Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 18

Algehele Toewijding

[ AUDIO ]

Beste Broeder en Zuster K.

In mijn laatste gezicht werden mij enige dingen getoond, die uw gezin aangaan. De Here koestert gedachten vol genade over u, en zal u niet verlaten, tenzij gij Hem verlaat. L. en M. verkeren in een lauwe toestand. Zij moeten uit hun lethargie ontwaken en streven naar de zaligheid, of het eeuwige leven zal hun ontgaan. Zij moeten een persoonlijke verantwoordelijkheid gevoelen en een persoonlijk beleven meemaken. Zij hebben dringend behoefte aan een werk, dat in hun harten gedaan wordt door de Heilige Geest van God, dat hen er toe zal brengen om het gezelschap van Gods volk lief te hebben en te verkiezen boven enig ander, en gescheiden te zijn van hen, die voor geestelijke dingen geen hart hebben. Jezus vraagt een volkomen offer, een algehele toewijding.

L. en M., gij zijt u niet bewust geworden dat God uw onverdeelde liefde eist. Gij hebt een heilige belijdenis afgelegd, nochtans zijt ge gezonken tot het dode niveau van gewone belijders. Gij haakt naar de omgang met de jongeren, die niets voelen voor de heilige waarheden, welke gij belijdt. Waar ge mede omgaat, zijt ge gaan evenaren, en hebt u tevreden gesteld met een godsdienstige houding, die allen van u best kunnen aanvaarden, zonder u een veroordeling van deze of gene op de hals te halen.

Christus vraagt alles. Zou Hij minder eisen, zo ware Zijn offer te dierbaar, te groot om ons op zo ', n niveau te brengen. Ons heilig geloof roept met luide stem: Afscheiding. We moeten niet aan de wereld, of aan dode, harteloze belijders gelijkvormig worden. "Wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds." Romeinen 12:2. Dit is een weg der zelfverloochening. En wanneer gij vindt dat de weg te moeilijk is, dat er op dit smalle pad van teveel zelfverloochening sprake is; wanneer gij zegt: Hoe hard dit alles te moeten opgeven, stelt uzelve dan de vraag: Wat heeft Christus voor mij opgegeven? Deze vraag stelt alles wat wij zelfverloochening noemen, in de schaduw.

Aanschouwt Hem in de hof, grote bloeddruppels zwetend. Een enkele engel wordt van de hemel gezonden om de Zone Gods te bemoedigen. Volgt Hem op Zijn weg naar de gerechtszaal, terwijl Hij belachen, bespot en beledigd wordt door dat razende gepeupel. Aanschouwt Hem, omhangen met dat oude purperen koningskleed. Hoort de gruwelijke grappen en wrede spot. Ziet, hoe ze op dat edele voorhoofd de doornenkroon zetten en Hem dan met een riet gaan slaan, zodat de doornen in het vlees bij de slapen dringen, en het bloed Hem langs het heilige voorhoofd vloeit. Hoort die moordlustige bende schreeuwen om het bloed van Gods Zoon. Hij wordt in hun handen overgeleverd, en zij voeren de edele Lijder weg naar Zijn kruisiging, bleek, zwak, een bezwijming nabij. Hij wordt uitgestrekt op het houten kruis, en de nagelen worden door Zijn tere handen en voeten geslagen. Ziet Hem daar hangen aan het kruis gedurende die vreselijke uren van de doodsstrijd, tot de engelen hun gelaat bedekken voor dat afschuwelijke schouwspel, en de zon haar licht verbergt, weigerend dat te aanschouwen. Bedenkt deze dingen, en vraagt dan: Is de weg te nauw? Neen, neen.

VERDEELDE BELANGSTELLING

In een verdeeld, lauw hart zult ge twijfel en duisternis vinden. Gij kunt u niet verheugen in de vertroostingen van de godsdienst, maar ook niet in de vrede, die de wereld geeft. Zit niet in Satans gemakkelijke stoel met de armen over elkaar, maar spant u in en streeft naar de verheven maatstaf, want het is uw voorrecht deze te be-reiken. Het is een gezegend voorrecht alles voor Christus op te geven. Ziet niet op anderen om hen na te volgen en niet boven hen uit te steken. Gij hebt slechts één waarachtig, feilloos Voorbeeld. In het navolgen van Jezus alleen ligt de veiligheid. Neemt het besluit om wanneer anderen het principe van de geestelijke luiaard blijven huldigen, u van hen los te maken en gaat voorwaarts naar de verhevenheid van Christus' karakter. Vormt een karakter voor de hemel. Slaapt niet op uw post. Houdt u gelovig en trouw met uw eigen ziel bezig.

Gij koestert een kwaad, dat het geestelijke in u dreigt te vernietigen. Dat zal al de schoonheid en schatten van de geheiligde bladzijden achter een waas verbergen. Het is de liefde voor romans, verhalen en andere lectuur, die geen invloed ten goede uitoefent op de geest, die in elk opzicht gewijd is aan de dienst van God.

Dat veroorzaakt een valse, ongezonde prikkel, een ziekelijke verbeelding, verduistert het verstand, en maakt het ongeschikt voor geestelijke oefening. Het vervreemdt de ziel van het gebed en de liefde voor geestelijke dingen. Het lezen, dat licht werpt op het Heilige Boek, en u vurig doet verlangen dat te onderzoeken, is niet gevaarlijk, maar ten zegen.

Gij werd mij getoond met uw ogen afgewend van de Heilige Schrift en geheel verdiept in prikkelende romans, die alle godsdienstig gevoel doden. Hoe vaker en ijve-riger gij de Schriften nauwlettend doorzoekt, des te schoner zullen zij u toeschijnen en des te minder smaak zult ge hebben voor oppervlakkige lectuur. De dagelijkse studie van de Schrift zal een heiligende invloed hebben op uw verstand. Gij zult verkeren in een hemelse atmosfeer. Bindt dit kostbare Boek op uw harten. In moeilijke omstandigheden zal het u een vriend en een gids zijn.

Gij hebt u in het leven verschillende doelen gesteld, en hoe standvastig en volhardend hebt ge gewerkt om die doelen te bereiken! Gij hebt berekeningen gemaakt en plannen ontworpen tot uw gekoesterde verlangens in vervulling waren gegaan. Er staat u nu een object voor ogen, dat een volhardende, onvermoeide, levenslange inspanning waard is. Het is de zaligheid van uw ziel -- het eeuwige leven. En dit vraagt zelfverloochening, opoffering, en nauwgezette studie. Gij moet gereinigd en gepolijst worden. U ontbreekt de reddende invloed van Gods Geest. Gij hebt u geheel aangepast bij uw kennissen, en vergeet dat gij de naam van Christus hebt aangenomen. Geheel uw doen en uw kleding is conform die van uw vriendenkring.

GAAT UIT EN SCHEIDT U AF

Zuster K., ik zag dat gij een werk te doen hebt. Gij moet de hovaardij afsterven en alleen belangstelling hebben in de waarheid. Uw eeuwig belang hangt af van de koers, die gij nu inslaat. Indien gij het eeuwige leven verkrijgt, dan moet ge daarnaar leven en uzelve verloochenen. Gaat uit van de wereld en scheidt u af. Uw leven moet gekenmerkt zijn door soberheid, waakzaam heid en gebed. Engelen slaan de karakterontwikkeling gade en wegen de morele waarde af. Al onze woorden en daden gaan aan Gods oog voorbij. Het is een ernstige, plechtige tijd. De hope des eeuwigen levens kan niet berusten op zwakke gronden; dat moet in orde gebracht worden tussen God en uw eigen ziel. Sommigen zullen zich eerder verlaten op het oordeel en de ervaring van anderen, dan de moeite te doen hun eigen hart te onderzoeken, en maanden en jaren zullen ze doormaken zonder getuigenis van de Geest Gods, of blijk dat ze aangenomen zijn. Zij bedriegen zichzelven. Zij hebben een veronderstelde hoop, maar hun ontbreken de noodzakelijke eigenschappen van een Christen. Het vereist inspanning en zedelijke moed om ons geloof uit te leven.

Gods volk is een verkregen volk. Hun geest kan zich niet vermengen met de geest en de invloed van de wereld. Gij wilt de naam van Christen niet dragen om die onwaardig te zijn. Gij wilt Jezus niet tegemoet gaan met enkel een belijdenis. Gij wilt in een zo belangrijke aangelegenheid niet misleid worden. Gaat daarom de gronden van uw hoop door en door na. Houdt u daarom in de ware zin met uw eigen ziel bezig. Een veronderstelde hoop zal u nooit zalig maken. Hebt gij de kosten berekend? Ik vrees van niet. Neemt nu het besluit om Christus te volgen, koste wat het wil. Gij kunt dit niet doen en om blijven gaan met hen, die voor hemelse dingen niets voelen. Uw geest kan zich enkel bepalen bij olie en water.

Het wil heel wat zeggen, een kind van God te zijn, en een mede-erfgenaam van Christus. Wanneer dit uw voorrecht is, zult gij de gemeenschap aan Christus' lijden kennen. God ziet het hart aan. Ik zag dat gij Hem in alle ernst moet zoeken, en uw maatstaf der godsvrucht hoger moet opvoeren, of anders zal het eeuwige leven u zeker ontgaan. Mogelijk stelt gij u de vraag: Heeft Zuster White dat alles gezien? Ja; en ik heb getracht u dit bij te brengen en u de indrukken weer te geven, die mij werden gegeven. Moge de Here u helpen om daarop acht te slaan. Beste Broeder en Zuster; waakt over uw kinderen met een jaloerse zorg. De geest en de invloed der wereld zijn bezig alle verlangens in hen om goede Christenen te zijn, te vernietigen. Wendt uw invloed aan om hen los te maken van de jonge vrienden, die geen belangstelling hebben voor hemelse aangelegenheden. Zij moeten een offer brengen, willen ze uiteindelijk de hemel winnen.

Wie wilt gij kiezen, zegt Christus, Mij of de wereld? God vraagt een onvoorwaardelijke overgave des harten met al uw liefde aan Hem. Indien gij vrienden, broeders of zusters, vader of moeder, huizen of land, meer liefhebt dan Mij, zegt Christus, dan zijt gij Mijner niet waardig. Godsdienst stelt de ziel onder de grootste verplichting tegenover zijn eisen, te wandelen naar zijn beginselen. Zoals de mysterieuze magneetnaald wijst naar het noorden, zo wijzen de eisen van de godsdienst naar de heerlijkheid Gods. Door uw doopgelofte hebt gij u verbonden uw Schepper te eren, en resoluut het eigen ik te verloochenen, en uw affecties en lusten te kruisigen en zelfs uw gedachten tot gehoorzaamheid aan de wil van Christus te brengen.

Uw wereldsgezindheid weerhoudt u om de deuren van uw verharde harten wijd open te zetten bij het kloppen van Jezus, Die daar wil binnengaan. De Here der heerlijkheid, Die u verlost heeft door Zijn eigen bloed, staat bij uw deur te wachten om binnengelaten te worden, maar gij hebt die niet wijd open gedaan om Hem te verwelkomen. Sommigen openden de deur op een kiertje en lieten een weinigje licht van Zijn tegenwoordig-heid binnenkomen, maar riepen de hemelse Bezoeker geen hartelijk welkom toe. Daar was geen plaats voor Jezus. De plaats, die voor Hem gereserveerd moest zijn, werd ingenomen door andere dingen. Jezus smeekte u: "Indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden en hij met Mij." Openbaring 3 : 20. Er was een werk voor u te doen, namelijk het openen van de deur. Een poosje voelde gij u gedrongen te horen en de deur te openen; maar zelfs die aandrang verdween en gij faalde om de gemeenschap te verkrijgen met uw hemelse Vader, hoewel dat tot uw voorrecht behoorde. Sommigen echter openden de deur en bereidden hun Heiland een hartelijk welkom. 1872, Vol. 3, blz. 45 1869, Vol. 2, blz. 216, 217