Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 3

Jaloersheid en Vitterij Veroordeeld

[ AUDIO ]

Het doet mij leed te moeten zeggen dat er onder de gemeenteleden onbeheerste tongen voorkomen. Er zijn valse tongen die opgaan in het kwaad. Dan zijn er achterbakse, fluisterende tongen. Daar is achterklap, ongepaste bemoeizucht, listige spotzucht. Onder de liefhebbers van geklets worden sommigen gedreven door nieuwsgierigheid, anderen door jaloersheid, velen door haat tegen hen door wie God heeft gesproken om hen te berispen. Al die wanluidende elementen zijn aan het werk. Sommigen verbergen hun wezenlijke bedoelingen, terwijl anderen ernaar hunkeren rond te bazuinen wat ze weten, om van een ander kwaad te spreken of hem verdacht te maken.

Ik zag dat die echte meinedige geest, die waarheid wil veranderen in leugen, goed in kwaad, en onschuld in misdaad, nu aan het werk is. Satan is opgetogen over de toestand van Gods belijdend volk. Terwijl velen hun eigen zielen verwaarlozen, speuren ze ijverig naar een kans om anderen te critiseren en te veroordelen. Allen hebben karakterfouten, en het is niet moeilijk iets te vinden dat door de jaloersheid zo uitgelegd kan worden dat het hun kwaad doet. Diegenen die zichzelf als rechters hebben opgeworpen, zeggen: "Nu hebben we feiten. We zullen daaruit een beschuldiging opbouwen waar ze niet vlekkeloos onderuit zullen komen." Ze wachten op een juiste kans om dan hun geklets, hun vreemdsoortige nieuwtjes te spuien.

In hun pogingen om een bepaald punt naar voren te brengen, lopen mensen die van nature een sterke verbeelding hebben, gevaar zichzelf te bedriegen en anderen te bedriegen. Zij nemen onbeheerste uitdrukkingen 1882, Vol. 5, blz. 94--98 van anderen in zich op, zonder er bij te denken dat haastig gesproken woorden de wezenlijke gevoelens van de spreker niet juist weergeven. Maar die onoverlegde opmerkingen, vaak zo laag bij de grond dat het de moeite niet waard is er nota van te nemen, worden bezien door Satans vergrootglas, gewikt en gewogen, herhaald, tot molshopen bergen worden. Van God gescheiden, worden die kwaadstichters een speelbal van de verzoeking. Zij kennen ternauwernood de kracht van hun gevoelens of de uitwerking van hun woorden. Terwijl ze de fouten van anderen veroordelen, geven zij zichzelf over aan nog grotere fouten. Karaktervastheid is gelijk een juweel!

Bestaat er niet een wet van vriendelijkheid, die nageleefd moet worden? Zijn Christenen door God gemachtigd elkander te critiseren en te veroordelen? Is het geoorloofd, ja zelfs eerlijk van de lippen van een ander, onder het mom van vriendschap geheimen die hem zijn toevertrouwd, los te krijgen, om die dan tot diens nadeel te verdraaien? Is het Christelijke liefde om eik loos gerucht op te vangen, alles bloot te leggen wat iemands karakter in een verdacht licht kan stellen, om zich dan nog te verheugen dat men hem daarmede kwaad berokkend heeft? Satan jubelt wanneer hij een navolger van Christus kan te schande maken of verwonden. Hij is "de aanklager van onze broederen". Zullen Christenen hem in zijn werk bijstaan?

Gods alziend oog aanschouwt de gebreken van allen, als ook de hartstocht van een ieder, en toch is Hij lankmoedig tegenover onze gebreken en heeft medelijden met onze zwakheden. Hij vraagt Zijn volk diezelfde geest van tederheid en verdraagzaamheid te koesteren. Ware Christenen gaan er niet op in om de fouten en tekortkomingen van anderen aan het licht te brengen. Zij zullen zich afkeren van alles wat laag en misvormd is, teneinde de geest te richten op datgene wat aantrekkelijk en liefelijk is. Elk vittend woord, elk veroordelend woord doet een Christen pijnlijk aan.

Altijd zijn er mannen en vrouwen die voorgeven de waarheid te belijden, maar die hun leven niet hebben blootgesteld aan haar heiligende invloed; onoprechte mensen, die echter zichzelf bedriegen en steeds in de zonde vallen. Ongeloof wordt in hun leven, in hun ge-dragingen en karakter gezien, en dat vreselijke kwaad vreet voort als de kanker.

CRITISEER UZELF, NIET ANDEREN

Zouden alle belijdende Christenen hun denkvermogens gebruiken om te zien welke gebreken er in henzelf nog verbeterd moeten worden, in plaats van kwaad te spreken van anderen, dan zou er in de Gemeente van heden een gezonder toestand heersen. Sommigen zullen zich eerlijk betonen wanneer het niets kost, maar komt het in hun kraam te pas, dan wordt eerlijkheid aan de kant gezet. Eerlijkheid en sluw overleg kunnen in dezelfde geest niet samengaan. Op den duur zal sluw overleg worden uitgebannen, en dan overheersen waarheid en eerlijkheid, of wanneer dat sluwe overleg wordt gekoesterd, zal de eerlijkheid vergeten worden. Deze kunnen nooit met elkander verweven zijn, ze hebben niets met elkander gemeen. De een is de profeet van Baal, de andere is de ware profeet Gods. Wanneer de Here Zijn juwelen inzamelt, zal er op de waarachtigen, de oprechten, de eerlijken met welbehagen worden neergezien. Engelen worden gebruikt om voor dezulken kronen te maken, en van deze met juwelen versierde kronen zal het licht dat afstraalt van de troon Gods, met bijzondere luister weerkaatst worden.

De herders van de gemeenten moeten zich te vaak bezighouden met de scheve verhoudingen onder de broeders, en maar al te dikwijls wijzen zij daarop in hun verhandelingen. Zij moeten de leden van de gemeente niet aanmoedigen zich over elkander te beklagen, maar hen aanraden zichzelf nauwkeuriger te onderzoeken. Niemand moet zich laten verleiden tot vooroordeel of verbolgenheid wanneer hem de verkeerdheden van anderen worden verteld; allen moeten geduldig wachten tot ze het vraagstuk van beide kanten hebben bekeken en dan moeten ze slechts geloven wat de feiten uitbrengen. Te allen tijde is de veilige weg: niet te luisteren naar boze aantijgingen, of de Bijbelse regel moet eerst strikt zijn nagevolgd. Dit slaat op sommigen die sluw geprobeerd hebben een en ander te weten te komen van iemand die daar niet op verdacht was, op hen die zich bemoeien met aangelegenheden waarmede ze niets te maken hadden en waarvan het kennen hen geen goed zou doen.

Om uw eigen bestwil, mijn broeders, houdt toch het oog gericht op de heerlijkheid Gods. Ban zoveel mogelijk het eigen-ik uit uw gedachten. We naderen het einde des tijds. Onderzoekt uw beweegredenen in het licht der eeuwigheid. Ik weet hoe nodig het is dat u wordt wakker geschud; u wijkt te ver van de oude, veilige grenzen af. Uw zogenaamde wetenschap ondermijnt de fundering van het Christelijke beginsel. Mij is getoond de weg die u beslist gaan zoudt wanneer u zich van God zoudt afwenden. Vertrouwt niet op uw eigen wijsheid. Ik zeg u, dat uw zielen in onmiddellijk gevaar verkeren. Om Christus' wille, onderzoekt uzelf en ziet waarom u zo weinig hart hebt voor godsdienstbeoefening.

De Here test en beproeft Zijn volk. U moogt ten op-zichte van uw eigen misvormd karakter zo streng en critisch zijn als u zelf maar wilt; maar weest vriendelijk, meelevend en hoffelijk tegenover anderen. Vraagt uzelf elke dag: Is alles tot in het diepst van mijn hart met mij in orde of hapert er nog iets aan? Smeekt de Here om u van alle misleiding op dit punt te verlossen. Eeuwige belangen staan op het spel. Terwijl zo velen hunkeren naar eer en begerig zijn naar gewin, zo zoekt toch ernstig naar de zekerheid van Gods liefde, mijn geliefde broeders, en roept: Wie zal mij tonen, hoe ik mijn roeping en ver-kiezing moet vastmaken?

Satan maakt een nauwkeurige studie van de ingewortelde zonden der mensen en dan begint hij zijn werk om hen te verlokken en te verstrikken. Wij staan in de dikste duisternis der verzoekingen, maar de overwinning is ons weggelegd wanneer we moedig de strijd des Heren strijden. Allen zijn in gevaar. Maar wanneer u nederig wandelt in de geest des gebeds, zult u uit dat louteringsproces kostbaarder te voorschijn komen dan fijn goud, dan het fijnste goud van Ofir. Door zorgeloos en zonder gebedsbeoefening te zijn, zult u zijn als een klinkend metaal of luidende schel.

Sommigen zitten bijna geheel gevangen in de mazen der twijfelzucht. Tot dezulken wil ik zeggen: Verheft uw geest uit die diepte. Richt die op God. Hoe nauwer geloof en heiligheid u binden aan de Eeuwige, des te duidelijker en helderder zal de gerechtigheid van Zijn handelingen u toeschijnen. Maakt het leven, het eeuwige leven, tot het doel van al uw handelen.

Ik ken uw gevaar. Wanneer u het vertrouwen in de getuigenissen verliest, zult u van de Bijbelse waarheid wegdrijven. Ik was bang dat velen een onzekere, twijfelachtige plaats zouden gaan innemen, en in mijn wanhoop voor uw zielen wilde ik u waarschuwen. Hoe velen zullen op die waarschuwing acht slaan? Zoals u nu tegenover de getuigenissen staaf, en iemand zou uw weg kruisen om uw fouten te verbeteren, zoudt u zich dan volmaakt vrij gevoelen om een .gedeelte of het geheel aan te nemen of te verwerpen? Hetgeen u hef minst zoudt willen aannemen, is juist datgene wat u het meeste nodig hebt. God en Satan werken nooit in deelgenootschap. De getuigenissen dragen het kenmerk òf van God, òf van Satan. Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen, noch kan een slechte boom goede vruchten dragen. Aan hun vruchten zult gij ze kennen. God heeft gesproken. Wie heeft gebeefd voor Zijn Woord?

Toen ik naar Colorado ging, gevoelde ik zo'n zware verantwoordelijkheid voor u, dat ik in al mijn zwakheid vele bladzijden schreef om op uw conferentievergaderingen voor te lezen. Zwak en bevend stond ik ‘s morgens om drie uur op om u te schrijven. God sprak door stof. Nu kunt u zeggen dat die mededeling slechts in een brief bestond. Ja, het was een brief, maar ingegeven door de Geest Gods om u de dingen die God mij heeft laten zien, in te scherpen. In deze brieven die ik schrijf, in de getuigenissen die ik afleg, houd ik u voor, wat God mij heeft voorgehouden. Ik schrijf geen enkel artikel in ons blad dat enkel en alleen mijn eigen ideeën weergeeft. Ze bevatten wat God mij in een visioen heeft laten zien -- de kostelijke lichtstralen die van de troon schijnen. -- 1882, Vol. 5, blz, 67.