Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 16

Plicht Tegenover Kinderen

[ AUDIO ]

Mij werd getoond dat in hef algemeen ouders geen juiste weg met hun kinderen hebben gevolgd. Zij hebben de teugels niet zo strak gehouden als dat wel moest, maar ze hebben toegelaten dat ze aan eigen hovaardij toegaven en eigen lusten volgden. In het verleden werd de ouderlijke macht erkend; kinderen waren dan onderworpen aan hun ouders, en vreesden en eerbiedigden hen; maar in dit laatste der dagen is dit alles juist tegengesteld. Sommige ouders zijn onderworpen aan hun kinderen. Ze zijn bang om tegen de wil van hun kinderen in te gaan, en daarom staan ze alles toe. Maar zo lang de kinderen onder het ouderlijke dak zijn, van hen afhankelijk, moeten ze aan de ouderlijke macht onder-worpen zijn. Ouders moeten met beslistheid optreden, en er op staan dat, waf zij als juist beoordelen, opgevolgd wordt.

Eli kon zijn boze zonen beteugeld hebben, maar hij vreesde hun ongenoegen. Hij liet toe, dat ze in hun opstand bleven volharden, tot ze een vloek werden voor Israël. Van ouders wordt geëist, dat ze hun kinderen in toom houden. De zaligheid van de kinderen hangt nauw samen met de weg, die de ouders volgen. In hun dwaze liefde en tederheid voor hun kinderen, geven vele ouders hun alles toe tot hun eigen nadeel, voeden hun trots, maken op hun kleren allerlei garneersels en versieringen, waardoor ze ijdel worden, en gaan denken dat de kleren de mens maken. Maar reeds een korte kennismaking overtuigt degenen, met wie ze omgaan, dat een uiterlijke verschijning niet voldoende is om de wanstaltigheid te verbergen van een hart, waarin de Christelijke deugden niet aanwezig zijn, maar dat gevuld is met eigenliefde, hovaardij en onbeheerste driften. Zij, die zachtmoedigheid, ootmoed en deugd liefhebben, moeten zulk gezelschap mijden, zelfs als dat kinderen van Sabbatvierders zijn. Hun gezelschap werkt vergiftigend; hun invloed leidt tot de dood. Ouders realiseren zich niet de vernietigende invloed van het zaad, dat ze zaaien. Dat zal ontkiemen en vrucht dragen, dat zal maken dat hun kinderen de ouderlijke macht verachten.

Zelfs wanneer ze meerderjarig zijn, wordt van kinderen geëist, dat ze hun ouders eerbiedigen en zich de ouderlijke noden zullen aantrekken. Zij moeten luisteren naar de raad van godvruchtige ouders, en niet het gevoel hebben, dat, nu ze wat ouder geworden zijn, ze hun plichten tegenover hen zijn ontgroeid. Er is een gebod met een beloffe voor degenen, die hun vader en hun moeder eren. In dit laatste der dagen staan de kinderen zo bekend door hun ongehoorzaamheid en oneerbiedigheid, dat God daar speciaal de aandacht op heeft gevestigd en het een teken is dat het einde nadert. Dat laat zien dat Satan bijna de algehele macht heeft over de geest der kinderen. Velen eerbiedigen de ouderdom niet meer. Men beschouwt het als te ouderwets om de ouderen te respecteren; dat gebeurde in de dagen van Abraham. Daar zegt God: "Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen." Genesis 18 : 19.

In het verleden mochten de kinderen niet trouwen zonder de toestemming van hun ouders. Ouders deden de keuze voor hun kinderen. Het werd als een misdaad voor de kinderen beschouwd, wanneer ze een huwelijk sloten op hun eigen verantwoordelijkheid. De aangelegenheid werd eerst aan de ouders voorgelegd, en deze moesten nagaan of de persoon, die tot hen in een nauwe relatie zou komen, dat waardig was en of de partijen een gezin konden onderhouden. Het werd door hen van het grootste belang geacht, dat zij, de aanbidders van de ware God, zich niet door huwelijk zouden vermengen met een heidens volk, opdat hun gezinnen niet zouden afgekeerd worden van God. Zelfs wanneer de kinderen getrouwd waren, stonden ze nog onder de plechtigste verplichting tegenover hun ouders. Hun oordeel werd niet als volwaardig beschouwd zonder de raad der ouders, en er werd van hen geëist hun wensen te respecteren en te gehoorzamen, want anders zouden ze in conflict komen met de eisen Gods.

Weer werd mijn aandacht gevestigd op de jeugd in dit laatste der dagen. Kinderen staan niet onder toezicht. Ouders, gij moet met uw eerste lessen inzake de tucht beginnen, wanneer uw kinderen als baby's in uw armen liggen. Leert ze, dat ze hun willetje aan u moeten onderwerpen. Dit kan gebeuren door rechtvaardig op te treden en een vaste wil te openbaren. Ouders moeten hun eigen geest onder volmaakt beheer hebben, en met zachtheid en toch met vaste hand de wil van het kind buigen, totdat het ziet dat er niets anders opzit dan zich te voegen naar hun wensen.

GEVOLG VAN OUDERLIJKE NALATIGHEID

Ouders beginnen niet tijdig. De eerste uiting van de boze luim wordt niet beteugeld, en de kinderen worden koppig en naarmate ze groeien en sterker worden, wordt ook de koppigheid sterker. Sommige kinderen denken, wanneer ze ouder worden, dat het vanzelf spreekt, dat ze hun eigen gang gaan, en dat hun ouders zich naar hun wensen hebben te schikken. Ze verwachten dat hun ouders hen zullen bedienen. Ze worden kwaad, wanneer de teugels worden aangehaald, en wanneer ze oud genoeg zijn om hun ouders een hulp te zijn, dan dragen ze de lasten niet zoals dat wel moest. Alle verantwoordelijkheid is van hen afgenomen en ze groeien op als nietsnutten zowel in huis als daarbuiten. Ze hebben geen wilskracht om vol te houden. De ouders hebben de lasten gedragen, en hebben ze laten opgroeien in luiheid, zonder hun enige gewoonten bij te brengen inzake orde, vlijt en spaarzaamheid. Ze hebben niet geleerd om zichzelven te verloochenen, maar zijn verwend en vertroeteld, en aan hun wensen wat ze wilden eten, werd voldaan, waardoor hun gezondheid verzwakt werd. Hun manieren en gedragingen zijn niet prettig. Ze zijn een last voor zichzelven en voor hun omgeving. En terwijl de kinderen nog kinderen zijn, terwijl ze de tucht zo nodig hebben, mogen ze uiten omgaan met oudere kinderen en staan bloot aan verderfelijke invloeden.

De vloek Gods zal zeker rusten op ontrouwe ouders. Niet enkel planten ze doornen, die hen hier zullen verwonden, maar ze zullen tegenover hun eigen ontrouw geplaatst worden, wanneer het oordeel zal plaats vinden. Vele kinderen zullen in het oordeel hun ouders aanklagen omdat zij hen niet onder tucht hebben gesteld en zullen aan hen hun vernietiging wijten. De valse sympathie en blinde liefde der ouders zijn oorzaak dat ze de fouten van hun kinderen verontschuldigen zonder daarin verbetering te brengen en als gevolg daarvan gaan hun kinderen verloren, en het bloed van hun zielen zal neer-komen op de ontrouwe ouders.

Kinderen die aldus zonder enige tucht zijn grootgebracht, hebben alles te leren wanneer ze belijden volgelingen van Christus te zijn. Hun gehele godsdienstig be-leven staat onder invloed van de opvoeding die ze als kind gehad hebben. Die zelfde eigengereidheid komt nog vaak naar voren; er is dat zelfde gebrek aan zelf-verloochening, die zelfde gehumeurdheid wanneer ze worden terechtgewezen, die zelfde eigenliefde en onwil om anderen te raadplegen of zich te laten beïnvloeden door het oordeel van een ander, die zelfde traagheid, met gevolg het afschuiven van alle lasten en het niet willen dragen van verantwoordelijkheid. Dat alles komt aan de dag in hun verhouding tot de gemeente. De mogelijkheid bestaat dat zulke mensen overwinnen; maar hoe zwaar is de strijd! Hoe ernstig het conflict! Hoe hard om onder de strenge tucht door te moeten gaan, wat toch voor hen noodzakelijk is, willen ze streven naar een Christelijk karakter! Nochtans indien zij ten slotte overwinnen, zullen ze kunnen zien, alvorens ze het onverderfelijke aandoen, hoe dicht ze bij de afgrond der eeuwige verdoemenis gestaan hebben, als gevolg van het gebrek aan een juiste opvoeding in hun jeugd, het niet geleerd hebben van onderwerping in hun kinderjaren.