Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 78

Vermetelheid

[ AUDIO ]

Er zijn personen, die een roekeloze geest hebben, hetgeen ze houden voor moed en dapperheid. Onnodig brengen ze zichzelven in gevaren, en stellen zich zo bloot aan verzoekingen, dat er een mirakel Gods vereist zou worden om hen daaruit onbezeerd en onbevlekt te voorschijn te halen. Satans verzoeking ten opzichte van de Heiland der wereld, om Zich van de tinne des tempels te werpen, werd vastberaden tegemoet getreden en weerstaan. Satan citeerde een belofte Gods, als zekerheid dat Christus dit uit hoofde van deze belofte in alle veiligheid kon doen. Christus trad de verzoeking schriftuurlijk tegemoet en zei: "Er is geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken". Mattheüs 4 : 7. De enige veilige weg voor Christenen is, de vijand af te slaan met Gods Woord. Satan dringt mensen naar plaatsen, waar God niet wil dat ze heengaan, en komt dan met de Schrift om zijn suggesties te rechtvaardigen.

Gods kostelijke beloften zijn niet gegeven om de mens een vermetele weg te doen gaan, of dat hij zich daarop kan beroepen wanneer hij zich onnodig in gevaar begeeft. De Here eist van ons dat we voortgaan vol nederig vertrouwen op Zijn voorzienigheid. "Het staat niet aan een man om te gaan en zijn schreden te richten." Jeremia 10:23 (N.V.). In God ligt onze voorspoed en ons leven. Niets wat men doet zal gedijen, zonder de toestemming en zegen Gods. Hij kan Zijn hand zetten om ons voorspoed en zegen te geven, of Hij kan Zijn hand tegen ons keren. "Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem; Hij zal het maken." Psalm 37 : 5. Van ons, als kinderen Gods, wordt verwacht een blijvend standvastig Christelijk karakter. We moeten voorzichtigheid, omzichtigheid en nederigheid ter harte 1875, Vol. 5, blz. 482--485 nemen, en onze wandel moet omzichtig zijn voor degenen, die buiten staan. Nochtans mogen we in geen enkel opzicht ons beginsel prijs geven.

Onze enige veiligheid ligt daarin dat we de duivel geen plaats geven, want zijn inblazingen en doelstellingen zijn er op gericht ons kwaad te doen en ons van ons Godsvertrouwen af te brengen. Hij verandert zich in een engel der reinheid, opdat hij, door zijn voor het oog aangename verleidingen, zijn bedenkselen zo kan invoeren, dat we zijn sluwheid niet onderscheiden. Hoe meer wij daaraan voet geven, des te sterker zal zijn misleiding over ons zijn. Het is niet veilig om met hem te gaan disputeren of te praten. Voor elk voordeel dat we de vijand geven, zal hij nog meer eisen. Onze enige veiligheid ligt daarin dat we de eerste uitlokking tot vermetelheid krachtig weerstand bieden. Door de verdiensten van Christus heeft God ons voldoende genade gegeven Satan te weerstaan en meer dan overwinnaars te worden. Weerstand staat gelijk met succes. "Wederstaat de duivel en hij zal van u vlieden." Jacobus 4 : 7. Die weerstand moet krachtig en vastberaden zijn. We verliezen alles wat we gewonnen hebben, wanneer we vandaag weerstand bieden om morgen het terrein prijs te geven.

DE BELANGRIJKHEID VAN HET WERK DER VROUWEN

De zonde dezer eeuw is de minachting voor Gods uitdrukkelijke geboden. De macht van de invloed, gaande in een verkeerde richting, is bijzonder groot. Eva had alles wat in haar behoeften voorzag. Er ontbrak niets aan haar geluk, maar een ongetemperde begeerte deed haar verlangen naar de vrucht van de enige boom, die God verboden had. Ze had de vrucht van de boom der kennis niet nodig, maar ze liet haar begeerte en nieuwsgierigheid heersen over haar rede. In haar huis in Eden was zij naast haar man volmaakt gelukkig; maar, evenals de rusteloze moderne Eva's, maakte ze zichzelve wijs dat er een hogere sfeer was dan die, welke God haar had toegewezen. Maar in haar pogen om hoger te klimmen dan haar oorspronkelijke positie, maakte zij in verge lijking daarmede juist een diepe val. Dit zal zeer zeker ook het resultaat zijn met de Eva's van het tegenwoordige geslacht, wanneer ze verzuimen opgewekt haar dagelijkse levensplichten te vervullen overeenkomstig Gods plan.

Er valt een werk te doen voor de vrouwen, dat zelfs belangrijker en verheffender is, dan de plichten van de koning op zijn troon. Ze kunnen het verstand van haar kinderen leiden en zo hun karakter vormen, dat ze tot nut zijn in deze wereld, en dat ze zonen en dochteren Gods worden. Ze moeten hun tijd te kostbaar achten om die door te brengen in de balzaal of met nodeloze ar-beid. Er is genoeg noodzakelijk en belangrijk werk te doen in deze noodlijdende, ellendige wereld, dan dat men kostbare tijd zal gaan vermorsen voor opschik en uiterlijk vertoon. Dochters van de hemelse Koning, leden van het Koninklijke gezin, zullen de last der verantwoordelijkheid gevoelen om te komen tot een hoger leven, opdat ze in een nieuwe gemeenschap met de hemel mogen komen en zullen samenwerken met de Verlosser der wereld. Die met dat werk bezig zijn, zullen zich niet verdiepen in de modes en dwaasheden, welke geest en hart van de vrouwen in dit laatste der dagen in beslag nemen. Wanneer ze werkelijk dochteren Gods zijn, dan zullen ze delen in de goddelijke natuur. Ze zullen met ontferming bewogen zijn, zoals dat hef geval was met hun goddelijke Verlosser, wanneer ze de verderfelijke invloeden in de maatschappij constateren. Ze zullen medevoelen met Christus, en in hun sfeer, wanneer ze daarvoor de bekwaamheid en de gelegenheid hebben, zullen ze werken om zinkende zielen te redden, zoals Christus in Zijn verheven sfeer werkte ten gunste van de mens.

MANNEN EN VROUWEN GELIJK GESCHAPEN

Een verzuim van de zijde der vrouw om Gods plan ten aanzien van haar schepping na te volgen, een pogen om belangrijke positie's te verkrijgen, tot welker vervulling Hij haar niet gekwalificeerd heeft, laat de positie open, die ze had kunnen innemen. Door zich buiten haar sfeer te plaatsen verliest ze haar ware vrouwelijke waardigheid en zieleadel. Toen God Eva schiep, beoogde Hij, dat zij noch onder noch boven de man zou staan, maar dat ze in alle opzichten zijn gelijke zou zijn. Het heilige paar zou geen belangen hebben, onafhankelijk van elkander, en nochtans bezat ieder een persoonlijkheid in denken en doen. Maar na Eva's zonde, zijnde de eerste die in overtreding was, vertelde de Here haar dat Adam over haar zou heersen. Ze zou zich moeten onderwerpen aan haar echtgenoot, en dit was een onderdeel van de vloek. In talloze gevallen heeft de vloek het lot der vrouw kwellend, en haar leven tot een last gemaakt. De superioriteit, die God aan de man heeft gegeven, heeft hij in vele opzichten misbruikt door het uitoefenen van willekeurige macht. Oneindige wijsheid bedacht het verlossingsplan, dat de mensheid opnieuw een proeftijd toekent, door hun nogmaals een kans te geven.

EEN WAARSCHUWING VOOR DE ARBEIDERS GODS

Satan gebruikt mensen als zijn handlangers, om diegenen, die God liefhebben, tot vermetelheid te brengen; vooral is dit het geval met hen, die misleid zijn door het spiritualisme. Spiritualisten in het algemeen erkennen Christus niet als de Zoon van God, en door hun ongeloof verleiden ze vele zielen tof vermetele zonden. Ze maken er zelfs aanspraak op dat zij boven Christus staan, zoals dat ook het geval was met Satan in zijn strijd met de Vorst des levens. Spiritualisten, wier zielen besmeurd zijn door zonden van een revolutionnair karakter, en wier geweten is toegeschroeid, durven de naam van de vlekkeloze Zone Gods op hun bezoedelde lippen te nemen en op godslasterlijke wijze brengen ze Zijn meest verheven naam in contact met de vuilheid, die hun eigen verdorven natuur aankleeft.

Mannen, die deze verdoemelijke ketterijen invoeren, zullen degenen, die Gods Woord brengen, uitdagen om met hen in debat te treden; en sommigen, die de waarheid leren, hebben niet de moed gehad om zich afzijdig te houden van die groep, die in Gods Woord als getekenden staan vermeld. Sommigen van onze predikers hebben niet de zedelijke moed gehad om tot die mannen te zeggen: God heeft in Zijn Woord ons tegen u gewaarschuwd. Hij heeft ons een ware beschrijving gegeven van uw karakter en van de ketterijen, die gij aanhangt. Liever dan dit soort mensen een schijn van triomf te geven, of zich van lafheid te laten beschuldigen, zijn sommigen van onze predikers met hen in openbaar debat getreden. Maar in hun discussie met spiritualisten, staan zij niet enkel tegenover de mens, maar tegenover Satan en zijn engelen. Ze brengen zichzelven in verbinding met de machten der duisternis en bemoedigen de boze engelen om hen heen.

Spiritualisten willen publiciteit geven aan hun ketterijen; en predikers, die de boodschappers zijn van de Bijbelse waarheid, helpen hen daarin, wanneer ze er in toestemmen met hen in debat te treden. Zij buiten hun kansen uit om hun dwaalleer den volke bekend te maken, en in elk debat dat ze hebben, zullen zielen misleid worden. Het beste dat we kunnen doen, is ons van hen afzijdig te houden.

Vermetelheid is een vaak voorkomende verzoeking, en als Satan daarmee bij de mensen aankomt, behaalt hij in negen van de tien keren de overwinning. Die belijden navolgers van Christus te zijn, en er door hun geloof aanspraak op maken dat ze deel nomen aan de strijd tegen alle mogelijke kwaad in zijn wezen, vallen vaak onnadenkend in verzoekingen, waaruit zij slechts door een wonder onbezoedeld konden uitgetrokken worden. Meditatie en gebed zouden hen bewaard hebben en zouden hen de critieke, gevaarlijke positie hebben doen mijden, waarin ze zichzelven brachten toen ze Satan zijn net over hen lieten uitwerpen. We kunnen maar niet in eens aanspraak maken op de beloften Gods, wanneer we ons roekeloos in gevaar hebben gestort, terwijl we de wetten der natuur overtreden, en voorzichtigheid en het oordeel dat God op ons heeft gelegd, veronachtzamen. Dit is de schandelijkste vermetelheid.