Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 2

Voorbereiding om God te Ontmoeten

[ AUDIO ]

Ik zag, dat we de komst des Heren niet moeten uitstellen. In dat verband zei de engel: "Bereid u voor, bereid u voor op hetgeen dat over de aarde komt. Laat uw werken in harmonie zijn met uw geloof." Ik zag, dat de geest zich op God moet instellen, en dat onze invloed moet getuigen voor God en Zijn waarheid. Wij kunnen de Here niet vereren, wanneer we zorgeloos en onverschillig zijn. Wij kunnen Hem niet verheerlijken, wanneer we moedeloos worden. Wij moeten er naar streven de zaligheid van onze eigen ziel zeker te stellen, en anderen te redden. Alles wat van belang is, moet hierop zijn ingesteld en al het overige moet op de tweede plaats komen.

Ik aanschouwde de schoonheid des hemels. Ik hoorde de engelen hun jubelzangen zingen, waarin ze Jezus lof, eer en heerlijkheid brachten. Ik kon toen iets beseffen van de wonderlijke liefde van de Zone Gods. Hij verliet al de heerlijkheid, al de eer, die Hij in de hemel bezat, en stelde zoveel belang in onze zaligheid, dat Hij geduldig en zachtmoedig alle geringschatting en minachting onderging, die de mens Hem maar kon aandoen.

Hij werd gewond, geslagen en gestriemd; Hij werd genageld aan het kruis op Golgotha, en moest de pijnlijkste dood ondergaan om ons van de dood te redden, opdat wij gewassen zouden worden in Zijn bloed, en opgewekt om met Hem te zijn in de woningen, die Hij voor ons gereed maakt, om het licht en de heerlijkheid des hemels te genieten, de engelen te horen zingen en met hen te zingen.

Ik zag, dat de gehele hemel belang stelde in onze zaligheid; en zullen wij dan onverschillig staan? Zullen wij zorgeloos zijn, als ware het van weinig belang, of we nu gered worden, of verloren gaan? Zullen wij hef offer, dat voor ons gebracht is, minachten? Sommigen hebben dit gedaan. Zij hebben het met de aangeboden genade niet al te nauw genomen, en het misnoegen Gods rust op hen. Gods Geest zal zich niet altijd laten grieven. Hij zal zich terugtrekken, wanneer Hij nog langer bedroefd wordt. Wanneer alles gebeurd is dat God kon doen om de mensen te redden, en zij dan door hun leven tonen, dat ze Jezus' aangeboden genade niet op prijs stellen, zal de dood hun deel worden, en die zal duur gekocht zijn. Het zal een vreselijke dood zijn; want zij zullen de doodsstrijd ondergaan, die Jezus onderging aan het kruis, om voor hen de verlossing te kopen, die zij geweigerd hebben. En dan zullen ze zich bewust worden wat ze verloren hebben -- eeuwig leven en de onverderfelijke erfenis. Het grote offer, dat gebracht is om zielen te redden, toont ons wat deze waard zijn. Wanneer de kostelijke ziel eens verloren is, is ze voor goed verloren.

DE ENGEL MET DE WEEGSCHAAL

Ik heb een engel zien staan met de weegschaal in zijn hand, waarop de gedachten en de belangstelling van het volk Gods, vooral van de jeugd, werden gewogen. Op de ene schaal lagen de gedachten en belangstelling, die zich hemelwaarts richtten, in de andere schaal lagen de gedachten en neigingen, die aards gericht waren. En in die schaal werd geworpen het lezen van romans, gedachten uitgaande naar kleding en opschik, ijdelheid, hovaardij, enz. O, wat was dat een plechtig moment! De engelen Gods, staande met de weegschalen, wegende de gedachten van Zijn belijdende kinderen -- die beweren dat ze der wereld afgestorven en Gode levend gemaakt zijn. De schaal gevuld met aardse gedachten, ijdelheid en hovaardij, ging spoedig naar beneden, niettegenstaande het ene gewicht na het andere er af rolde. De ene, met de gedachten en neigingen hemelwaarts gericht, ging direct naar boven als de andere naar beneden ging, en hoe licht was deze kant van de weegschaal! Ik kan dit zeggen, omdat ik het gezien heb; maar ik kan onmogelijk de plechtige en levendige indruk weergeven, die zich in mijn ziel heeft gegrift, toen ik daar de engel met de weegschaal zag, bezig om de gedachten en neigingen van Gods volk te wegen. In dat verband zei de engel:

"Kunnen zulke mensen nu de hemel binnengaan? Neen, neen, onmogelijk. Zeg hun, dat de hoop, die zij nu koesteren, ijdel is en dat, zo zij zich niet spoedig bekeren om de zaligheid te verkrijgen, zij verloren zullen gaan."

Een vormelijke vroomheid zal niemand redden. Allen moeten een diepe, levende ervaring hebben doorgemaakt. Dit alleen zal hen redden in de tijd der benauwdheid. Dan zal hun werk getoetst worden op wat het werkelijk is; en wanneer het goud, zilver, of kostbare stenen zijn, zullen ze verborgen zijn als waren ze in de geheime bergplaats des Heren. Maar wanneer hun werk bestaat uit hout, stro en stoppels, kan niets hen beschermen tegen de hitte van de gramschap des Heren.

Van de jongeren, zowel als van de ouderen, zal geeist worden, dat ze rekenschap afleggen van hun hoop. Maar de geest, door God bedoeld voor betere dingen, gevormd om Hem volmaakt te dienen, heeft zich, inplaats van op eeuwige belangen, gericht op ijdele dingen. De geest, die men maar toelaaf hier en daar te dwalen, is even goed in staat de waarheid, het bewijs uit het Woord Gods om de Sabbat te vieren, en hef ware fundament voor de hoop van de Christen, te begrijpen, als dat hij in staat is het uiterlijke, de manieren, de kleding, enz. te bestuderen. En zij, die toelaten dat de geest wordt afgeleid door dwaze verhalen en ijdele praat, geven de verbeelding voedsel, maar het briljante van Gods Woord ontgaat hun absoluut. De geest wordt totaal van God afgeleid. De belangstelling in Zijn kostbaar Woord wordt vernietigd.

HET BOEK, DAT ONZE GIDS IS

Een Boek is ons gegeven om onze voeten te leiden door de gevaren van deze donkere wereld, naar de hemel. Het vertelt ons, hoe wij de wrake Gods kunnen ontkomen, en het vertelt ons ook van het lijden van Christus voor ons, het grote offer, dat gebracht is, opdat wij gered zouden worden, en eeuwig de tegenwoordigheid Gods zouden smaken. En wanneer ten slotte sommigen daarin te kort schieten, die evenals zij, in dit land des lichts de waarheid gehoord hebben, zal dit hun eigen fout zijn; zij zullen geen verontschuldiging kunnen aanvoeren.

Het Woord van God zegt ons, hoe wij volmaakte christenen worden en kunnen ontkomen aan de laatste zeven plagen. Maar zij hadden geen belangstelling om dit na te speuren. Andere dingen hielden hun geest bezig, zij gaven zich over aan afgoden, en Gods Heilig Woord werd verwaarloosd en niet op prijs gesteld. Belijdende christenen namen het niet zo nauw met God, en wanneer Gods Heilig Woord hen op de jongste dag zal oordelen, zullen ze te licht bevonden worden. Op dit Woord, dat zij hebben verwaarloosd om dwaze romans te kunnen lezen, zal hun leven getoetst worden. Dat is de maatstaf; hun motieven, woorden, werken en de wijze, waarop zij hun tijd besteed hebben, zullen ver-geleken worden met het geschreven Woord Gods; en schieten zij daarin tekort, dan is hun geval voor eeuwig beslist.

ONS ENIG VOORBEELD

Ik zag dat velen zich onder elkander de maatstaf gingen aanleggen en hun leven gingen vergelijken met het leven van anderen. Dit moet niet zo zijn. Alleen Christus is ons ten voorbeeld gegeven. Hij is ons ware Model, en een ieder moet er naar streven Hem op de beste wijze na te volgen. Wij zijn òf medearbeiders van Christus, òf medearbeiders van de vijand. Of wij verzamelen met Christus, of verstrooien om ons heen. We zijn gedecideerde, volwaardige Christenen, òf we zijn helemaal geen Christenen. Christus zeide: "lk weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud, noch heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen." Openbaring 3 : 15, 16.

Ik zag, dat sommigen ternauwernood wisten wat zelf-verloochening of offerande is, of wat het zeggen wil, te lijden ter wille der waarheid. Maar niemand zal de hemel binnengaan zonder een offer te hebben gebracht. Een geest van zelfverloochening en overgave moet gekoesterd worden. Sommigen hebben zichzelven, hun eigen lichaam, niet gelegd op het altaar Gods. Jagend en jachtend zoeken zij alle mogelijke bevrediging, voldoen aan hun begeerten en streven slechts naar eigen belang, zonder zich te bekommeren om het werk Gods. Dezulken, die gewillig zijn een offer te brengen voor het eeuwige leven, zullen dat ontvangen; en het loont, daarvoor te lijden, het loont, daarvoor het eigen-ik te kruisigen, of welke afgod ook daarvoor prijs te geven. Hef gans zeer uitnemend gewicht der heerlijkheid gaat alles te boven en doet elk aards genoegen in het niet verzinken.