Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 35

Christelijke Matigheid

[ AUDIO ]

"Weet gijlieden niet, dat ulieder lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die gij van God hebt en dat gij uwszelfs niet zijt? Want gij zijt duur gekocht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes zijn." 1 Korinthe 6:19, 20.

We zijn niet onszelven. Wij zijn gekocht tegen een dure prijs, namelijk het lijden en de dood van de Zone Gods. Zouden we dit kunnen begrijpen en ons ten volle realiseren, dan zouden we een zware verantwoordelijkheid op ons voelen rusten om ons in de beste gezondheidstoestand te bewaren, opdat we God volmaakt konden dienen. Maar wanneer we een weg volgen, die onze vitaliteit doet afnemen, onze kracht verzwakt of hef intellect verduistert, dan zondigen we tegen God. Wanneer we zó doen verheerlijken we Hem niet in ons lichaam en onze geest, die Hem toebehoren, maar begaan voor Zijn ogen een groot kwaad.

Heeft Jezus Zichzelf voor ons gegeven? Is er een dure prijs betaald om ons te verlossen? En is het werkelijk zo, dat wij niet onszelf zijn? Is het waar dat al de krachten van ons wezen, ons lichaam, onze geest, en alles wat we hebben, en alles wat we zijn, God toebehoren? Dat is een zekerheid. En wanneer we ons dit bewust worden, welk een verplichting legt dat ons dan op tegenover God om onszelf zo te bewaren, dat we Hem op aarde kunnen eren in ons lichaam en onze geest, welke Hem toebehoren.

DE SLUITINGSUREN DER GENADETIJD

We geloven zonder twijfel dat Christus spoedig komt. Dat is voor ons geen fabel; het is een werkelijkheid. We twijfelen niet, noch hebben we al die jaren getwijfeld, 1870, Vol. 2, blz. 554--376 dat de leerstellingen, die we heden aanhangen, de tegenwoordige waarheid zijn, en dat we het oordeel tegemoet gaan. We bereiden ons voor om Hem te ontmoeten, Die, vergezeld door een gevolg van heilige engelen, verschijnen zal op de wolken des hemels, om de gelovigen en de rechtvaardigen tenslotte de onsterfelijkheid te geven. Wanneer Hij komt, is dat niet om ons te reinigen van onze zonden, om onze karaktergebreken weg te nemen, of ons te genezen van de euvels in ons humeur en onze geaardheid. Wanneer dat voor ons gedaan wordt, zal dit werk vóór die tijd algeheel vervuld worden.

Wanneer de Here komt, zullen zij die heilig zijn, nog geheiligd worden. Aan degenen, die hun lichaam en geest bewaard hebben in heiligheid, in heiligmaking en eer, zal dan de laatste hand der onsterfelijkheid gelegd worden. Maar zij, die onrechtvaardig, ongeheiligd en vuil zijn, zullen altijd zo blijven. Geen werk zal voor hen gedaan worden om hun gebreken weg te nemen en hun een heilig karakter te geven. Die ons reinigt zal daar niet zitten om Zijn reinigingsproces aan hen te voltrekken en hun zonden en verdorvenheid weg te nemen. Dat alles moet gebeuren in deze uren van de genadetijd. Het is nu dat dit werk voor ons gedaan moet worden.

We omhelzen de waarheid van God met onze verschillende hoedanigheden, en wanneer we onder de invloed der waarheid komen, zal dat het werk voor ons doen, dat nodig is om ons moreel geschikt te maken voor het Koninkrijk der heerlijkheid en voor het gezelschap der heilige engelen. We zijn nu in Gods werkplaats. Velen van ons zijn als ruwe stenen uit de steengroeve. Maar wanneer we beslag leggen op de waarheid Gods, ondergaan we daarvan de invloed. Zij verheft ons en verlost ons van elke onvolmaaktheid en zonde, van welke aard ook. Zo worden we toebereid om de Koning te zien in Zijn schoonheid en ons ten slotte te verenigen met de reine, hemelse engelen in het koninkrijk der heerlijkheid. Het is hier, dat dit werk voor ons gedaan moet worden, dat we naar lichaam en geest bereid moeten zijn voor de onsterfelijkheid.

We leven in een wereld, die lijnrecht staat tegenover rechtvaardigheid, en reinheid van karakter, en een groeien in de genade. Waar we ook zien, aanschouwen we verderf en onreinheid, mismaaktheid en zonde. En wat is nu het werk, dat we hier moeten doen vlak voor het ontvangen der onsterfelijkheid? Dat bestaat daarin dat we ons lichaam heilig, onze geest rein bewaren, opdat we onbevlekt mogen staan te midden van het ver-derf, dat zich in dit laatste der dagen om ons heen opstapelt. En wordt dit werk verricht dan moeten we daar van ganser harte met ons volle begrip in opgaan. Zelfzucht moet ons hier niet gaan bezielen. De Geest van God moet ons volmaakt beheersen en van invloed zijn op al onze daden. Wanneer we de hemel op ons laten inwerken, beslag leggen op de macht die van boven komt, zullen we de heiligende invloed van de Geest Gods op ons hart gewaar worden.

ANDEREN LEED AANDOEN

Wanneer we geprobeerd hebben de gezondheidshervorming aan onze broeders en zusters duidelijk te maken, en hen gesproken hebben over de belangrijkheid van eten en drinken en dat al hun doen ter ere Gods moet zijn, hebben velen door hun daden gezegd: "Het gaat niemand aan of ik dit of dat eet. Wat we ook doen, we hebben de consequenties daarvan voor onszelven te aanvaarden."

Beste vrienden, daarin dwaalt gij volkomen. Gij zijt niet de enigen, die lijden door een verkeerde handelwijze. De omgeving, waarin gij staat, ondergaat de gevolgen van uw verkeerdheden in grote mate evenzeer als gij zelven. Wanneer gij lijdt onder een onmatigheid in eten of drinken, ondergaan wij, in uw omgeving of met u verbonden, eveneens de invloed van uw zwakheden. Wij zijn ook de dupe van een verkeerde handelwijze. Wanneer dat ten gevolge heeft, dat uw krachten naar lichaam en geest afnemen, voelen we dat wanneer we in uw gezelschap zijn, en ondergaan daarvan de invloed. Indien, in plaats van een veerkrachtige geest te hebben, gij last hebt van somberheid, werpt gij een schaduw op de geest van allen in uw omgeving. Wanneer wij bedroetd of terneergeslagen zijn, en moeilijkheden hebben, zoudt gij, met een goede gezondheid, de helderheid van geest hebben om ons daaruit te halen en een woord van bemoediging tot ons te richten. Maar wanneer uw hersenen zo verdoofd zijn door uw verkeerde levenswijze, dat ge ons geen goede raad kunt geven, ondergaan wij daarvan dan niet de schade? Gaat er van u geen nadelige invloed op ons uit? We mogen dan een grote mate van vertrouwen hebben in ons eigen oordeel, nochtans hebben we wel eens behoefte aan goede raad; want "er is redding als er vele raadslieden zijn." Spreuken 11 : 14, N.V.

Het is ons verlangen dat we raadzaam contact houden met degenen, die we liefhebben, en we willen hun raad inwinnen en zien graag dat ze daartoe een helder verstand hebben. Maar wat hebben we aan uw oordeel, wanneer de zenuwen van de hersenen bij u overbelast zijn en de vitaliteit van de hersenen opgeofferd is aan het gebruik van ongezond voedsel, of van een enorme hoeveelheid gezond voedsel? Wat hebben we aan het oordeel van zulke mensen? Ze moeten heenzien door een massa onverteerd voedsel. Daarom oefent uw levenswijze een nadelige invloed op ons uit. Het is niet mogelijk voor u een verkeerde weg te volgen zonder anderen daardoor leed aan te doen.

DE HEMELSE WEDLOOP LOPEN

"Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt! En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. Ik loop dan ook niet maar in de blinde, en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden." 1 Corinthe 9 : 24--27, N.V. Zij, die meededen aan de wedloop om de erekrans te winnen, hetgeen als een bijzondere eer werd beschouwd, waren matig in alle dingen, zodat hun spieren, hun hersenen, en elk onderdeel van hen, in de beste conditie waren voor de wedstrijd. Zouden ze niet matig zijn in alle dingen, dan zouden ze niet die elasticiteit hebben, die ze zouden bezitten indien ze dat wel waren. Maar matig zijnde, konden ze in de wedloop meer succes verwachten; dan hadden ze meer zekerheid de kroon te ontvangen.

Maar niettegenstaande al hun matigheid -- al hun pogingen om zich te onderwerpen aan een nauwgezet dieet om in de beste conditie te zijn -- liepen degenen, die aan de aardse wedloop mee deden, toch maar op goed geluk. Ze mochten dan nog zo hun best doen, en nochtans niet de ereprijs bemachtigen; want een ander kon enkele seconden eerder aan de finish zijn en de prijs winnen. Slechts één ‘ontving de prijs. Maar in de hemelse renbaan kunnen we allen lopen en allen de prijs winnen. In dat geval is er geen onzekerheid, geen risico. Wij moeten de hemelse deugden in ons opnemen, en, met de blik opwaarts gericht op de kroon der onsterfelijkheid, het grote Voorbeeld altijd voor ogen houden. Hij was een Man van Smarten en verzocht in krankheid. Het nederige leven van onze goddelijke Here, vol zelfverloochening, moeten we steeds in gedachten aanschouwen. En dan, proberende Hem na te volgen, en ons oog gericht houdende op de kroon, kunnen we de loop met zekerheid lopen, wetende, dat, wanneer we ons uiterste best doen, we zeker de prijs zullen winnen.

Mannen moeten zich onderwerpen aan zelfverloochening en tucht om aan de wedstrijd deel te nemen en een vergankelijke erekrans te winnen, die in één dag verdord is, en dat enkel een eerbetoon was van sterfelijke wezens hier. Maar wij moeten in de renbaan lopen, waar aan het eind een kroon der onsterfelijkheid en des eeuwigen levens ons wacht. Ja, een gans zeer. uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid als prijs staat ons te wachten, wanneer de wedloop beëindigd is. "Wij", zo zegt de apostel, "een onverderfelijke". En wanneer nu degenen, die hier op aarde aan de wedloop meedoen voor een vergankelijke kroon, matig zijn in alle dingen, kunnen wij dat dan ook niet, die een onverderfelijke kroon, een eeuwig gewicht der heerlijkheid, en een leven, gericht naar de maatstaven van het leven Gods, in het vooruitzicht hebben? Wanneer ons deze grote beloning te wachten staat, kunnen wij dan niet "met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is; ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs"? Hebreeën 12:1, 2. Hij heeft voor ons de weg uitgestippeld en die voor ons gekenmerkt door Zijn eigen voetsporen. Het is de weg, die Hij gegaan is, en wij kunnen met Hem de zelfverloochening en het lijden deelachtig worden, en die weg bewandelen, waarop Zijn eigen bloed staat ingeprent.

"Ik loop dan ook niet maar in de blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang." Hier is een werk te doen voor iedere man, vrouw en ieder kind. Satan probeert aanhoudend uw lichaam en geest onder zijn macht te krijgen. Maar Christus heeft u gekocht en ge zijt Zijn eigendom. En nu staat hef aan u, verenigd met Christus, verenigd met de heilige engelen, die u ten dienste staan, te werken. Het staat aan u uw lichaam te beheersen en het in bedwang te houden. Wanneer gij dat niet doet, zult ge zeer zeker het eeuwige leven en de kroon der onsterfelijkheid verliezen. En toch zeggen sommigen: "Wat gaat het een ander aan, wat ik eet of drink?" Ik heb u laten zien wat voor invloed uw handelwijze op anderen heeft. Gij hebt gezien dat dit nauw verband houdt met de invloed, die gij in uw gezinnen uitoefent. Het houdt ook nauw verband met de karaktervorming van uw kinderen.

OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

Zoals ik reeds eerder gezegd heb, leven we in een verdorven tijd. Hef is een tijd, waarin Satan volkomen macht schijnt te bezitten over de geest, die Gode niet ten volle is toegewijd. Daarom rust, er een zware verantwoordelijkheid op ouders en voogden, belast met de opvoeding van kinderen. Ouders hebben de verantwoordelijkheid op zich genomen door die kinderen het leven te geven; en wat is nu hun plicht? Bestaat die daarin, dat ze hun kinderen maar naar eigen willekeur laten opgroeien? Laat mij het u zeggen: een zware verantwoordelijkheid rust op de ouders. "Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods." 1 Corinthe 10 : 31. Doet gij dit wanneer gij het voedsel bereidt voor uw gezin en hen aan tafel roept? Geeft gij dan uw kinderen het voedsel, waarvan gij zeker zijt, dat dit het beste bloed doet ontstaan? Is het dat voedsel, dat hun gestel zal bewaren in de minst koortsige toestand? Is het dat, dat hen in de beste verhouding tot leven en gezondheid zal plaatsen? Is dit het voedsel, waaraan gij uw studie hebt besteed, alvorens het uw kinderen voor te. zetten? Of geeft gij hun, zonder rekening fe houden met hun toekomstig welzijn, ongezond, prikkelend, nadelig voedsel?

Laat mij u vertellen, dat kinderen voor het kwaad geboren worden. Satan schijnt de macht over hen te hebben. Hij neemt bezit van hun jong verstand en ze worden verdorven. Waarom doen vaders en moeders toch alsof ze met lusteloosheid bezield zijn? Zij koesteren geen wantrouwen dat Satan het zaad van de boze in hun gezinnen zaait. Ze zijn zo verblind en onverschillig en roekeloos in dat opzicht, als ze maar kunnen zijn. Waarom worden ze niet wakker om deze onderwerpen te bestuderen en te lezen? Dienaangaande zegt de apostel: "Voegt bij uw geloof deugd en bij de deugd kennis, en bij de kennis matigheid, en bij de matigheid lijdzaamheid"; enz. 2 Petrus 1 : 5, 6. Hier valt een werk te doen voor een ieder, die belijdt Christus te volgen; men moet leven naar dit opklimmende schema . . .

OVERMATIG ETEN

Velen die de gezondheidshervorming hebben aangenomen, hebben afstand gedaan van alles wat nadelig is; maar volgt daar nu uit, dat, omdat ze zich die dingen ontzeggen, ze net zoveel kunnen eten als ze willen? Ze zitten aan tafel, en inplaats van na te gaan hoeveel ze moeten eten, geven ze zich over aan hun eetlust en bedienen zich overmatig. En de maag heeft de gehele dag de vermoeiende taak om dat alles te verwerken. Al het voedsel, dat in de maag gekomen is, en dat niet tot zegen is van het gestel, is van nature een last voor haar taak. Het hindert het levende mechanisme. Hef gehele gestel wordt bezwaard en kan zijn werk niet doen zoals het behoort. De vitale organen worden overbelast en de zenuwkracht van de hersenen wordt naar de maag geroepen om de spijsverteringsorganen te helpen hun taak te verrichten om een hoeveelheid voedsel te verwerken, welke in feite nadelig is voor het gestel.

Zo wordt de kracht van de hersenen verminderd omdat de maag geholpen moet worden in haar overbelasting. En wanneer ze dan eindelijk haar werk heeft gedaan, wat ervaart men dan als gevolg van die onnodige verkwisting van vitale kracht? Een slap gevoel, een leeg gevoel alsof men nog meer moet eten. Misschien ontstaat dit gevoel vlak voor de maaltijd. Wat is de oorzaak daarvan? De natuur heeft zich afgemat door haar werk en is nu zo uitgeput, dat een slap gevoel ontstaat. En gij denkt dat de maag om "meer voedsel" vraagt, terwijl ze in feite duidelijk zegt: "Geef me eens wat rust."

De maag heeft rust nodig om haar uitgeputte krachten op streek te helpen voor een volgend werk. Maar in plaats van haar wat rust te geven, denkt ge dat ze meer voedsel nodig heeft en zo wordt op de natuur weer een last gelegd, en de nodige rust wordt haar onthouden. Het is precies eender als een man die de hele morgen vanaf de vroegte op het veld gewerkt heeft, tot hij vermoeid is. Hij komt om twaalf uur thuis, vermoeid en uitgeput, maar gij vertelt hem dat hij maar weer aan zijn arbeid moet gaan en daarvan wel zal opknappen. Op deze wijze behandelt gij ook de maag. Zij is door en door uitgeput. Maar inplaats haar wat te laten rusten, geeft gij haar meer voedsel, waardoor dan de vitaliteit van andere delen van het gestel naar de maag wordt geroepen om te helpen aan de spijsvertering ...

DE EERSTE TAAK VAN DE MOEDER

Ik heb moeders van grote gezinnen gezien, die de taak niet konden zien, die juist op haar weg lag in haar eigen gezinnen. Ze wensten zendingswerk te verrichten en iets groots tot stand te brengen. Ze hadden het innerlijke verlangen naar een of andere hoge positie, maar verzuimden thuis het werk te doen, dat de Here haar op de schouders had gelegd. Hoe belangrijk is toch een gezond verstand! Van hoe groot belang is het toch, dat het lichaam zoveel mogelijk gevrijwaard blijft van ziekte, opdat we het werk kunnen doen, dat de Hemel ons toegedacht heeft, en dat dusdanig doen, dat de Meester kan zeggen: "Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal Ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heren." Mattheüs 25 : 21. Mijn zusters, veracht de kleine dingen niet, welke de Here u heeft opgedragen. Laat de werkzaamheden van elke dag zó zijn, dat op de dag van de afrekening gij niet met een beschaamd gelaat zult staan om hef bericht van de verslaggevende engel aan te horen.

EEN ARMELIJK DIEET

Maar hoe staat hef nu met een armelijk dieet? Ik heb gesproken over de belangrijkheid van de kwantiteit en de kwaliteit van het voedsel, dat dit in volslagen harmonie moet zijn met de gezondheidswetten. Maar we willen geen armelijk dieet aanbevelen. Mij is getoond dat velen een verkeerd inzicht hebben in de gezondheidshervorming en een te armelijk dieet volgen. Ze leven op een goedkope, armzalige kwaliteit van het voedsel, dat zonder zorg en zonder rekening te houden met de voeding van het lichaam, wordt klaargemaakt. Het is van belang dat de spijzen met zorg worden toebereid, zodat de smaak, wanneer die niet verdorven is, ervan geniet. Omdat wij ons uit beginsel het gebruik van vlees, boter, vleespasteien, kruiden, reuzel, en alles wat de maag prikkelt en de gezondheid schaadt, ontzeggen, moet men nooit gaan denken dat het er niet op aan komt wat we eten.

Sommigen vervallen in uitersten. Ze moeten juist een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde kwaliteit eten, en beperken zich tot twee of drie dingen. Bij het eten zetten ze voor zichzelven of voor hun gezinnen een schaarse hoeveelheid van dit of dat op tafel. Door maar weinig te eten, en dan nog niet eens van de beste kwaliteit, nemen ze niet in de maag op, wat het lichaam de juiste voeding geeft. Een armzalig dieet werkt verarmend op het bloed ...

Sommigen kan de noodzakelijkheid, dat men eten en drinken moet ter ere Gods, maar niet bijgebracht worden. Het toegeven aan de eetlust beïnvloedt hen in alle levensverhoudingen. Die wordt gezien in hun gezin, in hun gemeente, op de gebedssamenkomst, en in de gedragingen van hun kinderen. Het is de vloek van hun leven geweest. Gij kunt hun de waarheden van dit laatste der dagen niet aan het verstand brengen. God heeft overvloedig voorzien voor de instandhouding en het geluk van al Zijn schepselen; en wanneer Zijn wetten nooit overtreden werden, en allen handelden in harmonie met de goddelijke wil, zou men gezondheid, vrede, en geluk, in plaats van narigheden en voortdurend kwaad ervaren ...

VLEESSPIJZEN, MELK EN SUIKER

Vleesspijzen zijn voor het bloed nadelig. Bereidt het vlees met kruiden, en eet het verwerkt in zwaar te verteren pasteien, zo zal uw bloed van slechte kwaliteit zijn. Het gestel wordt te overbelast wanneer men zulk voedsel nuttigt. De vleespasteien en de piccalilly (augurkjes in ‘t zuur, enz.), die feitelijk nooit in de maag moesten komen, veroorzaken een minderwaardige kwaliteit bloed. En uw minderwaardige kwaliteit voedsel, klaargemaakt op de verkeerde manier en onvoldoende wat hoeveelheid betreft, kan geen goed bloed maken. Vleesspijzen en zwaar te verteren spijzen, en een armelijk dieet, zullen dezelfde resultaten hebben.

En nu wat melk en suiker betreft; ik ken mensen, die niets moeten hebben van gezondheidshervorming, en die zeggen dat ze er niets mee te maken willen hebben, omdat die zich kant tegen een vrijelijk gebruik van deze dingen. Veranderingen moeten met de meeste zorg plaats vinden en we moeten verstandig en met beleid te werk gaan. We willen die handelwijze volgen, die zichzelve aanbeveelt aan de intelligente mannen en vrouwen van het land. Grote hoeveelheden melk en suiker, tezamen genuttigd, zijn nadelig. Ze veroorzaken onzuiverheden in het gestel. Dieren, van wie de melk verkregen wordt, zijn niet altijd gezond. Ze kunnen ziek zijn. Een koe kan ogenschijnlijk ‘s ochtends gezond zijn, en eer het avond is, is het dier gestorven. Dan was ze ook reeds ‘s morgens ziek, en de melk bevatte ziektekiemen; maar gij wist dat niet. De dierlijke schepping is verziekt. Vleesspijzen bevatten ziektekiemen. Konden we weten dat dieren volkomen gezond waren, dan zou ik de mensen eerder het gebruik van vleesspijzen aanbevelen dan van grote hoe-veelheden suiker en melk. Die zouden niet zo nadelig zijn als melk en suiker. Suiker bezwaart het gestel. Het hindert de werking van de levende machine...

Ik zit vaak bij de broeders en zusters aan tafel en bemerk dan dat ze zich van melk en suiker rijkelijk bedienen. Dat brengt in het lichaam een verstopping teweeg, irriteert de spijsverteringsorganen en werkt op de hersenen. Alles wat de actieve beweging van de levende machine hindert, is van directe invloed op de hersenen. Uit het mij gegeven licht weet ik, dat suiker, overvloedig gebruikt, nadeliger is dan vlees. Deze veranderingen moeten met alle omzichtigheid geschieden, en het onderwerp moet besproken worden op een wijze, die geen tegenzin of vooroordeel verwekt bij degenen, die wij willen helpen en onderrichten.

MOEDERS EN DOCHTERS

Onze zusters weten vaak niet hoe ze moeten koken. Tot dezulken zou ik willen zeggen: Ik zou naar de beste kok gaan, die er in de omtrek is, om daar zonodig enkele weken te blijven, tot ik in die kunst een meesteres geworden was, een intelligente, bekwame kookster. Al was ik ook veertig jaar, dan zou ik dat nog doen. Het is uw plicht te weten hoe ge moet koken, en het is ook uw plicht om uw dochters dat te leren. Wanneer gij haar de kookkunst leert, bouwt gij om hen heen een om-heining, die hen beschermt tegen de dwaasheid en verdorvenheid, waarin zij door de verzoeking zouden kunnen vervallen. Ik waardeer mijn naaister; ik waardeer mijn copyiste; maar mijn kookster, die de spijzen tot onderhoud van het leven en tot voeding van de hersenen, beenderen en spieren weet te bereiden, neemt de allerbelangrijkste plaats in van de helpsters in mijn gezin ...

RELIGIE IN GOED KOKEN

We kunnen een variëteit van goed, gezond voedsel hebben, gekookt tot welzijn van de gezondheid, zodat het allen zal smaken. En wanneer gij, mijn zusters, niet weet hoe ge koken moet, dan raad ik u aan dat te leren. Het is van vitaal belang dat ge weet hoe ge moet koken. Er zijn meer zielen verloren tengevolge van verkeerd koken, dan ge enig idee daarvan hebt. Daaruit ontstaat lusteloosheid, ziekte en een slecht humeur; het gestel wordt in de war gebracht en men onderscheidt niet de hemelse dingen. Er zit meer religie in een snede goed brood dan velen uwer denken. We willen u leren wat men onder goede religie verstaat om dat in uw gezinnen uit te dragen. Wanneer ik zo wel eens van huis ben, heb ik ervaren dat het brood op tafel, en de spijzen in het algemeen, me niet goed bekwamen; maar ik moest toch wat eten tot instandhouding van het leven. Het is een zonde voor hef aangezicht des Hemels, zulke spijzen op fe dienen. Ik heb mij vaak niet wel gevoeld omdat ik het juiste voedsel niet kreeg. Is de maag van streek door slechte spijsvertering, dan kunt ge op tafel verschillende soorten vruchten zetten, maar niet te veel voor één maaltijd. Langs deze weg kunt ge wat variëteit aanbrengen en hef zal u goed smaken, en na uw maal zult ge u best gevoelen . . .

Sommigen van u hebben het gevoel, dat iemand hun nu maar eens moet vertellen, hoeveel ze mogen eten. Maar dit is niet precies de weg. We moeten handelen uit een oogpunt van moraal en religie. We moeten matig zijn in alle dingen, omdat een onverderfelijke kroon, een hemelse schat ons te wachten staat. En nu wil ik u gaarne zeggen, mijn broeders en zusters, dat ook ik de zedelijke moed moge bezitten om mijn eigen standpunt in te nemen en mijzelf onder bedwang te houden. Ik zou dat niet iemand anders willen opdringen. Gij eet te veel, en dan hebt ge daar spijt van en zo blijven uw gedachten maar geconcentreerd op wat gij eet en drinkt. Eet toch alleen dat wat goed voor u is, en volgt de rechte weg, zodat gij u prettig gevoelt voor het aangezicht des Hemels, en uw geweten niet bezwaard is. We geloven niet dat we noch van kinderen noch van volwassenen de verzoekingen verre kunnen houden. Ons allen staat een strijd te wachten en we moeten zó staan dat we de verzoekingen van Satan kunnen weerstaan, en we moeten weten dat we de kracht in onszelven bezitten om dit te doen.

EEN PROTEST TEGEN NIEUWELINGEN

En terwijl we u willen vermanen om niet te veel te eten, zelfs niet van de beste kwaliteit voedsel, willen we ook hen vermanen, die zich als extremisten ontpoppen, en die een valse banier verheffen, waaromheen ze een ieder willen brengen. Er zijn sommigen, die als gezondheidshervormers beginnen, die niet capabel zijn voor iets anders, en die zelfs nog niet voor hun eigen gezin kun nen zorgen, of hun juiste plaats in de gemeente kunnen innemen. En wat doen ze? Wel, ze doen zich voor als gezondheids-artsen, alsof zij daarvan succes zouden hebben. Ze nemen de verantwoordelijkheden van hun practijk op zich, en nemen het leven van mannen en vrouwen in hun hand, terwijl ze ter zake geheel onkundig zijn.

Ik zal mijn stem verheffen tegen nieuwelingen, die van de ziektebehandeling volgens de beginselen der gezondheidshervorming een beroep gaan maken. God verhoede dat we het slachtoffer zouden worden van hun experimenten! Ons aantal is fe gering. Dat is voor ons een te oneervolle strijd om daarin te vallen. God verlosse ons van zo ', n gevaar! Zulke leraars en dokters kunnen we missen. Laten diegenen trachten een ziekte te behandelen, die iets van het menselijk organisme afweten. De hemelse Heelmeester was vol medelijden. Zij die met de zieken omgaan hebben behoefte aan de geest. Sommigen die zich voor arts willen uitgeven zijn blinde ijveraars zelfzuchtig en koppig. Die mensen kun je niets leren. Het is best mogelijk dat ze nog nooit iets goeds tot stand hebben gebracht. In hun leven zijn ze nooit met iets geslaagd. Ze weten niets waf de moeite waard is om te weten, en toch gaan ze zich maar met de practijk van de gezondheidshervorming bemoeien. We mogen niet toelaten dat zulke personen hier of daar slachtoffers maken. Neen, dat kunnen we niet toelaten!

We moeten te allen tijde op de rechte weg staan. We willen onze mensen brengen tot het juiste standpunt aangaande gezondheidshervorming. "Laat ons," zo zegt de apostel, "onszelven reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods." 2 Corinthe 7:1. Bij ons moet alles in orde zijn om fe staan in het laatste der dagen. Ons verstand moet helder zijn en we moeten een gezonde geest in een gezond lichaam bezitten. We moeten in alle ernst gaan werken voor onze kinderen en voor elk lid van ons gezin. Zullen we ons opmaken om te gaan werken van uit het juiste standpunt? Jezus' komst is nabij, en als we zó doen dat we onze ogen sluiten voor de ziel-verheftende waarheden van dit laatste der dagen, hoe kunnen we dan door de waarheid geheiligd worden? Moge de Here ons helpen, dat we hier met ons werk beginnen als nooit te voren.