Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 24

De Komende Crisis

[ AUDIO ]

"En de draak vergrimde op de vrouw, en ging henen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben." Openbaring 12 : 17. In de nabije toekomst zullen wij deze woorden in vervulling zien gaan, wanneer de Protestantse kerken zich verenigen met de wereld en met de pauselijke macht tegen hen die de ge-boden bewaren. Dezelfde geest die Roomsen in de vorige eeuw tot daden aanzette, zal de Protestanten er toe brengen eenzelfde weg te volgen tegenover hen die God trouw willen blijven.

Kerk en staat treffen nu voorbereidingen voor het toekomstige conflict. Protestanten werken onder een of ander voorwendsel om de Zondag naar voren te schuiven, zoals de Roomsen gedaan hebben. Door het gehele land is het pausdom bezig zijn groot, massief stelsel op te bouwen, in welks verborgen schuilhoeken zijn vervolgingen van het verleden herhaald moeten worden. En de weg wordt bereid voor de openbaring op grote schaal van die bedriegelijke wonderen, waardoor, indien het mogelijk ware, Satan zelfs de uitverkorenen zou ver-leiden.

Het bevel dat tegen Gods volk zal worden uitgevaardigd, zal heel veel gelijken op dat van Ahasveros, uitgevaardigd tegen de Joden ten tijde van Esther. Het Perzische bevel was een gevolg van de wrok van Haman tegenover Mordechai. Niet dat Mordechai hem kwaad had berokkend, maar hij had geweigerd hem die eer te betonen welke alleen God toekomt. Het besluit des konings tegen de Joden was verkregen onder valse voorwendselen door een verkeerde voorstelling van dat bijzondere volk. Satan porde de kwaadstoker aan om diegenen van de aarde weg te vagen, die de kennis van de ware God hadden bewaard. Maar zijn verdervende plannen werden teniet gedaan door een tegengestelde macht, diie waakt over de mensenkinderen. Engelen die uitmuntten in kracht, kregen het volk Gods te beschermen, en die snode plannen van hun vijanden kwamen neer op hun eigen hoofden. De Protestantse wereld ziet in die kleine schare Sabbatvierders een Mordechai in de poort. Hun karakter en gedragingen, waarin de eerbied voor Gods wet uitkomt, zijn een voortdurend verwijt tegenover hen die de vreze des Heren hebben verworpen en Zijn Sabbat onder de voet lopen; de ongewenste indringer moet op een of andere manier uitgeschakeld worden.

Dezelfde meesterlijke geest die in verleden eeuwen tegen de trouwe gelovigen samenspande, probeert nog steeds degenen die God vrezen en Zijn wet gehoorzamen, van de aarde weg te vagen. Satan wil de haat opwekken tegen de geringe minderheid die gewetensvol weigert om populaire gewoonten en overleveringen na te volgen. Mannen van stand en naam zullen zich verenigen met de wettelozen en het gepeupel om maatregelen fe nemen tegen Gods volk, Mannen van welstand, vernuft en opvoeding zullen zich aaneensluiten om hen met smaad te bejegenen. Vervolgde machten, geestelijken en kerkleden zullen tegen hen samenspannen. Door woord en geschrift, door een grote mond, bedreigingen en spot zullen ze proberen hun geloof te ondermijnen. Door verkeerde voorstellingen en boze woorden zullen ze de hartstochten van de mensen opwekken. Waar ze niet een "Zo zegt de Schrift" kunnen inbrengen tegen de voorstanders van de Sabbat van de Bijbel, zullen ze, om in dat gebrek te voorzien, tot zware verordeningen hun toevlucht nemen. Om populariteit te verkrijgen en in de gunst te komen, zullen wetgevers aandringen op de invoering van een Zondagswet. Die God vrezen, kunnen geen instelling aannemen die een gebod van de Decaloog geweld aandoet. Op dit gevechtsterrein speelt zich het laatste grote conflict af van de strijd tussen waarheid en dwaling. Nu zal God Zijn waarheid en Zijn volk verdedigen als in de dagen van Mordechai.

EEN AANWIJZING DAT HET EINDE NABIJ IS

Door het bevel dat de instelling van het pausdom macht verleent om de wet van God te schenden, zal onze natie zich volkomen losmaken van alle rechtvaardigheid. Wanneer het Protestantisme zijn hand over de kloof zal heenstrekken ten einde de hand van de Roomse macht te grijpen, wanneer het zich over de afgrond zal strekken om met het spiritualisme de handen ineen te slaan, wanneer onder de invloed van dit drievoudig verbond, ons land elk beginsel van zijn grondwet als een protestantse en republikeinse staatsvorm overboord zal gooien, kunnen we weten dat de tijd gekomen is voor de wonderlijke werking van Satan, en dat het einde nabij is.

Zoals de nadering van de Romeinse legers voor de discipelen een teken was van de op handen zijnde ver-woesting van Jeruzalem, zo zal deze afval een teken voor ons zijn dat de grens van Gods lankmoedigheid is bereikt, dat de mate der ongerechtigheid van onze natie vol is, en dat de engel der genade op het punt staat weg te vliegen om nooit terug te keren. Het volk Gods zal dan gedompeld worden in die tonelen van kwelling en wanhoop die door de profeten beschreven zijn als de tijd van Jacobs benauwdheid. De kreten van de gelovigen die vervolgd worden, stijgen op ten hemel. En zoals het bloed van Abel riep van de aarde, zijn ei ook stemmen die vanuit de graven der martelaren, vanuit de diepten der zee, vanuit de holen der bergen, vanuit kloostergewelven tof God roepen: "Hoe lang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan degenen die op de aarde wonen?"

De Here doet Zijn werk. De gehele hemel is in op-schudding. De Rechter der gehele aarde zal Zich spoedig opmaken om Zijn beledigd gezag te verdedigen. Het merkteken der verlossing zal geplaatst worden op de mensen die Gods geboden bewaren, die Zijn wet eerbiedigen en die het merkteken van het beest of van zijn beeld weigeren.

EEN WERK TE DOEN

God heeft geopenbaard wat in het laatste der dagen zal gebeuren, opdat Zijn volk voorbereid zal zijn om staande te blijven in de storm van tegenkanting en gramschap. Die gewaarschuwd zijn ten opzichte van de komende gebeurtenissen, moeten niet in kalme berusting zitten te wachten op de naderende storm, door zich te troosten met de gedachte dat God Zijn getrouwen zal beschermen in de tijd der benauwdheid. Wij moeten zijn als mensen die hun Here verwachten, niet met de armen over elkander, maar vurig bezig zijnde met een onwrikbaar geloof. Het is nu niet de tijd ons te verdiepen in dingen van minder belang. Terwijl de mensen slapen, is Satan druk bezig het zo te plooien, dat ‘s Heren volk geen aanspraak kan maken op genade of gerechtigheid. De Zondagbeweging wroet verder voort in hef duister. De leiders volvoeren hun doelwit in het verborgene, en velen die zich bij de beweging aansluiten zijn zich niet bewust waarop de onderstroom zal uitlopen. Haar woorden zijn vriendelijk en ogenschijnlijk christelijk, maar wanneer ze zal spreken zal ze de geest van de draak openbaren.

Het is onze plicht om alles te doen wat in onze macht is om het dreigende gevaar af te wenden. Wij moeten ons best doen het vooroordeel weg te nemen door ons-zelf voor de mensen in het juiste licht te plaatsen. We moeten precies naar voren brengen waar het in feite om gaat, en aldus het doelmatigste protest inbrengen tegen maatregelen die de gewetensvrijheid aan banden leggen. We moeten de Schriften onderzoeken en in staaf zijn de reden van ons geloof te geven. In dat verband zegt de profeet: "De goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan." Daniël 12:10.

Die door Christus tot God toegang hebben, hebben een belangrijk werk te doen. Nu is het de tijd om de arm van onze Sterkte aan te grijpen. Het gebed van David moet het gebed zijn van predikanten en leken: "Het is tijd voor de Here, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken." Psalm 119 : 126. "Laat de dienaars des Heren wenen tussen het voorhuis en het altaar, zeggende: Spaar Uw volk, o Here, en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid." Joël 2 : 17. In de uiterste nood, wanneer er niet de minste hoop scheen dat de ondergang kon worden afgewenteld, heeft God altijd voor Zijn volk gewerkt. De plannen van goddeloze mensen, de vijanden van de Gemeente, zijn altijd onderworpen aan Zijn macht en overheersende voorzienigheid. Hij kan de harten der staatslieden beïnvloeden; de gramschap van de rumoerigen en misnoegden, de haters van God, van Zijn waarheid en Zijn volk, kan afgewend worden, zoals de loop der rivieren wordt gekeerd als Hij dat beveelt. Gebed doet de arm des Almachtigen in beweging komen. Hij Die aan de hemelen de loop der sterren ordent, Wiens woord de golven der diepe zee beheerst, dezelfde on-eindige Schepper zal werken ten gunste van Zijn volk wanneer zij Hem in het geloof aanroepen. Hij zal de machten der duisternis tegenhouden tot de waarschuwing aan de wereld is gegeven en allen die daarop willen acht geven, voorbereid zijn op de strijd.

VERVOLGING BRENGT DE WAARHEID OP DE VOORGROND

"De grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken", zegt de Psalmist; "het overblijfsel der grimmigheden zult Gij inbinden". Psalm 76 : 11. Hef is Gods bedoeling dat de toetsende waarheid op de voorgrond zal treden en een onderwerp van beschouwing en bespreking zal worden, zelfs al zou het moeten zijn door de strijd die er over gaat. Dat moet de gedachten der mensen bezighouden. Elke strijd, elk verwijt, elke laster zal een middel in Gods hand zijn om tot onderzoek op te wekken en mensen die anders zouden slapen, wakker te schudden.

Zo is het ook geweest in de geschiedenis van Gods volk in het verleden. Door de weigering om het grote gouden beeld dat Nebukadnezar had opgericht, te aan-bidden, werden de drie Hebreeërs in de gloeiende oven geworpen. Maar God bewaarde Zijn dienstknechten te midden der vlammen, en ook de poging hen tot de af-godendienst te dwingen, liep uit op het brengen der kennis van de ware God aan de aanwezige vorsten en aanzienlijken van het machtige Babylonische rijk.

Hetzelfde gebeurde ook toen hef bevel werd uitge-vaardigd om geen andere god te aanbidden dan de koning. Toen Daniël naar zijn gewoonte driemaal daags tot de God des hemels bad, werd de aandacht van de vorsten en heersers op zijn geval gevestigd. Hij kreeg de gelegenheid te spreken en te laten zien wie de ware God is, en ook de reden op te geven waarom Hij alleen aanbeden moet worden alsmede de plicht Hem lof en eer te bewijzen. En de verlossing van Daniël uit de leeuwenkuil was een nieuw bewijs dat het Wezen Dat hij aanbad, de ware en levende God was.

Zo bracht de gevangenneming van Paulus het Evan-gelie voor koningen, prinsen en heersers die anders nooit dit licht ontvangen zouden hebben. De pogingen die gedaan worden om de vooruitgang der waarheid tegen te houden, zullen juist dienen om haar uit te breiden. De uitmuntendheid der waarheid zal steeds duidelijker gezien worden vanuit elk opeenvolgend punt vanwaar men ze kan beschouwen. Dwaling vraagt om vermomming en wil zich gaarne verkapt voordoen. Zij omhult zich met hef kleed der engelen en elke openbaring van haar waar karakter vermindert haar kans om te slagen.

Hef volk dat door God tot bewaarder van Zijn wet is aangesteld, mag Zijn licht niet verborgen houden. De waarheid moet verkondigd worden in de duistere plaatsen der aarde. Hinderpalen mag men niet uit de weg gaan, maar moeten overwonnen worden. Een groot werk moet gedaan worden, en dit werk is toevertrouwd aan hen die de waarheid kennen. Zij moeten tot God bidden en smeken om nu hulp te verkrijgen. De liefde van Christus moet een plaats vinden in hun eigen harten. De Geest van Christus moet over hen worden uitgestort, en zij moeten zich voorbereiden om te kunnen staan in het oordeel. Terwijl zij zich aan God wijden, zal een over-tuigende kracht hun pogingen bezielen om de waarheid aan anderen te brengen, en haar licht zal toegang krijgen tot vele harten.

Wij moeten niet langer slapen op Satans betoverd terrein, maar al onze hulpbronnen moeten aangewend worden en we moeten gebruik maken van elke mogelijkheid welke de Voorzienigheid ons verschaft heeft. De laatste waarschuwing moet gebracht worden aan "vele volken en naties en talen en koningen"; en de gegeven belofte luidt: "Zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld." Openbaring 10:11; Matth. 28:20.