97: 2. Wij kunnen Zijn handelwijze met ons en de motieven, waardoor Hij zich laat leiden wel zover begrijpen, dat wij ontdekken hoe onmetelijk liefde en genade verbonden is met oneindige macht.

Wij kunnen van Zijn bedoelingen zoveel begrijpen als goed is voor ons om te weten. En verder moeten we vertrouwen op die almachtige hand en op het hart, dat vol is van liefde.

Evenals het karakter van de goddelijke Auteur, stelt het Woord van God ons voor geheimen, die nooit ten volle door beperkte wezens kunnen worden doorgrond. Hoe de zonde de wereld binnenkwam, de vleeswording van Christus, de wedergeboorte, de opstanding, en vele andere onderwerpen, die we in de Bijbel tegenkomen, vormen geheimenissen, zo diep, dat ze niet door het menselijk verstand verklaard of zelfs begrepen kunnen worden. Maar dat we het geheim van Zijn voorzienigheid niet kunnen doorgronden, is geen reden om aan Gods Woord te twijfelen. In de wereld van de natuur worden we steeds omringd met geheimen die we niet kunnen doorvorsen.

De eenvoudigste levensvormen geven een probleem, dat door de grootste denkers niet kan worden verklaard. Overal zijn wonderen, die ons verstand te boven gaan. Moet het ons dan verbazen, dat er op het geestelijk vlak geheimen zijn, die we niet kunnen verstaan? Het probleem is gelegen in de zwakheid en de bekrompenheid van het menselijk brein.

God heeft ons in de Bijbel genoeg bewijzen gegeven om in de goddelijke aard ervan te kunnen geloven. Wij moeten Zijn Woord niet in twijfel trekken, omdat wij niet alle geheimen van Zijn voorzienigheid kunnen vatten.

De apostel Petrus zegt over de Bijbel: "Daarin zijn dingen, moeilijk te verstaan, wat de onkundige en onstandvastige lieden tot hun eigen verderf verdraaien." 2 Petrus 3: 16. De moeilijkheden in de Bijbel zijn door ongelovigen aangehaald als een argument tegen de Bijbel. Maar het tegendeel is het geval: zij vormen een sterk bewijs ten gunste van de goddelijke inspiratie. Als er geen enkele beschrijving van God in zou staan behalve die, welke we gemakkelijk kunnen begrijpen; als Zijn grootheid en majesteit door ons beperkte verstand kon worden bevat, zou de Bijbel de onmiskenbare bewijzen van goddelijk gezag missen. Juist de grootsheid en het ondoorgrondelijke van de onderwerpen, die aan de orde komen, moeten ons tot geloof in de Bijbel als het Woord van God, inspireren.

De Bijbel ontvouwt de waarheid met zo"n eenvoud en zodanig aangepast aan de behoeften en de verlangens van het menselijk hart, dat het het hoogst ontwikkelde verstand heeft verbaasd en bekoord, terwijl tegelijkertijd de eenvoudigen en ongeletterden de weg naar de zaligheid gewezen wordt. En toch brengen deze zo eenvoudig verwoorde waarheden ons in aanraking met zo verheven en zo verstrekkende onderwerpen, die zo oneindig ver buiten het menselijk bevattingsvermogen liggen, dat wij niet anders kunnen dan ze aanvaarden, omdat ze van God afkomstig zijn.

Het verlossingsplan wordt zo voor ons ontvouwd, dat iedereen kan zien welke stappen hij moet nemen, met berouw jegens God en vertrouwen op Jezus Christus, om gered te worden op de wijze, die God heeft bepaald. En toch liggen er aan deze waarheden, die zo gemakkelijk begrepen kunnen worden, geheimenissen ten grondslag -- geheimenissen, die het verstand, dat de dingen onderzoekt, overmeesteren, en toch de oprechte zoeker naar waarheid met eerbied en geloof vervullen.

Hoe intensiever iemand de Bijbel bestudeert, des te meer wordt hij er van overtuigd, dat de Bijbel het Woord van de levende God is, en het gevolg is dat de menselijke rede zich buigt voor de majesteit van de goddelijke openbaring.

Als we erkennen, dat we de grote waarheden van de Bijbel niet volledig kunnen begrijpen, geven we daarmee alleen maar te kennen, dat ons beperkte verstand het oneindige niet kan bevatten en dat de mens met zijn beperkte, menselijke kennis de bedoelingen van de Alwetende niet kan doorgronden.

Omdat zij niet alle geheimen kunnen doorvorsen, verwerpen de sceptici en de ongelovigen Gods Woord. Maar ook sommigen, die zeggen dat ze in de Bijbel geloven, lopen op dit punt gevaar. De apostel zegt: "Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God." Hebreeën 3: 12. Het is een goede zaak om de leer van de Bijbel nauwgezet te bestuderen en om "de diepten Gods" 1 Korintiërs 2: 10, grondig te onderzoeken, voor zoverre deze in de Schrift zijn geopenbaard. Hoewel "de verborgen dingen van de Here onze God" zijn, zijn "de geopenbaarde voor ons en onze kinderen." Deuteronomium 29: 29. Maar het is het werk van Satan deze mogelijkheid van ons verstand om de dingen na te speuren, te verderven. Een zeker gevoel van trots is gemengd met het nadenken over bijbelse waarheden met als gevolg dat de mens ongeduldig wordt en zich verslagen voelt, als hij niet elk deel van de Schrift op bevredigende wijze kan uitleggen. Men vindt het te vernederend om te erkennen, dat men de geïnspireerde woorden niet begrijpt. Men is niet bereid om af te wachten, totdat God het moment gekomen acht om de waarheden te openbaren.

Velen menen dat ze zonder hulp, in eigen wijsheid, in staat zijn de Bijbel te begrijpen, en als dat niet blijkt te lukken, ontkennen ze het gezag ervan. Het is een feit, dat veel theorieën en leerstellingen, waarvan men gewoonlijk aanneemt, dat ze uit de Bijbel stammen, niet steunen op de bijbelse leer en zelfs tegen de grote lijn van de inspiratie indruisen. Deze dingen zijn voor velen de oorzaak geworden van twijfel en verwarring. Maar dat is niet de schuld van Gods Woord, maar van de menselijke verdraaiing ervan.

Als het voor geschapen wezens mogelijk zou zijn om een volledig begrip van God en Zijn werk te verkrijgen, zou er voor hen, nadat zij dit punt bereikt hadden, geen verdere mogelijkheid meer zijn verdere waarheden te ontdekken en zou er geen sprake meer kunnen zijn van groei in kennis en van ontwikkeling van verstand en karakter. God zou niet langer de Allerhoogste zijn en de mens, die de grens van zijn kennis en kunnen zou hebben bereikt, zou niet verder kunnen stijgen. Laat ons God dankbaar zijn, dat dit niet het geval is. God is oneindig. In Hem zijn "al de schatten der wijsheid en kennis verborgen." Kolossenzen 2: 3. En de mens kan tot in alle eeuwigheden onderzoeken en leren, en zal toch nooit de schat van Zijn wijsheid, goedheid en kracht kunnen uitputten.

Het is Gods bedoeling dat al in dit leven de waarheden van Zijn Woord voor Zijn volk worden ontvouwd. Er is maar één manier, waarop deze kennis kan worden verkregen. Wij kunnen alleen Gods Woord leren begrijpen, als we verlicht worden door dezelfde Geest, door Wie het Woord werd gegeven. "Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods." 1 Korintiërs 2: 11, 10. En de belofte van de Zaligmaker aan Zijn volgelingen was: "Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen." Johannes 16: 13, 14.

God wil dat de mens zijn verstandelijke vermogens gebruikt. De studie van de Bijbel sterkt en verheft de geest als geen andere studie vermag te doen. Toch moeten we ervoor oppassen, dat we het verstand niet verafgoden, omdat het onderworpen is aan de zwakheid en de gebreken van het mens- zijn. Als het ons verlangen is niet de ervaring te maken dat de Schrift voor ons verstand verduisterd blijft, zodat de overduidelijke waarheden niet begrepen worden, moeten wij de eenvoud en het geloof van een klein kind bezitten, bereid om te leren en de hulp van de Heilige Geest in te roepen. Een besef van de kracht en de wijsheid van God en van onze eigen onmacht om Zijn grootheid te bevatten, moet ons nederig maken. Als we in Zijn tegenwoordigheid willen komen, moeten wij Zijn Woord met heilig ontzag openen. Als we de Bijbel ter hand nemen, moet ons verstand erkennen dat er een Bron van gezag is, die boven het eigen verstand uitgaat. Het hart en het intellect moeten buigen voor de grote IK BEN.

Veel dingen zijn op het eerste gezicht moeilijk of duister. Maar God wil deze dingen duidelijk en eenvoudig maken voor hen, die verlangen ze te begrijpen. Maar zonder de leiding van de Heilige Geest bestaat er voor ons steeds het gevaar, dat we de Schrift verdraaien of verkeerd interpreteren. Er wordt vaak in de Bijbel gelezen, zonder dat dit enig nut heeft. In vele gevallen veroorzaakt het zelfs duidelijke schade.

Wanneer men Gods Woord opent zonder eerbied en zonder gebed, wanneer de gedachten niet op God zijn gericht en niet in overeenstemming zijn met Zijn wil, wordt het verstand door twijfel beneveld. Juist dan versterkt Bijbelstudie twijfel en scepticisme. De vijand neemt bezit van de gedachten en suggereert verklaringen, die niet juist zijn.

Als men niet in woord en daad probeert in overeenstemming te zijn met God, zal men, hoe geleerd men ook moge zijn, altijd de kans lopen te dwalen in de uitleg van de Bijbel. Het is niet veilig om zich op de verklaringen van zulke mensen te verlaten. Wie de Schrift pakt om daarin tegenstrijdigheden te vinden, heeft geen geestelijk inzicht.

Als gevolg van hun vervormde visie zullen zij veel aanleidingen zien tot twijfel en ongeloof in die dingen, die echt duidelijk en eenvoudig zijn.

Hoezeer men dat ook probeert te verbloemen: de diepste oorzaak van twijfel en scepticisme is, in de meeste gevallen, de liefde voor zonde. De leer en de beperkende bepalingen van Gods Woord zijn niet welkom voor het trotse, zondelievende hart. En wie niet bereid is om aan de eisen van Gods Woord te gehoorzamen, staat klaar om het gezag ervan in twijfel te trekken. Om de waarheid te bezitten, moeten we een oprechte wens hebben de waarheid te leren kennen, en bereid zijn aan de eisen ervan gehoor te geven. Een ieder, die in deze geest met de studie van Gods Woord begint, vindt overtuigende bewijzen voor het feit dat de Bijbel inderdaad Gods Woord is en kan begrip krijgen van de bijbelse waarheden, die "hem wijs kunnen maken tot zaligheid".

Christus heeft gezegd: "Indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek." Johannes 7: 17 Schenk aandacht aan het licht, dat reeds op u schijnt, in plaats van datgene, wat u niet begrijpt, in twijfel te trekken met allerlei haarkloverijen. Als u dat doet, zult u meer licht ontvangen. Vervul elke plicht, die u duidelijk is geworden, met de hulp van de genade van Christus. Dan zult u in staat zijn om die dingen te begrijpen en te doen, waarover u nu nog in twijfel verkeert.

Er is een bewijs voor iedereen, zelfs voor de hoogst ontwikkelde en de meest geletterde: het bewijs van de ervaring. God nodigt ons uit om persoonlijk de werkelijkheid van Zijn Woord en de waarheid van Zijn beloften te toetsen. Hij vraagt ons: "Smaakt en ziet, dat de Here goed is." Psalm 34: 9. In plaats van op het woord van anderen af te gaan, vraagt Hij ons om zelf te komen proeven. Hij zegt: "Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij." Johannes 16: 24. Zijn beloften zullen worden vervuld. Ze hebben nooit gefaald en kunnen nooit falen. Wanneer wij dichter bij Jezus komen en ons verblijden in de volheid van Zijn liefde, zullen in het licht van Zijn tegenwoordigheid duisternis en twijfel verdwijnen.

De apostel Paulus zegt, dat God ons heeft "verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde." Kolossenzen 1; 13. En iedereen, die van de dood overgegaan is tot het leven, kan bevestigen, "dat God waarachtig is." Johannes 3: 33.

Hij kan getuigen: "Ik had hulp nodig en ik heb die in Jezus gevonden. In elke behoefte werd voorzien en mijn geestelijke honger werd gestild. De Bijbel is nu voor mij de openbaring van Jezus Christus. Wilt U weten waarom ik in Jezus geloof? Omdat Hij mijn goddelijke Zaligmaker is. Waarom ik in de Bijbel geloof? Omdat ik ontdekt heb, dat het de stem van God is, die tot mijn hart spreekt."

Wij kunnen uit eigen ervaring getuigen, dat de Bijbel waar is en dat Christus de Zoon van God is. We weten dat we geen listig verzonnen fabels zijn gevolgd. 2 Petrus 1:16

Petrus spoort zijn broeders aan om "op te wassen in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland Jezus Christus." Wanneer Gods volk groeit in de genade, ontvangt het in toenemende mate een duidelijker begrip van Zijn Woord. Zij zullen in de heilige waarheden nieuw licht en nieuwe schoonheid ontdekken. Dat is in alle eeuwen van de kerkgeschiedenis het geval geweest. En dat zal zo zijn tot aan het einde. "Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag." Spreuken 4: 18.

Door het geloof kunnen we zien naar het hiernamaals. Wij kunnen ons aan Gods belofte vastgrijpen, dat we in kennis zullen toenemen, dat onze menselijke vermogens met het goddelijke worden verenigd en al onze innerlijke kracht in directe verbinding komt te staan met de Bron van licht. Wij kunnen ons verheugen over het feit dat in Gods voorzienigheid dan alle dingen, die we niet begrepen, duidelijk zullen worden. Dingen, die nu moeilijk zijn om te begrijpen, zullen dan duidelijk worden. En waar nu ons beperkte verstand slechts verwarring en doorkruiste bedoelingen opmerkt, zullen we dan de meest volmaakte en schoonste harmonie ontwaren.

"Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben." 1 Korintiërs 13: 12.