Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

Hoofdstuk 97

Gezanten van Christus

[ AUDIO ]

Gezanten van Christus hebben een plechtige, belangrijke taak, die sommigen doorgaans te licht opnemen. Terwijl Christus de dienaar is in het heiligdom hierboven, is Hij ook, door Zijn afgevaardigden, de dienaar van Zijn Gemeente op aarde. Hij spreekt tot de mensen door uitverkoren mannen en voert door hen Zijn werk uit, als toen, in de dagen Zijner vernedering, Hij zichtbaar op aarde wandelde. Al zijn ook eeuwen voorbij gegaan, zo heeft de loop des tijds toch niets veranderd in de afscheidsbelofte aan Zijn discipelen: "Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld". Mattheüs 28 : 20. Van af Christus' hemelvaart tot op de huidige dag, zijn mannen, door God geroepen, hun autoriteit aan Hem ontlenend, leraars des geloofs geweest. Christus, de ware Herder, "heeft het beheer over Zijn werk door middel van deze onderherders. Zo wordt de positie van hen, die arbeiden in woord en leerstelling, zeer belangrijk. In Christus' plaats smeken zij de mensen, zich met God te verzoenen.

De mensen moeten hun predikanten niet enkel zien als openbare sprekers en redenaars, maar als Christus' gezanten, die hun wijsheid en Kracht ontvangen van het grote Hoofd der Gemeente. Het geringschatten en minachten van het woord, door Christus' representanten gesproken, is niet enkel het vertoon van oneerbiedigheid tegenover de man, maar ook tegenover de Meester, Die hem gezonden heeft. Hij staat daar in de plaats van Christus, en de stem van de Heiland moet gehoord worden door Zijn vertegenwoordiger.

PREDIKT CHRISTUS

Velen van onze predikers hebben een grote fout begaan door in hun discours veel te veel te argumenteren. Er zijn zielen, die luisteren naar de theorie van de waarheid en onder de indruk komen van aangevoerde bewijzen, en wanneer dan in een deel van de lezing Christus als de Heiland der wereld naar voren wordt gebracht, kan het gezaaide zaad ontkiemen en vrucht dragen tot verheerlijking van God. Maar op vele lezingen wordt de mensen het kruis van Christus niet voorgehouden. Het is best mogelijk dat sommigen naar de laatste preek luisteren, die zij ooit zullen horen, en anderen nooit meer in de gelegenheid zijn om de gehele waarheid te beluisteren, terwijl er dan op hen een beroep gedaan wordt om dit practisch na te volgen. Wanneer men die gouden kans voorbij laat gaan, is die voor goed voorbij. Had men Christus en Zijn verlossende liefde verheerlijkt in samenhang met de theorie der waarheid, dan zou de kans hebben bestaan, dat ze zich aan Zijn zijde hadden geschaard.

Er zijn meer zielen, die hunkeren naar de wetenschap, hoe zij tot Christus kunnen komen, dan wij denken. Velen luisteren naar populaire preken van de kansel, en dan weten zij net zo min hoe Jezus en de vrede en rust, waarnaar hun ziel verlangt, te vinden, dan vóór zij luisterden. Predikanten, die de laatste genadeboodschap aan de we-reld brengen, moeten steeds bedenken, dat Christus verheerlijkt moet worden als de toevlucht voor de zondaar. Vele predikanten denken, dat het niet nodig is berouw en geloof te prediken, met een hart dat onderworpen is door de liefde Gods; zij nemen aan dat hun toehoorders volmaakt bekend zijn met het Evangelie, en dat onder-werpen van een heel ander karakter naar voren gebracht moeten worden om hun aandacht vast te houden. Tonen hun toehoorders dan belangstelling daarvoor, dan zien ze dat als een bewijs van succes. De mensen zijn echter veel meer onwetend ten aanzien van het verlossingsplan en hebben over dit allerbelangrijkste onderwerp meer onderricht nodig dan op enig ander punt.

Die bijeenkomen om naar de waarheid te luisteren, moeten daarvan profijt verwachten, zoals het geval was met Cornelius en zijn vrienden: "Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God, om te horen al hetgeen u van God bevolen is". Handelingen 10:33.

Theoretische discoursen zijn nodig opdat allen de leerstellige vorm kunnen weten en de keten der waarheid zien, schakel aan schakel, aaneengeklonken tot een volmaakt geheel. Maar geen lezing moet ooit gehouden worden zonder Christus en Die gekruisigd naar voren te brengen als het fundament van het Evangelie, wijzende op een practische toepassing der waarheid, en de mensen het feit inscherpend dat de leerstelling van Christus niet is Ja en Neen, maar Ja en Amen in Christus Jezus. Nadat de theorie der waarheid is gebracht, komt het moeizame deel van het werk. De mensen moeten niet zonder onderricht gelaten worden in de practische waarheden, die verband houden met hun leven van-elke-dag. Zij moeten zien en voelen dat ze zondaars zijn en tot God bekeerd moeten worden. Waf Christus zei, wat Hij deed, en wat Hij leerde moet hun bijgebracht worden op de meest impressieve wijze.

Het werk van de prediker is pas begonnen, wanneer de waarheid dóórdringt tot het begrip van de mensen. Christus is onze Middelaar en dienst doende Hogepriester in de tegenwoordigheid des Vaders. Hij werd Johannes getoond als een Lam, dat geslacht is, als daadwerkelijk Zijn bloed stortend ten bate van de zondaar. Wanneer de wet Gods de zondaar voorgehouden wordt, die hem de diepte van zijn zonden laat zien, moet hij gewezen worden op het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt. Hem moet geleerd wórden berouw tegenover God en geloof tegenover onze Here Jezus Christus. Op deze wijze zal het werk van Christus' vertegenwoordiger in harmonie zijn met Zijn arbeid in het hemels heiligdom.

LEERT PRACTISCHE GODSVRUCHT

Predikers zouden veel meer harten bereiken, wanneer ze zich meer zouden bepalen bij practische godsvrucht. Vaak, wanneer pogingen gedaan worden om de waarheid in nieuwe velden te brengen, is het werk bijna geheel theoretisch. De mensen hebben geen vaste grond onder de voeten. Zij zien de kracht der waarheid en zijn verlangend een vaste ondergrond te verkrijgen. Wanneer hun gevoelens zijn week gemaakt, is het bovenal de tijd, om de godsdienst van Christus in te planten in hun geweten; maar al te vaak wordt de serie lezingen beeindigd, zonder dat dit werk, dat zij zo nodig hebben, voor de mensen gedaan is. Die poging toonde te veel overeenkomst met het offer van Kaïn; daaraan ontbrak het offerbloed, om het voor God aanvaardbaar te maken. Kaïn deed wel om een offer te brengen, maar hij onthield daaraan wat het waardevol maakte -- het bloed der verzoening.

Het is een droevig feit, dat de oorzaak, waarom velen zich zo veel bij de theorie, en zo weinig bij de practische godsvrucht bepalen, daarin ligt, dat Christus niet in hun harten woont. Zij hebben geen levende gemeenschap met God. Vele zielen beslissen ten gunste van de waarheid enkel en alleen op bewijsgronden, zonder bekeerd te zijn. Practisch onderricht werd niet gegeven in samenhang met het leerstellige, zodat, wanneer de hoorders de prachtige keten der waarheid zouden zien, hun hart zou gloeien van liefde voor de Schepper daarvan, en geheiligd zou worden door gehoorzaamheid. Het werk van de predikant is niet gedaan, of hij moet bij zijn hoorders het besef gewekt hebben van de noodzakelijkheid ener karakterverandering in harmonie met de zuivere beginselen der waarheid, die zij ontvangen hebben.

Voor een vormgodsdienst moet men zich wachten, want daarin is geen Heiland. Het onderricht dat Jezus gaf, was duidelijk, samenhangend, practisch, dóórdringend in het hart der mensen. Zijn gezanten moeten op elke lezing, die zij houden, Zijn voorbeeld volgen. Christus en Zijn Vader waren één; met al de eisen des Vaders stemde Christus blijmoedig in. Hij was in harmonie met God. De Verlosser was het volmaakte Voorbeeld. De Here werd in Hem geopenbaard. De Hemel had de menselijke natuur aangedaan en de mensheid had een plaats gevonden in de schoot der Oneindige Liefde.

Wanneer predikanten in alle ootmoed willen zitten aan de voeten van Jezus, zullen zij spoedig een helder inzicht krijgen in Gods karakter en in staat zijn anderen dienaangaande te onderrichten. Sommigen aanvaarden de evangelie-arbeid zonder een diepe liefde voor God en voor hun medemensen. Zelfzucht en zelfbevrediging zullen in het leven van dezulken worden geopenbaard; en wanneer deze niet-toegewijde, ontrouwe wachters zichzelven dienen inplaats van de kudde te voeden en hun herderlijke plichten na te komen, komen de mensen om uit gebrek aan het juiste onderricht.

DRINGEND BEROEP VOOR DEZE TIJD

Op elke lezing moet een dringend beroep op de mensen gedaan worden om hun zonden te verzaken en. zich tot Christus te wenden. De algemene zonden en uitspattingen moeten veroordeeld worden, terwijl naar practische godsvrucht moet worden heengewezen. De predikant moet met hart en ziel de zaak zijn toegewijd, aanvoelend de woorden, die hij moet spreken en niet in staat zijn gevoelen te onderdrukken aangaande de zielen van mannen en vrouwen, voor wie Christus stierf. Van de Meester werd gezegd: "De ijver van Uw huis heeft Mij verteerd". Psalm 69 :10. Dezelfde ijver moet bij Zijn vertegenwoordigers aanwezig zijn.

Een oneindig offer is gebracht voor de mens, en te vergeefs gebracht voor elke ziel, die de zaligheid niet wil aannemen. Wat is het dan van belang dat hij, die de waarheid brengt, dat zal doen onder het volle gewicht der verantwoordelijkheid, die op hem rust. Hoe teder, meelevend, en hoffelijk moet heel zijn gedrag zijn in zijn zich bezig houden met de zielen der mensen, waar immers de Verlosser der wereld heeft laten zien hoe hoog Hij die waardeert. De vraag is door Christus gesteld: "Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, die zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft?" Mattheüs 24 : 45. Jezus vraagt: Wie? en elke dienaar des Evangelies moet die vraag ook stellen aan zijn eigen hart. Wanneer hij de plechtige waarheid in haar geheel ziet en hij overdenkt het beeld dat gegeven is van de trouwe voorzichtige rentmeester, dan moet hij tot diep in zijn ziel geroerd worden.

DADERS DES WOORDS

Een ieder is zijn taak gegeven; niemand kan met een uitvluchtje aankomen. Een ieder heeft een deel te doen naar zijn vermogen; en het legt degene, die de waarheid brengt, de plicht op om nauwkeurig en onder gebed het natuurlijke vermogen van allen, die de waarheid aannemen, te leren kennen om dezen dan te onderrichten en stap voor stap te leiden, hen doen beseffend de last der verantwoordelijkheid, die op hen rust om het werk te doen dat God hen wil laten doen. Het moet hun steeds en steeds weer ingescherpt worden, dat niemand in staat zal zijn om verzoeking te weerstaan, de opzet Gods te beantwoorden, en het leven van een Christen te leiden, tenzij hij zijn werk, of dat nu groot of klein is, aanvaardt en dat werk doet met een gewetensvolle getrouwheid. Buiten het gaan naar de kerkdienst en het luisteren naar het woord Gods, is er voor allen nog iets anders te doen. Zij moeten de vernomen waarheid in praktijk brengen en haar beginselen uitleven in het leven van-elke-dag. Zij moeten voortdurend voor Christus bezig zijn, niet op grond van zelfzuchtige motieven, maar met het oog gericht op de heerlijkheid van Hem, Die het grootste offer bracht om hen van de ondergang te redden.

Predikanten moeten degenen, die de waarheid aannemen, inscherpen, dat ze Christus in hun gezin plaats verlenen; dat ze van Hem genade en wijsheid nodig hebben om hun kinderen te leiden en te beheren. Het is een onderdeel van de taak, die God hun heeft opgedragen om deze kinderen op te voeden en onder tucht te stellen en ze tof onderwerping te brengen. Laat de vriendelijkheid en hoffelijkheid van de predikant gezien worden in zijn omgang met kinderen. Hij moet altijd bedenken, dat ze mannen en vrouwen in miniatuur zijn, jonge leden van ‘s Heren gezin. Deze zullen de Meester na aan het hart liggen, en, wanneer ze op de juiste wijze onderricht en gedisciplineerd worden, kunnen ze Hem, zelfs in hun jeugd, van dienst zijn, Christus wordt gegriefd door elk ruw, hard en ondoordacht woord tot kinderen gesproken. Hun rechten worden niet altijd geëerbiedigd en ze worden vaak behandeld als hadden ze geen persoonlijk karakter, dat op de juiste wijze ontwikkeld moet worden, opdat het niet misvormd en de opzet Gods in hun leven een mislukking wordt.

Van kindsaf kende Timotheüs de Schriften, en zijn kennis was voor hem een beveiliging tegen de boze, hem omringende invloeden en tegen de verleiding om plezier en zelfzuchtige genoegens boven de plicht te stellen. Zo ', n omtuining hebben al onze kinderen nodig en hef moet een onderdeel zijn van de taak van ouders en van Christus' gezanten, toe te zien dat de kinderen naar vereisten worden onderricht in het Woord van God.

VOLMAAKTHEID IN CHRISTUS

Wil de predikant de goedkeuring Zijns Meesters wegdragen, dan moet hij met hart en ziel werken om een ieder mens de volmaaktheid in Christus bij te brengen. Hij moet in zijn werkwijze "niet de indruk wekken dat het van weinig belang is of de mensen al of niet de waarheid aannemen en practische godsvrucht beoefenen; maar de trouw en zelfopoffering, geopenbaard in zijn leven, moeten zó zijn, dat de zondaar overtuigd wordt dat eeuwige belangen op hef spel staan en dat zijn ziel in gevaar verkeert, tenzij hij beantwoordt aan het ern-stige werk, te zijner gunste verricht. Die uit duisternis en dwaling gebracht worden tot waarheid en licht, moeten grote veranderingen ondergaan en tenzij de noodzakelijkheid van een gedegen hervorming hun wordt ingescherpt, zullen ze zijn als de man, die in de spiegel, de wet van God, zag, en de gebreken in zijn zedelijk karakter ontdekte, maar wegging en vergat wat voor mens hij was. De geest moet altijd waakzaam zijn ten opzichte van een verantwoordelijkheidsgevoel, of hij zal terugzinken in een staat van nog zorgelozer onoplettendheid dan daarvoor.

Het werk van Christus' gezanten is veel groter en ge wichtiger dan velen zich wel indenken. Zij moeten helemaal niet tevreden zijn met hun succes, of ze moeten, door vlijtige arbeid en de zegen Gods, dienstvaardige Christenen voor Hem kunnen stellen, die een waar gevoel bezitten van hun verantwoordelijkheid en bereid zijn dé hun opgedragen taak te verrichten. Het juiste werk en onderricht zal ten gevolge hebben dat die mannen en vrouwen de hand aan de ploeg slaan, die een sterk karakter hebben en een zo vaste overtuiging dat geen zweem van zelfzucht hen zal hinderen in de arbeid, of hun geloof zal verzwakken noch hen zal afhouden van hun plicht.

Wanneer de predikant degenen, die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, naar vereiste heeft onderricht, zal, wanneer hij naar een ander arbeidsveld gaat, het werk niet uiteen vallen, want het zal zo goed gefundeerd zijn, dat het stand houdt. Alleen wanneer degenen, die de waarheid aannemen, tot in het diepst van hun wezen zijn bekeerd, en er een radicale verandering in hun leven en karakter heeft plaats gegrepen, is de ziel vastgeklonken aan de eeuwige Rots; maar is dat niet het geval en het werk van de predikant houdt op en het nieuws is er af, dan vervliegt al gauw de indruk, de waarheid verliest haar bezielende kracht en zij oefenen geen heiliger invloed uit en hun belijden der waarheid verspreidt geen meerdere reuk ten goede.

Ik sta verbaasd, dat, met de voorbeelden voor onze ogen van wat de mens kan zijn, en wat hij kan doen, wij niet aangezet worden tot meerdere krachtsinspanning om de goede werken der rechtvaardigen naar de kroon te steken. Allen kunnen geen vooraanstaande posities innemen; maar allen kunnen nuttige en vertrouwensvolle posities bekleden en kunnen, door volhardende trouw, meer goeds verrichten dan ze wel denken. Die de waarheid omhelzen, moeten streven naar een klaarder begrip van de Schriften en een proefondervindelijke kennis van een levende Heiland. Het intellect moet gecultiveerd, het verstand geoefend worden. Alle intellectuele traagheid is zonde en geestelijke lauwheid is de dood.

DOET DE MENSEN OP JEZUS ZIEN

O, kon ik toch maar over woorden beschikken met voldoende kracht om aan mijn medearbeiders in het Evangelie de indruk te geven, die ik wens! Mijn broeders, gij beschikt over de woorden des levens; gij gaat met mensen om, wie de hoogste ontwikkeling ten deel kan vallen, wanneer ze maar in het juiste spoor geleid worden. Maar in de gehouden gesprekken lag te veel zelfverheerlijking. Christus gekruisigd, Christus opgevaren ten hemel, Christus wederkomende, moet de geest van de Evangelieprediker zo zacht, zo blij, en zo vol maken, dat hij de mensen deze waarheden zal brengen in liefde en diepe ernst. De predikant zal dan wegvallen en Jezus worden groot gemaakt. De mensen zullen zo onder de indruk komen van deze alles absorberende onderwerpen, dat ze daarover zuilen praten en die zullen prijzen, inplaats van de predikant te verheerlijken, die immers maar het instrument is. Maar wanneer de mensen, door al maar de predikant te verheerlijken, weinig of geen be-langstelling tonen in het gepredikte woord, dan kan hij daaruit weten, dat de waarheid zijn eigen ziel niet heiligt. Hij spreekt niet tot zijn toehoorders op zo ', n wijze dat Jezus verheerlijkt en Zijn liefde wordf groot gemaakt. Dienaangaande zei Christus: "Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken". Mattheüs 5:16. Laat uw licht zo schijnen dat de eerlijkheid zal strekken tot eer van God en niet tot eer van uzelven. Wanneer u de lof wordt toegezwaaid, sidder dan en word beschaamd, want hef grote doel is mislukt; het is niet God, maar de dienstknecht, die verheerlijkt wordt. Laat uw licht alzo schijnen; let wel op, prediker van Christus, hoe uw licht schijnt. Wanneer het hemelwaarts opglanst, openbarende de uitmuntendheid van Christus, dan schijnt het goed. Wanneer het op uzelven neervalt, wanneer gij uzelve verheerlijkt en ge u door de mensen laat bewonderen, dan zou het beter zijn dat ge uw mond maar hield; want uw licht schijnt op de verkeerde manier.

LEVENDE REPRESENTANTEN VAN CHRISTUS

Predikers van Christus, ge kunt verbonden zijn met God indien ge wilt waken en bidden. Laat uw woorden gekruid zijn met zout en laat christelijke hoffelijkheid en een ware houding uw gedragingen bezielen. Wanneer in uw binnenste de vrede Gods heerst, zal zijn kracht u niet enkel versterken, maar ook uw harten verzachten, en gij zult levende representanten van Christus zijn. De mensen, die de waarheid belijden, wijken van God af. Jezus zal weldra komen, en zij zijn onvoorbereid. De predikant moet zelve op een hoger niveau komen, tot een geloof dat zich kenmerkt door groter vastheid, tot een ervaring, die leeft en bezielt, niet gewoon en alledaags als die van belijders-in-naam.

Het Woord van God stelt u een hoog doelwit. Wilt ge door vasten en bidden, komen tot, de volmaaktheid en duurzaamheid van een Christelijk karakter? Gij moet rechte paden voor uw voeten maken, anders zal de kreupele van de weg af raken. Een nauwe gemeenschap met God zal u in uw arbeid die vitale kracht geven, die het geweten wakker schudt, en de zondaar van zonde overtuigt en hem doet roepen: "Wat moet ik doen om zalig te worden?"

De opdracht, die Jezus vlak voor Zijn hemelvaart aan Zijn discipelen gaf, luidde: "Gaat dan henen, onderwijst al de. volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld". Mattheüs 28 : 19, 20. "Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen." Johannes 17 : 20. De opdracht omvat hen, die door Zijn discipelen in Zijn Woord zullen geloven. En allen die door God geroepen worden om als gezanten van Hem op te treden, moeten de lessen over practische godsvrucht, hun door Christus in Zijn Woord gegeven, ter harte nemen en die de wereld leren.

Christus opende voor Zijn discipelen de Schriften, beginnende met Mozes en de Profeten, en onderrichtte hen in alle dingen betreffende Hemzelf, en legde hen ook de profetieën uit. De apostelen gingen in hun prediking terug tot Adams tijd, leidden hun toehoorders door de profetische geschiedenis, en eindigden met Christus en Die gekruisigd, de zondaren opwekkende tot bekering, tot verzaking van hun zonden en terugkeer tot God. De representanten van Christus in onze tijd moeten hun voorbeeld volgen en in ieder gesprek Christus groot maken als de Verhevene, Die alles in allen is.

EEN BEKEERDE ARBEIDERSGEMEENSCHAP

Niet alleen neemt de vormelijkheid bezit van de populaire kerken, maar ze neemt ook op alarmerende wijze toe onder hen, die belijden de geboden Gods te houden en uitzien naar de spoedige verschijning van Christus op de wolken des hemels. We moeten onze gezichtskring niet verengen en onze gelegenheden om goed te doen niet beperken; nochtans terwijl we onze invloed uitbreiden en onze plannen breder uitmeten, wanneer de Voorzienigheid de weg opent, moeten we met meer ernst de afgodendienst der wereld uit de weg gaan. Terwijl we krachtiger pogingen doen om onze capaciteiten te vermeerderen, moeten we ons ook overeenkomstig inspannen wijsheid van God te verkrijgen om al de vertakkingen van het werk tot ontwikkeling te brengen naar Zijn eigen ordinantie, en niet van uit een werelds standpunt. Wij moeten niet de gewoonten der wereld als voorbeeld nemen, maar de gelegenheden, die God binnen ons bereik stelt, zoveel mogelijk uitbuiten om de waarheid onder de mensen te brengen.

Wanneer, als volk, onze werken overeenkomen met ons belijden, zullen we veel meer bereiken dan nu. Wanneer we zulke toegewijde mannen hebben als Elia, die het geloof bezitten, dat hij bezat, zullen we zien dat God Zich aan ons zal openbaren, zoals Hij dat deed aan de heilige mannen in het verleden. Wanneer we mannen hebben, die, hun tekortkomingen erkennende, tot God willen smeken in oprecht geloof, zoals indertijd Jacob, zullen we hetzelfde resultaat zien. Kracht zal van God tot de mens komen in antwoord op het gebed des geloofs.

Er is maar weinig geloof in de wereld. Maar weinig mensen leven dicht bij God. En hoe kunnen we dan meer kracht verwachten alsmede dat God Zich zal openbaren aan de mensen, wanneer er met Zijn Woord lichtvaardig wordt omgegaan en de harten niet geheiligd zijn door de waarheid? Mannen, die niet half bekeerd zijn, zelfvoldaan en vol zelfvertrouwen, prediken de waarheid aan anderen. Maar God werkt niet met hen, want in hart en leven zijn ze niet geheiligd. Ze wandelen niet ootmoedig met God. We moeten een bekeerde predikersgemeenschap hebben, en dan zullen we van God het licht zien komen, alsook Zijn kracht, die al onze pogingen te hulp komt.

De wachters, die in het verleden geplaatst werden op de muren van Jeruzalem en van andere steden, hadden een zeer verantwoordelijke positie. Van hun trouw hing de veiligheid af van allen die de steden bewoonden. Wanneer gevaar werd geducht, mochten ze dag noch nacht zwijgen. Met kleine tussenperioden moesten ze elkander toeroepen, om te constateren of allen wakker waren en de een of ander geen letsel was overkomen. Schildwachten werden geplaatst op een of andere hoogte, van waaraf ze konden zien of belangrijke posten bewaakt werden, en ze lieten hun roep, óf ter waar-schuwing, óf dat alles rustig was, horen. Dit werd dan van de een op de ander overgenomen, waarbij een elk de woorden herhaalde, totdat de gehele stad rond was gegaan.

Deze wachters stellen de gezamenlijke predikanten voor, van wier trouw de zaligheid der zielen afhangt. De rentmeesters van de verborgenheden Gods moeten als wachters staan op de muren van Zion; en zien ze dat het zwaard nadert, dan moeten ze het waarschuwingssignaal laten klinken. Wanneer ze als schildwachten staan te suffen en hun geestelijke gevoelens zijn zo verdoofd, dat ze geen gevaar zien en aanvoelen en de mensen komen om, dan zal God hun bloed eisen van de handen der wachters.

HEILIGE VERANTWOORDELIJKHEID DER WACHTERS

"Gij nu, o mensenkind, Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israëls; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen." Ezechiël 33 :7. De wachters moeten dicht nabij God leven om Zijn woord te horen en met Zijn Geest bezield te worden, opdat de mensen niet tevergeefs op hen mogen zien. "Als Ik tot de goddeloze zeg: O goddeloze, gij zult de dood sterven en gij spreekt niet om de goddeloze van zijn weg af te manen; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Maar als gij de goddeloze van zijn weg afmaant, dat hij zich van die bekere, en hij zich van zijn weg niet bekeert, zo zal hij in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd." Verzen 8, 9. Gezanten van Christus moeten oppassen, dat ze door hun ontrouw, niet hun eigen zielen en die van hun toehoorders verliezen.

Mij werden in de verschillende Staten de gemeenten getoond, die belijden de geboden Gods te houden en uit te zien naar de wederkomst van Christus. Op alarmerende wijze heerst ónder hen onverschilligheid, hovaardij, liefde voor de wereld, en koude vormelijkheid. En dit zijn de mensen, die bijna op het oude Israël gaan lijken, zover dat betreft het gebrek aan vroomheid. Velen hebben de mond vol over godsvrucht, maar bezitten helemaal geen zelfbeheersing. Begeerte en passie hebben de overhand; het eigen-ik gaat voorop. Velen zijn eigenmachtig, aanmatigend, heerszuchtig, blufferig, hovaardig, onheilig. Nochtans zijn sommigen van die mensen predikanten, die omgaan met heilige waarheden. Zo ze niet tot inkeer komen, zal hun kandelaar worden weggenomen. De vloek van de Heiland, uitgesproken over de onvruchtbare vijgeboom is een preek voor alle formalisten en pochende geveinsden, die zich aan de wereld voordoen in hun aanmatigende bladerdos, maar waaraan de vruchten ontbreken. Wat een berisping voor hen, die een gedaante van godzaligheid hebben, terwijl ze in hun onchristelijk leven de kracht daarvan verloochenen. Hij, die met tederheid de grootste der zondaren tegemoet trad, die ware ootmoed en berouw nooit met voeten trad, staat scherp afwijzend tegenover hen, die roemen op hun godsvrucht, maar hun geloof in de werken verloochenen.