Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 54

Geen Genadetijd na Christus' Komst

[ AUDIO ]

Wanneer Jezus Zich verheft in het heilige der heilige, Zijn kleren der verzoening aflegt om Zich te bekleden met de klederen der wrake in de plaats van het priesterlijk kleed, zal het werk ten behoeve van zondaren gedaan zijn. Dan zal de tijd aanbreken, dat het decreet uit zal gaan: "Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe . . ., die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde. En ziet, Ik kom haastiglijk en Mijn loon is met Mij om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn." Openbaring 22 : 11, 12.

God heeft Zijn Woord gegeven opdat allen dat zouden onderzoeken, opdat ze de weg des levens zouden leren kennen. Niemand behoeft te dwalen wanneer men zich wil onderwerpen aan de voorwaarden der zaligheid, beschreven in het Woord Gods. De genadetijd wordt allen verstrekt, opdat allen hun karakter mogen vormen ten eeuwigen leven. Allen krijgen de kans om te kiezen tussen leven en dood. De mensen zullen geoordeeld worden naar de mate van het licht, dat hun gegeven is. Niemand zal verantwoordelijk gesteld worden voor zijn duisternis en haar dwalingen, indien het licht hem niet gebracht is. Ze hebben niet gezondigd in hef niet accepteren wat hun niet is gebracht. Allen zullen getoetst worden alvorens Jezus Zijn dienstwerk in het heilige der heiligen neerlegt. De genadetijd voor allen eindigt wan-neer het pleiten voor de zondaren geschied is en de klederen der wrake worden aangetrokken.

Velen zijn de zienswijze toegedaan, dat de genadetijd nog voortduurt nadat Jezus Zijn werk als Middelaar in het heilige der heiligen heeft neergelegd. Dat zijn drogredenen van Satan. God test en toetst de wereld door het licht, dat Hij in Zijn goedgunstigheid geeft vóór de komst van Christus. Dan zijn de karakters gevormd òf voor het leven, òf voor de dood. Maar de genadetijd voor degenen, die liever hun leven in zonden doorbrachten, en op de geboden grote zaligheid geen acht geslagen hebben, eindigt wanneer Christus' dienstwerk ophoudt vlak vóór Zijn verschijning op de wolken des hemels.

Zij, die de wereld liefhebben, wier gedachten vleselijk zijn, in vijandschap met God, zullen zich vleien, dat er nog een zekere genadetijd zal verstrekt worden na Christus' komst op de wolken des hemels. Het vleselijk gezinde hart, dat zo afkerig is van onderworpenheid en gehoorzaamheid, zal met dit droombeeld bedrogen uitkomen. Velen zullen in die vleselijke zekerheid blijven en doorgaan met hun opstand tegen God, zich vleiende dat er dan nog wel een tijd van zondeberouw zal komen en ze een kans zullen krijgen de waarheid aan te nemen die nu zo onpopulair is en die dwars tegen hun natuurlijke gezindheid en wensen ingaat. Wanneer ze niets te wagen, niets te verliezen hebben, door Christus en de waarheid te gehoorzamen, dan, zo denken ze, zullen ze hun kans der zaligheid grijpen.

Er zijn in de Schriften sommige dingen, die moeilijk zijn te verstaan en die, volgens de woorden van Petrus, de ongeleerden en onvasten verdraaien tot hun eigen verderf. We mogen dan in dit leven niet in staat zijn de betekenis van elk Schriftgedeelte te verklaren; maar er zijn geen vitale punten van practische waarheid, die in de verborgenheid schuil gaan. Wanneer naar de voorzienigheid Gods, de tijd zal komen dat de wereld getoetst zal worden naar de waarheid van die tijd, zullen zielen door Zijn Geest gedreven worden om de Schriften te onderzoeken, zelfs met vasten en bidden, tot schakel na schakel is ontdekt en saamgevoegd tot een volmaakte keten. Elk feit, dat direct bij de zaligheid der zielen betrokken is, zal zo duidelijk gemaakt worden, dat niemand behoeft te dwalen of in duisternis te verkeren.

VERANTWOORDELIJK VOOR HET LICHT

Wanneer we de profetische keten schakel na schakel gevolgd hebben, dan wordt de geopenbaarde waarheid voor onze tijd duidelijk en klaar onderscheiden. Aangaande het voorrecht, dat wij genieten en het licht dat schijnt op ons pad, zijn wij verantwoordelijk. Zij, die behoorden tot de voorbij gegane geslachten, waren verantwoordelijk voor het licht, dat hun ten deel viel. Hun geest werd bepaald bij verschillende punten uit de Schrift, waardoor zij getoetst werden. Maar ze begrepen niet de waarheden van onze tijd. Zij waren niet verantwoordelijk voor het licht, dat ze niet bezaten. Ze hadden de Bijbel zoals wij; maar de tijd voor de ontvouwing van de speciale waarheid in verband met de slottonelen van de geschiedenis dezer aarde, valt gedurende de laatste geslachten, die op aarde zullen leven.

Bijzondere waarheden zijn van toepassing gemaakt op de toestanden van de geslachten, die toen bestonden. De tegenwoordige waarheid, die een toets is voor de mensen van dit geslacht, was geen toets voor de generaties in het verre verleden. Wanneer het licht, dat nu aangaande de Sabbat van het vierde gebod op ons valt, gegeven was aan de geslachten van het verleden, dan zou God hen voor dat licht verantwoordelijk hebben gesteld.

Toen de tempel Gods in de hemel geopend werd, zag Johannes in een heilig visioen een klasse van mensen, wier aandacht was gewekt en die met een eerbiedige verbazing naar de ark zagen, waarin de wet van God lag. De speciale toets door middel van het vierde gebod deed zich niet eerder voor dan nadat de tempel Gods in de hemel geopend was.

Zij, die stierven vóór het licht aangaande de wet Gods en de eisen van het vierde gebod geopenbaard werden, bezondigden zich niet aan de schending van de zevendedag Sabbat. De wijsheid en de genade Gods in de ontvouwing van het licht en de kennis ter rechter tijd, wanneer de mensen dat nodig hebben, zijn ondoorgrondelijk. Voorafgaande aan Zijn komst om de wereld in gerechtigheid te oordelen, zendt Hij een waarschuwingsboodschap om de mensen wakker te schudden en hun aandacht te vestigen op hun vertreding van het vierde gebod, opdat ze verlicht mogen worden, berouw mogen hebben over hun overtreden van Zijn wet en hun trouw aan de grote Wetgever zullen tonen. Hij heeft de voorziening getroffen, dat allen heilig en gelukkig kunnen zijn, wanneer ze hun keuze doen. Aan dit geslacht is voldoende licht gegeven opdat we onze plichten en voorrechten mogen leren kennen, en de dierbare en plechtige waarheden mogen smaken in al hun eenvoud en kracht.

Wij zijn enkel verantwoordelijk voor het licht, dat ons beschijnt. De geboden Gods en de getuigenis van Jezus toetsen ons. Wanneer we trouw en gehoorzaam zijn, zal God in ons een welbehagen hebben, en ons zegenen als Zijn uitverkoren, verkregen volk. Wanneer een volmaakt geloof, en een volmaakte liefde en gehoorzaamheid overvloedig zijn, werkende in de harten van hen, die Christus' navolgers zijn, zullen zij een machtige invloed uitoefenen. Licht zal van hen afstralen, dat de duisternis rondom hen verdrijft, en allen veredelt en verheft, die binnen de sfeer van hun invloed komen, en allen, die bereid zijn het licht te ontvangen en het nederige pad der gehoorzaamheid te bewandelen, tot kennis der waarheid zal brengen.

HET AFWIJZEN DER WAARHEID DOOR DE ONVASTEN

Zij, wier geest vleselijk gezind is, kunnen de heiligende kracht van de vitale waarheid, waarop hun zaligheid berust, niet begrijpen, omdat ze hovaardij des harten, liefde voor de wereld, gemakzucht, zelfzucht, begeerte, naijver, jaloersheid, lust, haat en elk kwaad koesteren. Zouden ze dit alles overwinnen, dan zouden ze de goddelijke natuur deelachtig kunnen worden. Velen laten de volle waarheden van Gods Woord los en volgen het licht niet, dat hun pad helder beschijnt; zij trachten geheimen te ontsluieren, die niet ten volle zijn geopenbaard, en gissen naar, spreken en disputeren over vraagstukken, die ze niet behoeven te verstaan, want deze houden geen speciaal verband met hun zaligheid. Duizenden zijn op die manier door Satan bedrogen. Zij hebben het geloof voor deze tijd en de plicht voor deze tijd ter zijde geschoven, welke toch alleszins duidelijk en begrijpelijk zijn voor allen met een gezond verstand; ze hebben zitten philosopheren over duistere theorieën en teksten, die ze niet konden begrijpen, en wat het geloof betreft zijn ze op dwaalwegen gekomen; ze hebben een door elkaar gehaspeld geloof.

Het is de wil Gods dat allen een practisch gebruik maken van de duidelijke onderwijzingen van Zijn Woord, wat betreft ‘s mensen zaligheid. Wanneer zé daders des woords zijn, dat in al zijn eenvoud duidelijk en krachtig is, zullen ze zeker slagen een christelijk karakter te vervolmaken. Ze zullen door de waarheid geheiligd worden, en die in alle ootmoed gehoorzamende zullen ze het eeuwige leven verkrijgen. God verlangt van Zijn dienstknechten dat ze betrouwbaar zijn, niet alleen in woord, maar ook in daad. Hun vruchten zullen de oprechtheid van hun geloof aantonen.

Broeder O., gij zult aan Satans verleidingen bloot blijven staan, wanneer ge doorgaat uw verkeerde inzichten te koesteren. Uw geloof zal een door elkaar gehaspeld geloof zijn, en ge loopt gevaar ook anderen op dwaalwegen te brengen. God wil van Zijn volk, dat het één is. Uw eigenaardige inzichten doen een verkeerde invloed van u uitgaan, en wanneer ge doorgaat om die te koesteren en daarover te spreken, zullen ze uiteindelijk een scheiding teweeg brengen tussen u en uw broeders. Wanneer God licht heeft, dat nodig is voor de zaligheid van Zijn volk, zal Hij dat hun geven, zoals Hij andere grote en belangrijke waarheden gegeven heeft. Op dit punt moet gij de zaak laten rusten. Laat God op Zijn eigen manier Zijn bedoelingen vervullen op Zijn eigen tijd en Zijn eigen wijze. Moge God u in staat stellen in het licht te wandelen, zoals Hij in het licht is.