Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 83

Verantwoordelijkheid van Het Kerkelijk Lidmaatschap

[ AUDIO ]

Geliefde Broeders: Evenals de verschillende leden van hef menselijke organisme verbonden zijn om het gehele lichaam te formeren, en elk zijn taak verricht, gehoorzamend aan de intelligentie, die het geheel bestuurt, zo moeten de leden van de Gemeente van Christus verbonden zijn in een symmetrisch lichaam, onderworpen aan de geheiligde intelligentie van het geheel.

De vooruitgang van de gemeente is geremd door de verkeerde handelwijze van haar leden. Verbonden te zijn met de gemeente, hoewel een belangrijke en noodzakelijke daad, maakt iemand nog niet tot een Christen, noch waarborgt hem de zaligheid. Wij kunnen ons geen plaats in de hemel verschaffen, doordat onze namen staan ingeschreven in het kerkregister, terwijl onze harten vervreemd zijn van Christus. Wij moeten Zijn trouwe representanten op aarde zijn, in gemeenschap met Hem werkende. "Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods." 1 Joh. 3 : 2. We moeten deze heilige verhouding steeds in gedachte houden en niets doen, dat het werk van onze Vader in discrediet brengt.

Wat we belijden is zeer verheven. Als Sabbatvierende Adventisten belijden we al de geboden Gods te gehoorzamen en uit te zien naar de komst van onze Verlosser. Een buitengewoon plechtige waarschuwingsboodschap is toevertrouwd aan de kleine schare van Gods getrouwen. Door onze woorden en werken moeten we laten zien, dat we de zware verantwoordelijkheid, op ons gelegd, erkennen. Ons licht moet zo helder schijnen, dat anderen kunnen zien dat we in ons dagelijkse leven de Vader verheerlijken; dat we met de hemel in verbinding staan en mede-erfgenamen zijn van Jezus Christus, opdat, wanneer Hij zal verschijnen in kracht en grote heerlijkheid, wij Hem gelijk zullen zijn.

Wij moeten allen onze persoonlijke verantwoordelijkheid als leden van de zichtbare gemeente en arbeiders in de wijngaard des Heren aanvoelen. We moeten niet op onze broeders wachten, die even zwak zijn als wij, om ons er door te helpen; want onze dierbare Heiland heeft ons uitgenodigd tot Hem te komen en onze zwakheid met Zijn kracht, onze onwetendheid met Zijn wijsheid, onze onwaardigheid met Zijn verdiensten te verbinden. Niemand van ons kan een neutrale positie in-nemen; onze invloed zal vóór of tegen getuigen. We zijn actieve werktuigen voor Christus of voor de vijand. Of we vergaderen met Christus, of we verstrooien. Een waarachtige bekering is een radicale verandering. De neiging van het verstand en de zin des harten moeten in een tegenovergestelde richting geleid worden, en er ontstaat een nieuw leven in Christus.

GOD LEIDT EEN VOLK UIT

God leidt een volk uit om in volmaakte eenheid te staan op het fundament der eeuwige waarheid. Christus gaf Zichzelve voor de wereld, opdat "Hij Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken". Titus 2:14. Dit louteringsproces bedoelt de gemeente te zuiveren van alle ongerechtigheid en van de geest van disharmonie en twist, zodat ze kunnen opbouwen in plaats van afbreken en al hun energie kunnen concentreren op het grote werk, dat voor hen ligt. Het is de bedoeling Gods dat geheel Zijn volk komt tof de éénheid des geloofs. Het gebed van Christus vlak voor Zijn kruisiging was, dat Zijn discipelen één zouden zijn, zoals Hij één was met de Vader, opdat de wereld zou geloven dat de Vader Hem gezonden had. Het aangrijpendste en wonderlijkste gebed weerklinkt door de eeuwen heen, tot zelfs in onze tijd; want Zijn woorden waren: "Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen". Joh. 17 : 20.

Hoe ernstig moesten de belijdende navolgers van Christus er naar streven om dit gebed in hun leven te beantwoorden. Velen realiseren zich niet de heiligheid van hun verbondenheid met de gemeente en zijn wars om zich te onderwerpen, zich dwang op te leggen of zich onder tucht te stellen. Hun daden tonen dat ze hun eigen oordeel hoog verheffen boven dat van de eenheid der gemeente, en ze trekken zich er niet veel van aan dat ze een geest van oppositie aanmoedigen. Die verantwoordelijke positie's in de gemeente bekleden, kunnen gebreken hebben net zo goed als andere mensen en kunnen fouten maken in hun besluiten; maar niettegenstaande dat heeft de gemeente van Christus op aarde hun een autoriteit verleent, waar men niet licht over moet denken. Na Zijn opstanding machtigde Christus Zijn gemeente, zeggende: "Zo gij iemands zonden vergeeft, die worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, die zijn zij gehouden". Joh. 20 :23.

Het lidmaatschap van de gemeente moet niet lichtvaardig verbroken worden; nochtans wanneer de weg van sommige belijdende navolgers van Christus doorkruist wordt, of wanneer hun stem niet de leidinggevende invloed heeft, die ze volgens hun gedachten moet hebben, zullen ze dreigen de gemeente te verlaten. Doch wanneer ze de gemeente verlaten zijn ze zelf de lijdende partij; want wanneer ze zichzelven buiten de grens van haar invloed plaatsen, onderwerpen ze zich aan de volle verleidingen van de wereld.

ONDERSTEUNERS MET GEHEEL HET HART

leder gelovige moet met zijn gehele hart verkleefd zijn aan de gemeente. Haar bloei moet bij hem voorop staan, en wanneer hij de heilige verplichtingen niet aanvoelt om zijn verbintenis met de gemeente te stellen boven alles waf hem persoonlijk aangaat, dan kan ze het beter zonder hem doen. Het ligt in de macht van allen om iets voor Gods zaak te doen. Zo zijn er, die veel geld besteden aan nodeloze weelde; ze bevredigen hun begeerten, maar voelen het als een zware belasting de gemeente financieel te steunen. Ze zijn bereid al de weldaden van haar voorrechten in ontvangst te nemen, maar laten anderen liever de kosten betalen.

Die werkelijk een diepe belangstelling koesteren voor de vooruitgang van het werk, zullen niet aarzelen daarin geld te steken wanneer en waar dit maar nodig is. Ze zullen het ook als een heilige plicht beschouwen om in hun karakter de beleringen van Christus uit te beelden, vrede hebbende onder elkander, en voort gaande in een volmaakte harmonie als een ongedeeld geheel. Zij zullen hun persoonlijk oordeel onderwerpen aan het oordeel van het lichaam der gemeente. Velen leven enkel voor zichzelven. Met veel voldoening zien ze op hun eigen leven en vleien zich dat ze onberispelijk zijn, terwijl ze in feite niets doen voor God en hun leven lijnrecht staat tegenover Zijn geopenbaard Woord. Dat uitleven van uiterlijke vormen zal nooit voorzien in de grote leegte van de menselijke ziel. Een belijden van Christus is niet voldoende om iemand de toets van de dag des oordeels te doen doorstaan. Er moet een volmaakt vertrouwen zijn in God, een kinderlijk steunen op Zijn beloften en een algehele onderwerping aan Zijn wil.

God heeft Zijn volk altijd gebracht in de vurige oven der beproeving om hen standvastig en trouw te maken en hen te reinigen van alle ongerechtigheid. Nadat Abraham en zijn zoon de zwaarste toets hadden doorstaan, die hun kon worden opgelegd, sprak God door Zijn engel tot Abraham: "Nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden." Genesis 22 : 12. Deze grote geloofsdaad verlicht het karakter van Abraham met uitzonderlijke luister. Op krachtige wijze illustreert het zijn volmaakt vertrouwen op de Here, Wie hij niets onthield, zelfs niet zijn zoon der belofte.

Er is niets te kostbaar voor ons om aan Jezus te geven. Indien we Hem de talenten der middelen teruggeven, die Hij ons heeft toevertrouwd, zal Hij ons meer ter hand stellen. Elke inspanning, die we voor Christus doen, zal door Hem beloond worden en elke plicht, waarvan we ons in Zijn naam kwijten, zal bijdragen tot ons eigen geluk. God gaf Zijn innig geliefde Zoon over aan de doodskwellingen van de kruisiging, opdat allen, die in Hem geloven, één zouden worden door de naam van Jezus. Wanneer Christus een zo groot offer bracht om mensen te redden en ze tot een éénheid te smeden, zoals Hij één was met de Vader, welk offer is dan te groot om door Zijn navolgers gebracht te worden ten einde die éénheid te bewaren?

HET GETUIGENIS VAN EEN EENSGEZINDE GEMEENTE

Wanneer de wereld een volmaakte harmonie ziet bestaan in de gemeente Gods, dan zal dat voor hen een machtig bewijs zijn ten gunste van de Christelijke godsdienst. Verdeeldheid, ongelukkige verschillen en beuzelingen in de gemeente onteren onze Verlosser. Dit alles kan vermeden worden wanneer het eigen-ik onderworpen wordt aan God en Jezus' navolgers de stem van de gemeente gehoorzamen. Ongeloof suggereert dat persoonlijke onafhankelijkheid ons aanzien vermeerdert, dat het zwakheid is, wanneer we onze eigen ideeën aangaande wat goed en recht is, onderwerpen aan de beslissing van de gemeente; maar het toegeven aan zulke gevoelens en inzichten is gevaarlijk en zal ons storten in wetteloosheid en verwarring. Christus zag dat eenheid en Christelijke verbondenheid noodzakelijk waren voor het werk Gods, daarom legde Hij dat Zijn discipelen op. En de geschiedenis der Christenheid heeft vanaf die tijd tot nu toe afdoend bewezen dat enkel en alleen in eenheid kracht ligt. Laat men het persoonlijke oordeel onderwerpen aan de autoriteit van de gemeente.

De apostelen voelden de noodzakelijkheid van absolute eenheid, en daarnaar streefden zij in alle ernst. Paulus vermaande zijn broeders met deze woorden: "Maar ik bid u, broeders, door de Naam van onze Here Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een zelfde zin en in een zelfde gevoelen". 1 Korinthe 1 : 10. Hij schreef ook aan zijn Filippensen-broeders: "Indien er dan enige vertroosting is in Christus, indien er enige troost is der liefde, indien er enige gemeenschap is des Geestes, indien er enige innerlijke bewegingen en onttermingen zijn; zo vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één ge-moed en van één gevoelen zijnde. Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelven. Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is. Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was." Filippensen 2 : 1--5.

Aan de Romeinen schreef hij: "Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus, opdat gij eendrachtelijk, met één mond, moogt verheerlijken de God en Vader van onze Here Jezus Christus. Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods". Romeinen 15 : 5--7. "Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven." Romeinen 12:16. Petrus schreef aan de gemeenten in de verstrooiing: "Eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk; vergeldt niet kwaad voor kwaad of schelden voor schelden, maar zegent daarentegen; wetende, dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegeningen zoudt beërven." 1 Petrus 3 :8, 9.

En Paulus, in zijn epistel aan de Korinthiërs, zegt: "Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn". 2 Korinthe 13 : 11.

Zo ver als mogelijk is, moet gij in harmonie zijn met uw broeders en zusters. Gij moet uzelven aan God overgeven en ophouden met die hardheid en neiging om te vitten. Gij moet uw eigen geest uitbannen en daarvoor in de plaats stellen de geest van de zachtmoedige Heiland. Kom en grijp Zijn hand, dat de aanraking u mag electriseren en u met de gezegende eigenschappen van Zijn 1876, Vol. 4, blz. 65, 66 eigen vlekkeloos karakter mag bedélen. Gij moogt uw harten open stellen voor Zijn liefde en u door Zijn macht laten hervormen, terwijl Zijn genade uw sterkte is. Dan zult gij een krachtige invloed ten goede uitoefenen. Uw morele kracht zal opgewassen zijn tegen de zwaarste karaktertoets. Uw onkreukbaarheid zal zuiver en geheiligd zijn. Dan zal uw licht doorbreken als de morgen. --1876, Vol. 4, blz. 63.

De godsdienst van Christus verlangt niet dat we onze karakteridentiteit verliezen, maar dat we ons in enige mate aanpassen aan de gevoelens en zienswijzen van anderen. Heel waf mensen kunnen toetreden tot een bepaald geloofsverband, wier opinie's, gewoonten, en gevoelens in aangelegenheden, het tijdelijke betreffend, hief harmoniëren; maar wanneer de liefde van Christus in. hun harten brandt en zij vooruit zien naar dezelfde hemel als hun eeuwig tehuis, zullen zij de zoetste en intelligentste gemeenschap met elkander smaken, en zullen ze de wonderlijkste éénheid vormen. Er zijn nauwelijks twee mensen, wier beleven in alle opzichten precies eender is. De beproevingen van de een behoeven niet de beproevingen van een ander te zijn en altijd moeten uw harten openstaan vóór een vriendelijk medevoelen, en overvloeien van de liefde, die Jezus koesterde voor al Zijn broeders. .