Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 81

"Kan Niet Komen"

[ AUDIO ]

"Ik ben bezig een groot werk te doen", zegt Nehemia, "en kan niet komen. Waarom zou het werk stil liggen, doordat ik het verliet en tot u kwam?" Nehemia 6 : 3 (N.V.). Mij werd op 3 Januari 1875) getoond, dat Gods volk geen enkel ogenblik zijn waakzaamheid moet laten verslappen. 1875, Vol. 3, blz. 570--575

Satan loert op ons. Hij is vast besloten Gods gebodenhoudend volk met zjjn verleidingen te overwinnen. Wanneer we hem geen voet geven, maar ons verdedigen tegen zijn listen, geworteld in het geloof, zullen we kracht bezitten om ons van alle ongerechtigheid verre te houden. Die de geboden Gods houden, zullen een kracht in het land zijn, indien ze leven naar het licht en de voorrechten, die ze hebben. Ze kunnen voor-beelden zijn van godsvrucht, heilig in hun wandel en gesprek. Naarmate de tijd nadert, dat Christus zal komen op de wolken des hemels, zullen Satans verleidingen met grotere kracht uitgaan naar hen, die de geboden Gods bewaren, want hij weet dat zijn tijd kort is.

Het werk van Satan zal gedaan worden door handlangers. Geestelijken, die de wet van God haten, zullen alle mogelijke middelen toepassen om zielen van hun trouw tof God af te brengen. Onze verbitterdste vijanden zullen gevonden worden onder de eerste-dags Adventisten. Ze zijn vastbesloten strijd te voeren tegen hen, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus hebben. Deze mensen beschouwen het als een deugd om met de bitterste haat tegen ons te spreken, te schrijven, en te werk te gaan. We moeten van hun kant geen eerlijke praktijken of gerechtigheid verwachten. Velen van hen worden door Satan bezield met een krankzinnige verdwaasdheid tegen hen, die de geboden Gods houden. We zullen belasterd en in een kwaad daglicht worden gesteld; al onze motieven en daden zullen verkeerd beoordeeld worden en onze karakters zal men aanvallen. De gramschap van de draak zal op deze wijze worden gemanifesteerd. Maar ik zag dat wij niet in het minst ontmoedigd behoefden te zijn. Onze kracht ligt in Jezus, onze Voorspraak. Wanneer we in alle ootmoed op God vertrouwen en bouwen op Zijn beloften, zal Hij ons genade en hemelse wijsheid geven om al de listen van Satan te weerstaan en als overwinnaars daaruit te voor-schijn te treden.

In mijn onlangs verkregen gezicht zag ik, dat het onze invloed niet zal ten goede komen, noch Gode behagelijk is, wanneer we naar wedervergelding streven of afkomen van ons groot werk tot hun niveau om hun kwaadspreken te weerleggen. Er zijn er die hun toevlucht zullen nemen tot alle mogelijke misleiding en grove leugens om hun doel te bereiken en zielen te bedriegen, alsmede om de wet van God en allen die haar willen gehoorzamen, te brandmerken. De ongerijmdste en gemeenste leugens zullen ze steeds en steeds naar voren brengen, tot ze op het laatst zelf gaan geloven dat ze de waarheid spreken. Dat moeten dan de sterkste argumenten zijn, die ze inbrengen tegen de Sabbat van het vierde gebod. We moeten ons daar niets van aantrekken en ons niet af laten halen van hef werk om de wereld te waarschuwen.

HET VOORBEELD VAN NEHEMIA

Het geval van Nehemia werd mij getoond. Hij was bezig met de opbouw van de muren te Jeruzalem, en de vijanden Gods waren vast besloten dat de muren niet gebouwd zouden worden. "Maar toen Sanballat, Tobia, en de Arabieren, de Ammonieten en de Asdodieten gehoord hadden, dat de herstelling van de muren van Jeruzalem vorderde, dat de bressen zich begonnen te sluiten, ontstaken in hevige woede, en maakten allen met elkander een samenzwering om ten strijde te trekken tegen Jeruzalem en om verwarring te stichten." Nehe-mia 4 : 7, 8. (N.V.).

In dit geval bracht een geest van haat en van oppositie tegenover de Hebreeën een eenheid tot stand en schiep een wederkerige sympathie onder verschillende stammen, die anders met elkander in twist en oorlog zouden geleefd hebben. Dit geeft een uitstekend beeld, dat we in onze tijd zo vaak zien, van een bestaande eenheid tussen mensen van verschillende kerkgenootschappen om de waarheid te weerstaan, mannen, wier samengaan enkel het doel schijnt te hebben om het verharde in hun aard bloot te leggen en bitterheid en haat te manifesteren tegenover het overblijfsel, die de geboden Gods bewaren. Dit is vooral te zien bij de Eerste-dags, geen-dagsen alle-dagen-gelijk-Adventisten, die bekend schijnen te staan om hun wederzijdse haat en lastering in de tijd, die ze niet besteden om gezamenlijk de Zevende-Dags Adventisten in een verkeerd daglicht te stellen, te belasteren en in alle opzichten tegen te staan.

"Doch wij baden tot onze God, en vanwege hun houding zetten wij dag en nacht een wacht tegen hen uit." Vers 9, N.V. We verkeren in een voortdurend gevaar om zelfgenoegzaam te worden door te vertrouwen op onze eigen wijsheid en God niet tot onze sterkte te maken. Niets verontrust Satan zo zeer als dat we op de hoogte zijn van zijn listen. Wanneer we onze gevaren inzien, dan zullen we ook inzien hoe nodig het gebed is, zoals dat het geval was bij Nehemia, en evenals hij, zullen we die sterke verdediging verkrijgen, die ons zal beveiligen te midden van het gevaar. Wanneer we zorgeloos en onverschillig zijn, zullen we zeer zeker overwonnen worden door Satans lagen. We moeten op onze hoede zijn. Terwijl we, evenals Nehemia, onze toevlucht nemen tot het gebed en al onze moeilijkheden en lasten God voorleggen, moeten we niet denken dat we niets te doen hebben. We moeten zowel waken als bidden. We moeten waakzaam zijn ten aanzien van het werk onzer tegenstanders, anders slagen ze er in zielen te misleiden. We moeten, in Christus' wijsheid, trachten hun doelstellingen te verijdelen, en, ter zelfder tijd, niet toelaten, dat ze ons van ons groot werk afhalen. De waarheid is sterker dan de leugen. De gerechtigheid zal hef kwade overwinnen.

TEGENSTAND KAN VERWACHT WORDEN

's Heren volk probeert de bres te dichten, die geslagen is in de wet van God. "En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude, verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen. Indien gij uw voet van de Sabbat afkeert, van te doen uw lust op Mijn heilige dag; en indien gij de Sabbat noemt een verlustiging, opdat de Here geheiligd worde, Die te eren is; en indien gij die eert, dat gij uw wegen niet doet en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt; dan zult gij u verlustigen in de Here, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jacob; want de mond des Heren heeft het gesproken." Jesaja 58 : 12-14.

Dit brengt de vijanden van ons geloof in verwarring, en elk middel wordt toegepast om ons in ons werk te hinderen. En nochtans wordt de afgebroken muur steeds hoger. De wereld wordt gewaarschuwd, en velen keren er van terug om de Sabbat des Heren onder hun voeten te vertrappen. God is in dit werk, en de mens kan dat niet tegenhouden. Engelen Gods helpen Zijn getrouwe dienstknechten, en het werk gaat steeds vooruit. We zullen te kampen hebben met alle mogelijke tegenstand, evenals de bouwers van Jeruzalems muren; maar wanneer we waken, en bidden, en werken zoals zij, dan zal God de strijd voor ons strijden en ons schitterende overwinningen bezorgen.

Nehemia "kleefde de Here aan; hij week niet van Hem na te volgen, en hij hield Zijn geboden, die de Here aan Mozes geboden had. Zo was de Here met Hem". 2 Kon. 18 : 6, 7.

Reeds werden gezanten gezonden, die met Nehemia een onderhoud wilden hebben; maar hij wilde ze niet te woord staan. Toen begonnen ze te dreigen en boodschappers werden uitgezonden om de mensen, die met de opbouw bezig waren, toe te spreken. Dezen kwamen aandragen met vleiende lokmiddelen en beloofden de bouwers alle mogelijke vrijheid en wonderlijke voorrechten, wanneer ze zich aan hun zijde zouden scharen en het opbouwwerk in de steek zouden laten.

Maar de mensen kregen bevel om met hun vijanden niet in het strijdperk te treden en hun zelfs niet één woord terug te zeggen, opdat ze uit hun woorden geen munt konden slaan. Ze namen hun toevlucht tot bedreiging en bespotting. Zij zeiden: "Al bouwen zij ook, als er maar een vos tegen hun stenen muur opspringt, doet hij hem afbrokkelen". Sanballat "ontstak in woede en ergerde zich zeer; hij bespotte de Joden". Nehemia bad: "Hoor, onze God, hoe wij gehoond worden, en doe hun smaad terugkeren op hun eigen hoofd". Nehemia 4 : 3, 1, 4. (N.V.).

"Toen zond ik tof hen boden met het antwoord: Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen. Waarom zou het werk stil liggen, doordat ik het verliet, en tot u kwam? Zij zonden vier maal zulk een boodschap tot mij, en ik gaf hun steeds op dezelfde wijze antwoord. Toen zond Sanballat op dezelfde wijze voor de vijfde maal zijn knecht tot mij met een open brief in zijn hand." Nehemia 6 : 3--5. (N.V.).

Wij zullen de bitterste tegenstand ontmoefen van de Adventisten, die de wet van God tegenstaan. Maar, evenals de bouwers van de muren van Jeruzalem, moeten wij ons niet laten hinderen of ons van ons werk laten afhalen door brieven, door boodschappers, die met ons willen twisten of strijden, of wel door intimiderende bedreigingen, het verkondigen van leugens, of tot welke listen ook, waartoe Satan zal aanporren. Ons antwoord moet zijn: We zijn bezig met een groot werk, en wij kunnen niet afkomen. We zullen soms voor de moeilijkheid staan, dat we niet weten welke weg we moeten inslaan, om hef werk Gods de eer te geven, die het toekomt en om Zijn waarheid te handhaven.

VERTROUWEN IN GOD

De handelwijze van Nehemia moet voor ons een sterk voorbeeld zijn, hoe we dit soort tegenstanders tegemoet moeten treden. Wij moeten al die dingen voor God in het gebed leggen, zoals Nehemia in diepe ootmoed zijn smeekbede tot God richtte. Hij klemde zich aan God vast met een onwrikbaar geloof. Dat is de weg, die we moeten gaan. De tijd is te kostbaar, dat de dienstknechten Gods die zouden gebruiken om hun karakter te rechtvaardigen, dat besmeurd wordt door hen, die de Sabbat des Heren haten. We moeten voorwaarts gaan met een ongeschokt vertrouwen, gelovende dat God Zijn waarheid grote, en schitterende overwinningen zal schenken. In ootmoed, zachtmoedigheid en reinheid des levens, vertrouwende op Jezus, moeten we een overtuigende kracht in ons omdragen, dat we de waarheid bezitten.

We hebben geen begrip, zoals het ons voorrecht is, van het geloof en het vertrouwen, dat we in God kunnen stellen, alsmede van de grote zegeningen, die het geloof ons zal geven. Een belangrijk werk ligt voor ons. We kunnen een zedelijke geschiktheid voor de hemel verkrijgen. Onze woorden en ons voorbeeld hebben de wereld iets te zeggen. Engelen Gods zijn actief bezig ten dienste van de kinderen Gods. Kostelijke beloften staan opgeschreven op voorwaarde van onze gehoorzaamheid aan Gods geboden. De hemel is overvol van de rijkste zegeningen, die klaar liggen om aan ons gegeven te worden. Wanneer we onze nood gevoelen, en tof God komen in alle oprechtheid en ijverig geloof, zullen we in een nauwe verbinding met de hemel gebracht worden en zullen voor de wereld kanalen des lichts zijn.

Vaak moet de waarschuwing weerklinken: "Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou mogen verslinden". 1 Petrus 5 : 8.