Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 20

De Ware Zendingsgeest

[ AUDIO ]

De ware zendingsgeest is de geest van Christus. De Verlosser der wereld was de grote voorbeeldige Zendeling. Velen van Zijn navolgers hebben vlijtig en onzelfzuchtig gewerkt ten bate van de zaligheid der mensen; maar niemands arbeid kan vergeleken worden . met de zelfverloochening, de opofferingsgezindheid, de goedertierenheid van ons Voorbeeld.

De liefde die Christus voor ons aan de dag heeft gelegd, is zonder weerga. Hoe vlijtig werkte Hij! Hoe vaak was Hij alleen in vurig gebed, op de berghelling of in een verborgen plekje van de hof, waar Hij Zijn smeekbeden onder tranen en uit het diepste van Zijn gemoed opzond. Met welk een drang bad Hij aanhoudend voor zondaren! Zelfs aan het krujs vergat Hij Zijn eigen smarten in Zijn grote liefde voor hen die Hij kwam verlossen. Hoe koud is onze liefde, hoe zwak onze belangstelling, vergeleken met de liefde en belangstelling getoond door onze Heiland! Jezus gaf Zichzelf tot verlossing van ons geslacht; en hoe gauw staan wij niet klaar met de verontschuldiging dat we niet alles wat we hebben aan Jezus kunnen geven. Onze Heiland gaf Zich over aan vermoeiende arbeid, schande en lijden. Hij werd geminacht, ge-tart, bespot, terwijl Hij bezig was in het grote werk waarvoor Hij naar deze aarde kwam.

Mijn broeders en zusters, vraagt u zichzelf af: Welk voorbeeld zal ik navolgen? Ik wijs u niet op grote en goede mannen, maar op de Verlosser der wereld. Willen we de ware zendingsgeest bezitten, dan moeten we bezield zijn met de liefde van Christus; we moeten zien op de Bewerker en Voleinder van ons geloof, Zijn karakter bestuderen, Zijn geest van zachtmoedigheid en nederigheid aankweken en in Zijn voetstappen wandelen.

Velen veronderstellen dat de zendingsgeest, de geschiktheid voor zendingswerk, een bijzondere gave of talent is dat geschonken is aan de predikers en enkele leden van de gemeente, en dat al de anderen enkel maar toeschouwers zijn. Nooit is er een groter vergissing geweest. Elke ware Christen zal een zendingsgeest bezitten, want wanneer men een Christen is, dan is men ook Christus gelijkvormig. Niemand leeft voor zichzelf en "zo iemand de Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe". Romeinen 8 : 9. Een ieder die een voorsmaak heeft van de krachten der toekomende wereld, of hij nu oud of jong is, geschoold of niet geschoold, zal gedreven worden door de geest die Christus bezielde. De allereerste aandrang van het wedergeboren hart is om anderen ook tof de Heiland te brengen. Die dit verlangen niet bezitten, geven blijk dat zij hun eerste liefde hebben verloren; zij moeten nauwgezet hun eigen hart onderzoeken in het licht van Gods Woord en het moet hun ernstig streven zijn opnieuw gedoopt te worden met de Geest van Christus; zij moeten bidden om een dieper inzicht in die wonderlijke liefde die Jezus voor ons aan de dag legde door de heerlijkheid der hemelen te verlaten, om naar een gevallen wereld te komen ten einde zalig te maken die verloren gaan.

LEVENDE BRIEVEN

In de wijngaard des Heren is werk voor een ieder onzer. We moeten niet streven naar die betrekking die ons het meeste genoegen en de grootste inkomsten zal verschaffen. Ware godsdienst is vrij van zelfzucht. De zendingsgeest is een geest van persoonlijke opoffering. We moeten werken hier en waar ook ter wereld, met inspan-ning van onze uiterste krachten, voor de zaak onzes Heren.

Zodra iemand werkelijk bekeerd is tot de waarheid, ontspringt er in zijn hart een vurig verlangen om naar een vriend of kennis te gaan ten einde die op de hoogte te stellen van het kostelijke licht dat afstraalt van de geheiligde bladzijden. In zijn onzelfzuchtige arbeid om anderen te redden, is hij een levende brief, door alle mensen gekend en gelezen. Zijn leven toont dat hij tot Christus bekeerd is en een medearbeider van Hem is geworden.

Als volk zijn de Zevende-Dags Adventisten edelmoedige en goedhartige mensen. Wat de verkondiging van de waarheid voor deze tijd betreft, kunnen we op hun sterk en bereidwillig medeleven staat maken. Wanneer voor een bepaalde zaak een beroep wordt gedaan op hun vrijgevigheid, en begrip daarvoor wordt gevraagd, kan men zeker zijn van een goedgunstig antwoord. Hun gaven tot ondersteuning van het werk getuigen dat zij geloven dat dit het werk der waarheid is. Inderdaad zijn er onder ons uitzonderingen. Niet allen die belijden het geloof aan te nemen, zijn oprechte, trouwhartige gelo-vigen. Maar dat was precies zo in de dagen van Christus. Zelfs onder de apostelen was een Judas; maar dat bewees niet dat allen hetzelfde karakter hadden.

Wij hebben geen reden tot ontmoediging, omdat we weten dat velen het werk der waarheid met hart en ziel zijn toegedaan en bereid voor de vooruitgang daarvan waarlijk offers te brengen. Maar toch bestaaf er onder ons een groot gebrek, een grote behoefte. Er is te weinig van die ware zendingsgeest. Alle zendingsarbeiders moeten die diepe belangstelling bezitten voor de zielen van hun medemensen, die hart aan hart zal verbinden in medeleven en in de liefde van Jezus. Zij moeten vurig bidden om Gods hulp en moeten verstandig arbeiden om zielen voor Christus te winnen. Een koude, geesteloze poging zal niets uithalen. Nodig is, dat de geest van Christus daalt op de zonen der profeten. Dan zullen zij zó'n liefde voor de zielen der mensen aan de dag leggen als Jezus toonde in Zijn leven.

De oorzaak waarom er geen dieper geestelijk beleven en geen vuriger liefde voor elkander in de gemeente is, ligt daarin dat de zendingsgeest aan het uitdoven is. Weinig wordt nu gezegd aangaande Christus' komst, dat eens het onderwerp was van overdenking en gesprek. Er is een onverantwoordelijke tegenzin, een groeiende afkeer voor een godsdienstig gesprek; en daarvoor in de plaats geeft men zich over aan wuft, ijdel gepraat, zelfs onder de belijdende navolgers van Christus.

GAAT AAN DE ARBEID

Mijn broeders en zusters, wilt u de banden verbreken die u verstrikken? Wilt gij opwaken uit de traagheid die veel lijkt op een verstijving des doods? Gaat aan de arbeid, of u dit nu wel of niet zint. Doet persoonlijk moeite om zielen tot Jezus en tot de kennis der waarheid te brengen. In zo'n arbeid zult u zowel een aansporing als een opwekkingsmiddel Vinden; dat zal u uit uw traagheid opwekken en u versterken. Door oefe-ning zullen uw geestelijke krachten sterker worden, zodat gij met beter resultaat uwszelfs zaligheid kunt werken. De gevoelloosheid des doods is over velen die Christus belijden. Doet al uw best om hen daaruit op te wekken. Waarschuwt, vermaant, onderhoudt hen daarover. Bidt dat de vurige liefde Gods hun natuur, die als door een ijskorst omgeven is, mag verwarmen en doen smelten. Al willen ze niet naar u luisteren, zo zal uw arbeid toch niet vergeefs zijn. Door te proberen een zegen voor anderen te zijn, zal uw eigen ziel gezegend worden.

We bezitten de theorie der waarheid en nu moeten we ernstig streven naar haar heiligende kracht. Ik durf mij niet stil te houden in deze tijd van gevaar. Het is een tijd der verzoeking, van moedeloosheid. Een ieder staat bloot aan de listen van Satan, en wij moeten ons aaneensluiten om zijn kracht te weerstaan. We moeten van één geest zijn, dezelfde dingen spreken en als uit één mond God verheerlijken. Dan kunnen wij met succes onze plannen uitbreiden en door ijverige zendingsarbeid voordeel trekken uit elk talent dat wij kunnen gebruiken in de verschillende afdelingen van het werk.

AAN ELK HUIS

Het licht der waarheid zendt zijn heldere stralen over de wereld door de zendingsarbeid. De pers is een middel waardoor velen, die niet in contact zouden komen met het werk der predikanten, bereikt worden. Een groot werk kan gedaan worden door de Bijbel, zoals die gelezen moet worden, onder de mensen te brengen. Brengt het Woord Gods aan elk huis, laat het duidelijk en klaar zijn invloed uitoefenen op het geweten van ieder mens, en herhaalt overal het gezegde van de Heiland: "Onderzoekt de Schriften". Johannes 5 : 39. Vermaant hen de Bijbel te nemen zoals die is, om Goddelijk licht te bidden, en dan wanneer het licht schijnt, elke kostelijke straal blijmoedig aan te nemen en zonder vrees de gevolgen af te wachten.

De vertreden wet van God moet voor de mensen verheerlijkt worden; zodra ze verlangend en eerbiedig tot de Heilige Schrift terugkeren, zal hemels licht de wonderlijke dingen van Gods wet aan hen openbaren. Belangrijke waarheden, lang verduisterd door bijgeloof en valse leerstelling, zullen hun glans weerkaatsen van de verlichte bladzijden van hef Heilige Woord. De levende Godsspraken bieden hun schaften, nieuw en oud, licht en vreugde verschaffend aan allen die ze in onfvangst willen nemen. Velen ontwaken uit hun sluimer. Zij staan als het ware op uit de doden en ontvangen het licht en het leven dat Christus alleen kan geven. Waarheden waarvan bewezen is dat mensen met een geweldig verstand ze niet konden omvatten, worden begrepen door kinderkens in Christus. Aan dezulken wordt duidelijk geopenbaard wat verborgen bleef voor het geestelijke waarnemingsvermogen van de meest geleerde uitleggers des Woords, omdat, evenals de Sadduceeën van ouds, ze onwetend stonden ten opzichte van de Schriften en de kracht Gods.

Zij die de Bijbel bestuderen met een oprecht verlangen om de wil van God te kennen en te doen, zullen wijs worden tot zaligheid. De Sabbatschool is een belangrijk onderdeel van het zendingswerk, niet alleen omdat deze jong en oud een kennis van Gods Woord bijbrengt, maar omdat daardoor een liefde voor zijn geheiligde waarheden in hen ontwaakt en een verlangen om die voor henzelf te bestuderen; en boven alles wordt hen daardoor geleerd hun leven te richten naar zijn heilige leringen.

CHRISTUS' MEDEARBEIDERS

Allen die Gods Woord nemen tot het richtsnoer van hun leven, komen tot elkander in een nauwe verhouding te staan. De Bijbel bindt hen aaneen. Maar hun gezelschap zal niet gezocht of verlangd worden door hen die het Heilige Woord niet eerbiedig aannemen als een onfeilbare Gids. Ze zullen onderscheiden zijn èn in geloof èn in praktijk. Er kan tussen hen geen harmonie bestaan; ze zijn onverzoenlijk. Als Zevende-Dags Adventisten staan we niet op gewoonte en overlevering maar op het duidelijke: "Alzo zegt de Here", en om deze oorzaak kunnen wij onmogelijk overeenstemmen met de massa die de leerstellingen en geboden van mensen leren en navolgen. Allen die uit God geboren zijn, zullen medearbeiders van Christus worden. Dezulken zijn het zout der aarde. "Indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden?" Indien de godsdienst die we belijden, ons hart niet vernieuwt en ons leven niet heiligt, hoe zal die dan een reddende macht uitoefenen op ongelovigen?

"Het deugt nergens meer toe dan om buiten geworpen en van de mensen vertreden te worden." Die godsdienst welke geen hernieuwende kracht op de wereld uitoefent, is van geen waarde. We kunnen daar niet op bouwen voor onze eigen zaligheid. Hoe eerder we die weg doen, hoe beter, want hij is krachteloos en vals.

Wij moeten dienen onder onze grote Leidsman, ons aaneensluiten tegen elke vijandige invloed, en Gods medearbeiders zijn. De ons opgedragen taak bestaat daarin dat we het zaad des Evangelies zaaien aan alle wateren. In dit werk moet iedereen zijn deel doen. De menigvuldige genade Gods die ons is toebedeeld, stelt ons tot rentmeesters over talenten die wij moeten ver-meerderen door ze uit te zetten bij de wisselaars, opdat wanneer de Meester ze opvraagt, Hij Zijn eigendom met woeker kan terugkrijgen.

God biedt u met één hand geloof, om Zijn machtige arm aan te grijpen, en met de andere hand liefde, om in contact te komen met verloren gaande zielen. Christus is de weg, de waarheid, en het leven. Volgt Hem na. Wandelt niet naar het vlees, maar naar de Geest. Wandelt, zoaIs Hij gewandeld heeft. Dit is de wil van God, uw heiligmaking. Het werk dat u is opgelegd, is de wil te doen van Hem Die uw leven ondersteunt tot Zijn heerlijkheid. Indien gij voor uzelf werkt, baat u dat niets. Te werken tot het bestwil van anderen, minder zelfzuchtig te zijn en meer geneigd om alles aan God te wijden, zal Hem aangenaam zijn en beloond worden door Zijn rijke genade. -- 1868, Vol. 2, blz. 170.