Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 75

De Toestand der Wereld

[ AUDIO ]

Mij werd getoond de toestand der wereld, dat zij haar beker der ongerechtigheid bijna geheel heeft gevuld. Geweld en misdaad in alle vormen heersen in de wereld en Satan buit elk middel uit om misdaad en ondeugd populair te maken. De jeugd, die in de straten wandelt, aanschouwt overal aanplakbiljetten en affiches over misdaad en zonde, uitgebeeld in een of andere roman of opgevoerd in een of ander theater. Hun verstand wordt vertrouwd gemaakt met de zonde. Alles wat riekt naar het lage en gemene kunnen ze vinden in kranten en tijd-schriften, en alles wat de nieuwsgierigheid prikkelt en de dierlijke lusten opwekt wordt hun gebracht in alle mogelijke prikkel-lectuur.

De literatuur, die het product is van verdorven talenten, vergiftigt de geest van duizenden in onze wereld. De zonde wordt niet meer zo uitzonderlijk zondig gezien. Ze lezen en horen zoveel over misdaad en gemeenheid, dat het eens tedere geweten, dat met afschuw vervuld moest zijn, zo afstompt dat het de lage en gemene gezegden en daden van mensen gretig in zich opneemt.

"En gelijk het geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. ', ‘ Lukas 17 : 26. God wil een volk hebben, ijverig in goede werken, dat staat als een rots te midden van de ontwijding van deze ontaarde eeuw. Er zal een volk zijn dat zich zo vastklemt aan de goddelijke kracht, dat ze beveiligd zullen zijn tegen elke verzoeking. Boze mededelingen in vlammende opschriften zullen proberen op hun gevoelens in te werken en hun geest te bederven; nochtans zullen ze zo met God en engelen verbonden zijn, dat ze zullen zijn als degenen, die niet zien en niet horen. Ze hebben een werk te doen, dat niemand voor hen kan doen, namelijk de goede strijd des geloofs te strijden en beslag te leggen op het eeuwige leven. Ze zullen niet vol zelfvertrouwen en zelfvoldaanheid zijn. Hun zwakheid kennende, Zullen ze hun onwetendheid in verbinding brengen met Gods wijsheid en hun zwakheid met Zijn kracht.

EEN VOORBEELD VAN REINHEID

De jeugd kan beginselen hebben, zo vast, dat de sterkste verzoekingen van Satan hen niet af kunnen brengen van hun trouw. Samuel was een kind, dat stond te midden van de meest corrupte invloeden. Hij zag en hoorde dingen, die zijn ziel griefden. De zonen van Eli, die een heilig ambt bekleedden, stonden onder de macht van Satan. Deze mannen bedierven de gehele atmosfeer, die hen omringde. Mannen en vrouwen stonden dagelijks in de ban van zonde en boosheid, nochtans wandelde Samuel onbevlekt. Op het gewaad van zijn karakter was geen enkele smet. Hij had geen gemeenschap met, en ook niet de minste lust in de zonden, die in geheel Israël op vreselijke wijze hoogtij vierden. Samuel had God lief; zijn ziel stond in zo ', n nauw verband met de hemel, dat een engel werd gezonden om met hem te spreken over de zonden van Eli's zonen, die een bederf waren voor Israël.

Begeerte en hartstocht overwinnen duizenden van Christus' belijdende navolgers. Hun zinnen worden zo afgestompt door gemeenzaamheid met de zonde, dat ze daarvoor geen afschuw meer hebben, maar ze aantrekkelijk vinden. Hef einde aller dingen is nabij. God zal niet veel langer meer de misdaden en ontaarde onge-rechtigheid der mensenkinderen verdragen. Hun misdaden reiken inderdaad reeds tof aan de hemel, en spoedig zullen dientengevolge de vreselijke plagen Gods over de aarde komen. Zij zullen de beker van Gods gramschap drinken, zonder dat die met genade is vermengd.

Ik heb gezien dat er gevaar bestaat dat zelfs de belijdende kinderen Gods besmet zullen worden. Losbandigheid 1875, Vol. 3, blz. 474--477 maakt mannen en vrouwen tot slaven. Het lijkt wel alsof ze verdwaasd zijn en geen kracht bezitten om op het punt van begeerte en hartstocht weerstand te bieden en te overwinnen. In God is er kracht; in Hem is er sterkte. Indien zij daarop beslag willen leggen, zal de leven-gevende kracht van Jezus een ieder stimuleren, die genoemd is naar de Naam van Christus. Onveiligheid en gevaren omringen ons; en we zijn alléén veilig, wanneer we onze zwakheid voelen en ons in het geloof vastklemmen aan onze machtige Verlosser. Het is een vreselijke tijd, waarin we leven. We kunnen geen moment buiten waakzaamheid en gebed. Onze hulpeloze zielen moeten vertrouwen op Jezus, onze mede-lijdende Verlosser.

EEN TIJD OM WAAKZAAM TE ZIJN

Mij werd getoond de grootheid en belangrijkheid van het werk, dat voor ons ligt. Maar weinigen beseffen de ware toestand der dingen. Allen die slapen, en die zich niet de noodzakelijkheid realiseren om wakker en op hun hoede te zijn, zullen overwonnen worden. Jonge mensen dienen zich aan om te arbeiden in Gods werk, van wie sommigen nauwelijks enig idee hebben van de heiligheid van en de verantwoordelijkheid voor het werk. Ze hebben maar weinig ervaring in geloofsbeoefening en in ernstige zielehonger naar de Geest van God, hetgeen altijd vruchten afwerpt.

Sommige mannen met goede capaciteiten, die belangrijke posities zouden kunnen bekleden, weten niet van wat voor geest ze zijn. Ze verkeren in een joviale stemming op even natuurlijke wijze als het water van boven naar beneden vloeit. Ze praten maar met jonge meisjes over nonsens en vermaak, terwijl ze dagelijks luisteren naar de plechtigste, zielaangrijpende waarheden. Deze mannen belijden een godsdienst met het hoofd, maar hun hart is niet geheiligd door de waarheden, die ze horen. Zulke mensen kunnen nooit anderen tot de Fontein der levende wateren leiden, tenzij ze zelven uit de stroom gedronken hebben. Nu is het geen tijd voor lichtzinnigheid, ijdelheid en beuzelarij. De tonelen van de geschiedenis dezer aarde zullen spoedig tot afsluiting komen. Wanneer het verstand zich niet concentreert op het heilige, dan moet daarin noodzakelijk verandering gebracht worden. In dat verband zegt de apostel Petrus: "Opschortende de lendenen uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te-voren in uw onwetendheid waren; maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, zo wordt ook gijzelven heilig in al uw wandel; daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig". 1 Petrus 1 : 13-16.

Die afgedwaalde gedachten moeten bijeenvergaard en opnieuw op God gericht worden. Die gedachten moeten geleid worden tot gehoorzaamheid aan de wil van God. Lof moet niet gegeven of verwacht worden; want dat kweekt eerder de neiging om zelfvertrouwen te koesteren dan ootmoed te beoefenen, dat bederft eerder dan dat het reinigt. Mannen, die werkelijk talent hebben, en die voelen dat ze hun deel hebben bij te dragen tot het werk Gods, zullen gebukt gaan onder de heiligheid van dat werk, zoals een wagen kreunt onder het zware gewicht der korenschoven. Nu is het de tijd om zich volkomen in te spannen teneinde de natuurlijke gevoelens van het vleselijke hart te overwinnen.