Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 48

Morele Bezoedeling

[ AUDIO ]

Mij is getoond, dat we leven te midden van de gevaren van het laatste der dagen. Omdat de ongerechtigheid toeneemt, verkoelt de liefde van velen. Het woordje "velen" verwijst naar de belijdende volgelingen van Christus. Ze zijn aangetast door de heersende ongerechoorzaak van dat verval is dat ze zich niet afzijdig houden van die ongerechtigheid. Het feit, dat hun liefde voor God verkoelt omdat de ongerechtigheid toeneemt, toont aan, dat ze in zekere zin deel hebben in die ongerechtigheid, anders zou hun liefde voor God en hun ijver en toewijding voor Zijn werk daaronder niet te lijden hebben.

Een afschuwelijk beeld van de toestand der wereld is mij voorgehouden. Onzedelijkheid neemt allerwege toe.

Losbandigheid is de zonde van deze tijd. Nooit stak de verdorvenheid haar mismaakt hoofd zo driest op als tegenwoordig. De mensen schijnen als verdoofd, en zij, die de deugd en ware goedheid liefhebben, worden door haar onbeschaamdheid, kracht en overheersing bijna ontmoedigd. De toenemende ongerechtigheid kan niet enkel toegeschreven worden aan de ongelovige en de spotter. Was dit maar het geval, maar het is helaas niet zo. Vele mannen en vrouwen, die de godsdienst van Christus belijden, zijn schuldig. Zelfs sommigen, die belijden uit te zien naar Zijn verschijning, zijn op die ge-beurtenis niet meer voorbereid dan Satan. Ze reinigen zich nief van alle bezoedeling. Ze zijn zo lang de slaaf geweest van hun lusten, dat het heel gewoon is wanneer hun gedachten onrein en hun voorstellingen verdorven zijn. Het is even onmogelijk hun gedachten te laten gaan over reine en heilige dingen, als de Niagara watervallen in een andere bedding te leiden.

Jonge mensen en kinderen van beide sexen doen aan die zedelijke bezoedeling mee en beoefenen de praktijken van deze walgelijke, ziel-en-lichaam-verdervende ondeugd. Vele belijdende Christenen zijn zó verdoofd door diezelfde praktijken, dat hun morele gevoelens zo zijn afgestompt, dat ze niet kunnen begrijpen dat dit zonde is, en dat, wanneer ze daarmede doorgaan, ze naar lichaam en ziel ten onder zullen gaan. De mens, het edelste wezen op aarde, geschapen naar Gods beeld, vervormt zich in een beest! Hij maakt zichzelve grof tigheid en afval van God, maar nodig was dat niet. De en corrupt. Elke Christen zal moeten leren om zijn driften te beteugelen en zich door een beginsel te moeten laten leiden. Doet hij dat niet, dan is hij de naam van Christen niet waard.

Sommigen, die hoog opgeven van de waarheid, hebben geen begrip van de zonde der zelfbevlekking en haar funeste gevolgen. Lang-gekoesterde gewoonten hebben hun verstand verblind. Zij realiseren zich niet de uitzonderlijke zondigheid van deze onterende zonde, die het gestel krachteloos maakt en de zenuwkracht van hun hersenen vernielt. Het zedelijk beginsel is uitermate zwak wanneer het te kampen heeft met een ingekankerde gewoonte. Plechtige boodschappen van de hemel kunnen geen krachtige indruk maken op het hart, dat zich niet versterkt heeft tegen de drang van deze onterende gewoonte. De gevoelige zenuwen van de hersenen hebben haar gezonde veerkracht verloren door een ziekelijke prikkeling, om met een onnatuurlijk verlangen toe te geven aan zinnelijke hartstocht. De zenuwen der hersenen, die met het gehele gestel verbinding hebben, zijn het enige middel, waardoor de Hemel gemeenschap kan hebben met de mens en zijn diepste leven kan beïnvloeden. Wat de circulatie van de electrische stromen in het zenuwgestel verstoort, vermindert de sterkte van de vitale krachten, met als gevolg een doden van de verstandelijke gevoelens. Gezien deze feiten, hoe belangrijk is het dan dat predikers en leken, die de godzaligheid belijden, zich verre en onbesmet houden van deze on-deugd, die de ziel bezoedelt!

Mijn ziel was zwaar bedrukt onder de angst, toen mij de zwakke toestand van Gods belijdend volk werd getoond. De ongerechtigheid neemt toe, en de liefde van velen verkoelt. Er zijn maar weinige belijdende Christenen, die deze aangelegenheid in het juiste licht bezien en die hun lichaam bedwingen zoals het moet, wanneer ze door de openbare opinie en gewoonte niet veroordeeld worden. Hoe weinigen beteugelen hun passies, omdat ze voelen dat ze daartoe moreel verplicht zijn en omdat ze de vreze Gods voor ogen houden! De hogere vermogens van de mens worden aan banden gelegd door begeerte en corrupte driften.

LAAT AF VAN DE ONGERECHTIGHEID

Sommigen zullen het kwaad van zondige lusten inzien, nochtans verontschuldigen ze zich, zeggende daf ze hun driften niet kunnen overwinnen. Dit is een verschrikkelijke erkentenis van wie ook, die Christus aanroept. "Een iegelijk, die de naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid." 2 Timotheüs 2:19. Waarom is dit zwakte? Dat komt omdat de dierlijke neigingen door oefening gesterkt zijn en gezag hebben verkregen over de hogere machten. Wat mannen en vrouwen ‘ontbreekt is beginsel. Ze zijn geestelijk stervende, omdat ze hun natuurlijke lusten zó hebben botgevierd, dat ze de kracht om zich te beheersen, niet meer schijnen te bezitten. De lagere driften van hun natuur hebben de overhand verkregen, en dat wat de heersende kracht had moeten zijn, is de slaaf geworden van hun verdorven passie. De ziel staat op de laagste trap van slavernij. Zinnelijkheid heeft het verlangen naar heiligheid uitgeblust en geestelijke bloei verschroeit.

Mijn ziel treurt om de jeugd, die in deze gedegenereerde tijd hun karakters moeten vormen. Ik beef ook om de ouders; want mij is getoond dat in het algemeen zij hun verplichtingen niet verstaan om hun kinderen op te leiden zoals dat wel moest. Men voegt zich naar de gewoonte en de mode, en al gauw leren de kinderen naar die kant over te hellen en zo worden ze verdorven, terwijl hun toegeeflijke ouders eveneens verblind worden en het gevaar niet inzien. Maar zeer weinigen onder de jeugd zijn vrij van corrupte gewoonten. Van lichamelijke arbeid blijven ze grotendeels ver-schoond uit vrees dat ze zich te moe zullen maken. De ouders dragen zelven de lasten, die hun kinderen moesten dragen. Zich overwerken is slecht, maar het gevolg van vadsigheid moet meer gevreesd worden. Luiheid leidt tot het toegeven aan verdorven gewoonten. Naarstigheid mat niet af, en werkt niet voor een vijfde zo uitputtend als de verderfelijke gewoonte van zelfbevlekking. Wanneer eenvoudige, goed geregelde arbeid uw kinderen vermoeit, weest er dan zeker van, ouders, dat er iets is, buiten hun werk, dat hun gestel uitput, en een gevoel van aanhoudende moeheid veroorzaakt. Laat uw kinderen lichamelijke arbeid doen, die de zenuwen en de spieren in beweging brengt. De vermoeidheid na die arbeid zal hun geneigdheid verminderen om toe te geven aan corrupte gewoonten. Luiheid is een vloek. Daaruit ontstaan liederlijke gewoonten.

Vele gevallen zijn aan mijn oog voorbij gegaan en wanneer ik dan een inblik kreeg in hun innerlijk leven, werd mijn ziel ziek en kreeg een afkeer van het door,-endoor slechte van menselijke wezens, die de godzaligheid belijden en wier gesprekken gaan over de opneming in de hemel. Vaak heb ik mij afgevraagd: Wie kan ik vertrouwen? Wie is vrij van ongerechtigheid?

VRAGEN OM GEBED

Mijn man en ik woonden eens een vergadering bij, waar onze sympathie werd opgewekt voor een broeder, die zwaar aan longtering leed. Hij zag er bleek en vermagerd uit. Hij vroeg om de gebeden van Gods volk. Hij zei dat er veel ziekte in zijn gezin was en dat hij een kind had verloren. Hij sprak met gevoel over zijn zwaar verlies. Hij zei dat hij al enige tijd had uitgezien naar een ontmoeting met Broeder en Zuster White. Hij had geloofd dat wanneer ze voor hem wilden bidden, hij zou genezen. Aan het einde van de vergadering vestigden de broeders onze aandacht op dit geval. Ze vertelden, dat de gemeente hen ondersteunde; dat zijn vrouw ziek was en dat zijn kind was gestorven. De broeders waren bij hem aan huis bijeengekomen en hadden gezamenlijk gebeden voor het beproefde gezin. We waren erg vermoeid en hadden nog de last van het werk in de vergadering gedragen zodat we ons wilden verontschuldigen.

Ik had besloten niet in gebed te gaan voor iemand, of de Geest des Heren moest mij in hef geval daartoe leiding hebben gegeven. Ik had gezien dat er zoveel ongerechtigheid heerste, zelfs onder belijdende Sabbatvierders, dat ik niet aan het gebed wilde deelnemen voor hen, met wier geschiedenis ik niet op de hoogte was. Ik maakte mijn zienswijze bekend. De broeders verzekerden mij, dat, zover als zij wisten, hij een goede broeder was. Ik sprak enkele woorden met degene, die om onze gebeden had gevraagd, opdat hij genezen zou, maar ik kon toch geen vrijmoedigheid voelen. Hij schreide en zei dat hij op onze komst had gewacht en de zekerheid voelde dat, wanneer we voor hem wilden bidden, hij zou genezen. We vertelden hem dat we van zijn leven niets wisten en dat we liever wilden dat degenen, die hem kenden, voor hem zouden bidden. Hij smeekte ons zó voortdurend, dat we besloten zijn geval na te gaan en het ‘s avonds de Here voor te leggen; en zo alles in orde was, wij op zijn verzoek zouden ingaan.

Die avond gingen wij in gebed en legden zijn geval de Here voor. We smeekten om de wil Gods aangaande hem te kennen. Alles wat we verlangden was, dat de Here mocht verheerlijkt worden. Wilde de Here dat we voor deze beproefde man zouden bidden? We wentelden de last op de Here en legden ons ter ruste. In een droom werd het geval van die man duidelijk geopen-baard. Zijn weg van af zijn kindsheid werd ons getoond, en dat, wanneer we zouden bidden, de Here ons niet zou verhoren; want Hij zag de ongerechtigheid in zijn hart. De volgende morgen zocht de man ons op om voor hem te bidden. We namen hem apart en vertelden hem dat we helaas aan zijn verzoek niet konden vol-doen. Ik vertelde hem mijn droom, en hij erkende dat dit zo was. Vanaf zijn jongensjaren had hij zich aan zelfbevlekking overgegeven en had dat ook gedaan in zijn huwelijksjaren, maar, volgens zijn zeggen, zou hij nu proberen daarmee op te houden.

Die man moest een ingewortelde gewoonte overwinnen. Zijn zedelijke beginselen waren zó zwak, dat wanneer ze in conflict kwamen met die lang gekoesterde uitspatting, ze overwonnen werden. De lage hartstochten waren gaan heersen over de hogere natuur. Ik stelde hem enige vragen aangaande de gezondheidshervorming. Hij zei dat hij daarop niet kon leven. Wanneer ongebuild meel in zijn huis zou komen, dan zou zijn vrouw dat de deur uitgooien. Dit gezin werd door de gemeente geholpen. Men had ook voor hen gebeden. Hun kind was gestorven, de vrouw was ziekelijk, en de echtgenoot en vader wilde door ons zijn geval laten voorleggen aan een rein en heilig God, opdat Hij hem door een wonder zou gezond maken. De zedelijke. gevoelens van die man waren afgestompt.

Wanneer jonge mensen zich overgeven aan lage praktijken wanneer de geest nog teder is, zullen ze nooit kracht verkrijgen om een physiek, intellectueel en moreel karakter ten volle correct te ontwikkelen. Hier was een man, die zich elke dag verlaagde, en nochtans zich in de tegenwoordigheid Gods durfde te wagen om meerdere kracht te vragen, die hij op zo ', n lage wijze had verspild, en die, zo ze gegeven werd, gebruikt zou worden om aan zijn lusten te voldoen. Hoe groot is de verdraagzaamheid Gods! Indien Hij met de mens zou handelen overeenkomstig diens corrupte wijze van doen, wie zou dan voor Zijn aangezicht kunnen bestaan? Wanneer we nu eens minder voorzichtig waren geweest en het geval van deze man de Here hadden voorgelegd, terwijl hij nog de ongerechtigheid pleegde, zou de Here dan gehoord hebben? Zou Hij geantwoord hebben? "Want Gij zijt geen God, die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren. De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; gij haat alle werkers der ongerechtigheid." "Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Here zou niet gehoord hebben." Psalm 5 : 4, 5; 66 : 18.

Dit is geen op zichzelf staand geval. Zelfs de huwelijksverhouding was niet voldoende om deze man af te houden van de corrupte gewoonten van zijn jeugd. Ik wenste dat ik overtuigd kon worden dat zulke gevallen als datgene wat mij werd voorgehouden, zeldzaam zijn, maar ik weet dat ze veelvuldig voorkomen. Kinderen, geboren uit ouders die verslaafd zijn aan verdorven passies, zijn nietswaardigen. Wat kan men anders van zulke kinderen verwachten, dan dat ze nog tof een lager peil zullen zinken dan hun ouders? Wat kan verwacht worden van het opgroeiende geslacht? Duizenden houden er geen beginsel op na. Juist dezulken dragen op hun kinderen hun eigen ellendige, corrupte driften over. Wat een erfdeel! Duizenden slepen hun beginselloos leven voort, zijn een bederf voor hun omgeving, en laten hun onterende passies voortgaan door ze over te brengen op hun kinderen. Ze dragen de verantwoordelijkheid, door hun eigen karakter hen in te griffen.

VERHOUDING VAN DIEET TOT STERFELIJKE WEZENS

Ik wend mij opnieuw tot de Christenen. Wanneer allen, die belijden Gods wet te gehoorzamen vrij waren van ongerechtigheid, zou er een last van mijn ziel worden af-gewenteld. Zelfs sommigen die belijden al de geboden Gods te houden, bezondigen zich aan overspel. Wat kan ik zeggen om hun afgestompte gevoelens op te wekken? Een zedelijk beginsel, waaraan men zich strikt houdt, wordt de enige beveiliging van de ziel. Wanneer er ooit een tijd was, dat het diëet zo eenvoudig mogelijk gehouden moet worden, dan is het nu. Vlees moet onze kinderen niet voorgezet worden. De invloed daarvan prikkelt en versterkt de lagere driften en heeft de neiging om de zedelijke krachten te doden. Granen en vruchten, bereid zonder vet, en zoveel mogelijk in hun natuurlijke toestand, moet het voedsel zijn op de tafels van allen, die beweren zich gereed te maken om in de hemel te worden opgenomen. Hoe minder prikkelend het diëet is, des te gemakkelijker kunnen de passies bedwongen worden. De bevrediging van de smaak moet niet voorop staan zonder rekening te houden met de physieke, intellectuele en zedelijke gezondheid.

Het toegeven aan de lagere passies zal velen er toe brengen om hun ogen voor het licht te sluiten, want ze zijn bang dat ze dan zonden zullen zien, die ze niet willen opgeven. Allen kunnen zien, wanneer ze maar willen. Wanneer ze de duisternis liever hebben dan het licht, zal hun misdadigheid er niet minder op worden. Waarom stellen mannen en vrouwen zich door lectuur niet meer van deze dingen op de hoogte, gezien hun physieke, intellectuele en zedeiijke kracht daardoor zo beïnvloed wordt? God heeft u een woonstede gegeven om daarvoor te zorgen en die in de beste conditie te bewaren tot Zijn dienst en heerlijkheid. Uw lichamen behoren u niet toe. "Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt? Want gij zijt duur gekocht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes zijn." 1 Korinthe 6:19" 20. "Weet gij niet dat gij Gods Tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont? Zo iemand de tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt." 1 Korinthe 3:16, 17.