Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 34

Scholing van Arbeiders

[ AUDIO ]

Wij hebben een werk te doen waarvan maar weinigen zich bewust zijn. Het bestaat daarin, de waarheid te brengen aan alle volken. Er is een enorm groot veld voor de arbeiders, zowel in Amerika als in vreemde landen. God roept om toegewijde, gelouterde, nobele, nederige mannen met een brede blik om naar deze velden te gaan. Hoe weinigen hebben enig begrip van dit grote werk! Wij moeten ons opmaken en van een hoger standpunt gaan werken dan we tot nu toe gedaan hebben.

Die nu de waarheid aannemen, hebben elk voordeel, vooral wat betreft meer licht en kennis, die te vinden is in onze geschriften. De ervaringen uit het verleden, rijk en gevariëerd, kan men zich nu ten nutte maken in hun ware betekenis. We weten hoe moeilijk het werk in de beginne vooruitging, hoe vele hinderpalen het in de weg werden gelegd, hoe weinig tegemoetkomingen ter beschikking stonden van onze pioniers, om daarvan gebruik te maken; maar nu is alles veranderd en een helder licht is te zien. Wanneer het primitieve Christendom beslag kon leggen op de harten van allen die beweren de waarheid te geloven, zou nieuw leven en kracht hen gaan bezielen. De mensen die in duisternis zitten, zouden 1889, Vol. 5, blz. 580--586 dan de tegenstelling zien tussen waarheid en dwaling, tussen de leer van Gods Woord en de fabels van het bijgeloof.

HET BEREIKEN DER HOGERE STANDEN

Fouten zijn begaan door niet te proberen om predi-kanten en de hogere standen met de waarheid in kennis te breggen. We hebben ons te veel afzijdig gehouden van mensen, niet van ons geloof. Hoewel we geen omgang moeten zoeken om door hen beïnvloed te worden, zijn er toch overal eerlijke mensen, voor wie we omzichtig, wijs en verstandig kunnen werken, vol liefde voor hun zielen. Er moet een fonds gesticht worden voor de scholing van mannen en vrouwen, opdat ze voor die hogere standen, hier en in de vreemde kunnen werken. Wij hebben over het algemeen ons te veel bepaald bij de gewone kringen. God heeft mannen nodig van talent, met een goed verstand, die kunnen argumenteren; mannen die naar de waarheid delven als naar verborgen schatten. Zulke mannen zullen niet enkel de gewone, maar ook de betere standen kunnen bereiken. Die zullen de Bijbel onderzoeken in het volle bewustzijn van de heiligheid der verantwoordelijkheden die op hen rusten. Ze zullen tonen dat ze hun roeping waardig zijn.

HET GEBREK AAN GESCHOOLDE ARBEIDERS

In de verschillende afdelingen van het werk hebben we te weinig mannen met talent. Nieuwe ondernemingen moeten op touw gezet worden! We moeten plannen kunnen ontwerpen waardoor zielen die zich in de duisternis der dwaling bevinden, bereikt worden. We hebben de kennis nodig van verschillende mensen, maar we moeten geen critiek op hen gaan uitoefenen omdat hun ideeën niet overeenstemmen met de onze. We moeten plannen op breder schaal uitwerken wat betreft de scholing der arbeiders die de waarheid brengen. Degenen die de waarheid geloven en liefhebben, hebben zich wat betreft het geven van hun middelen ter ondersteu-ning van haar verschillende onderdelen edelmoedig betoond, maar er is een te groot gebrek aan bekwame werkers.

Hef is niet verstandig om aanhoudend geld uit te geven voor het betreden van nieuwe gebieden, terwijl zo weinig gedaan is wat betreft de opleiding van arbeiders om daarheen te gaan. Gods werk moet niet gehinderd worden door gebrek aan mensen om het uit te voeren. Hij vraagt om geschoolde mannen, Bijbelonder-zoekers, die de waarheid welke zij voor anderen ontvouwen liefhebben en verweven met hun eigen leven en karakter. We hebben mannen nodig die Jezus lief hebben en zich aan Hem vastklemmen, en die het oneindige offer ten bate van de gevallen mensheid waarderen. We hebben lippen nodig die aangeraakt zijn met het heilige vuur en harten die gereinigd zijn van de droesem der zonde. Zij wier vroomheid zó oppervlakkig is en die zo graag als de eerste en de beste. willen be-schouwd worden, zijn niet de mannen van deze tijd. Die meer aan zichzelf denken dan aan het werk, zijn niet gewenst.

Onze gemeenten worden niet zó geoefend dat ze daardoor gaan wandelen in alle ootmoed des verstands, alle hang naar uiterlijk vertoon wegdoen om te werken aan de innerlijke versiering. De doelmatigheid van de gemeente is precies wat de ijverige, zuivere, zelfverloochenende en verstandige arbeid van de predikanten daarvan maakt. Een ijverige zendingsgeest moet de individuele leden kenmerken. Zij moeten een diepere Godsvrucht, sterker geloof en breder inzicht hebben. Zij moeten in hun persoonlijk streven een meer gedegen werk doen. Wat we nodig hebben is een levende godsdienst. Een persoonlijk begrip van een breder plichtsbesef bij hem die in nauwe verbinding met God staat en die vol ijver voor Christus is, zal een machtige invloed ten goede uitoefenen. Hij drinkt uit geen ondiepe, troebele, modderige stroom, maar uit de reine, bruisende wateren bij de bron; en zo kan hij aan de Gemeente een nieuwe geest en kracht verlenen.

Wanneer de druk van buitenaf toeneemt, wil God een Gemeente hebben die sterk gemaakt is door de heilige, plechtige waarheden die ze geloven. De Heilige Geest des hemels, samenwerkend met de zonen en dochteren Gods, zal moeilijkheden overwinnen en het gewonnen terrein beschermen tegen de vijand. God heeft grote overwinningen in reserve voor Zijn volk, dat de waarheid liefheeft en de geboden houdt. De velden zijn reeds wit om te oogsten. In de waarheid die ons in handen is gelegd, hebben we licht, alsook rijke, heerlijke gaven des hemels; maar mannen en vrouwen zijn niet geschoold en gedisciplineerd om te werken in de bijna rijpe oogstvelden.

God weet met welke trouw en toegewijde geest een ieder zijn taak verricht. Daar is in dit grote werk geen plaats voor de tragen, geen plaats voor hen die met zichzelf zijn ingenomen, of voor hen die niet in staat zijn om het leven, in welke roeping ook, tot een succes te maken, geen plaats voor de lauwen, die niet vurig van geest zijn, en bereid zijn om moeiten, tegenstand, schande of dood om Christus' wille te ondergaan. In de Christelijke bediening is geen plaats voor luiaards. Er zijn van die mannen die het predikambt willen beoefenen, die slordig, onoplettend en oneerbiedig zijn. Ze konden beter de grond gaan ploegen dan de heilige waarheid Gods verkondigen.

Jonge mensen moeten spoedig de lasten op zich nemen die ouderen gedragen hebben. We hebben tijd verloren door het verzuim om jonge mensen aan het front te plaatsen en ze een hogere, betere scholing te geven. Het werk gaat steeds vooruit en we moeten het bevel om "voorwaarts" te gaan, gehoorzamen. Veel goed kon gedaan worden door jonge mensen die gefundeerd zijn in de waarheid, die niet makkelijk door hun omgeving beïnvloed of van het rechte pad afgebracht worden, maar die met God wandelen, veel bidden en zich tot het uiterste inspannen om al hef licht te verzamelen waf zé maar kunnen. De arbeider moet opgeleid worden om de meest verstandelijke en zedelijke krachten toe te passen, waarmede hij door de natuur, scholing en de genade Gods is begiftigd, maar zijn succes zal meer evenredig zijn aan de mate van toewijding en zelfopoffering waarmede het werk gedaan wordt dan aan de natuurlijke of verkregen talenten. De meest ernstige en aanhoudende inspanningen om als bruikbaar gekwalificeerd te worden, zijn nodig; maar zo God niet meewerkt met hef menselijke pogen, kan niets bereikt worden. Christus zegt: "Zonder Mij kunt gij niets doen." Johannes 15 : 5. Goddelijke genade is het grote element van reddende kracht; zonder dat is al het menselijke pogen niets waard; haar samenwerking is nodig, zelfs bij de krachtigste, ernstigste menselijke pogingen voor de inscherping der waarheid.

GOED ONDERLEGDE LERAARS NODIG

Het werk Gods heeft leraars nodig met bijzondere zedelijke eigenschappen, aan wie de scholing van anderen kan worden toevertrouwd, mannen met een gezond geloof, takt en geduld, die met God wandelen en zich hoeden voor de schijn des kwaads, zó nauw verbonden met God, dat ze kanalen des lichts kunnen zijn -- kortom, op-en-top Christenen. De goede indrukken door dezulken gemaakt, zullen nooit worden uitgewist, en de opleiding, op deze wijze gegeven, zal stand houden in der eeuwigheid. Wat in dit opleidingsproces verzuimd is, zal als het ware ongedaan blijven. Wie wil zich met dit werk belasten?

We wilden dat er sterke jonge mannen waren, geworteld en gefundeerd in het geloof, die in een zo levende verbinding met God stonden dat ze, indien onze leidende broeders dat raadzaam oordeelden, de scholen voor hoger onderwijs in ons land konden bezoeken, met een groter veld voor studie en beschouwing. Omgang met mensen van een andere ontwikkeling en bekendheid met de werkingen en resultaten van populaire onderwijsmethoden, alsmede een kennis van theo-logie die geleerd wordt op de vooraanstaande opleidingsscholen, zou voor zulke arbeiders veel waard zijn, want zo zouden ze klaar gemaakt worden om onder de aan de heersende dwalingen van onze tijd. Dat was ook de methode die nagevolgd werd door de Waldenzen in het verleden; en zo ze recht tegenover God staan, zullen evenals zij, ook onze jonge mensen een goed werk kunnen doen; ja, ze zouden zelfs een scholing verkrijgen door het zaad der waarheid in de harten van anderen te strooien.

"Houdt u mannelijk, zijt sterk." Vraagt Hem Die schande, belediging en spot om uwentwil verdroeg: "Here, wat wilt Gij dat ik doen zal?" Daar is niemand die te hoog onderwijs heeft genoten om een nederige discipel van Christus te worden. Die het als een voorrecht voelen het beste van hun leven en scholing te geven aan Hem van Wie ze dat gekregen hebben, zullen geen arbeid of offer schuwen om God in de meest verheven dienst de door Hem geschonken talenten terug te geven. In de grote strijd des levens gaan vele arbeiders het plechtige en het heilige karakter van hun taak uit het oog verliezen. De dodelijke vloek der zonde gaat door met het verdoezelen en misvormen van het zedelijke beeld Gods in hen, omdat ze niet werken zoals Christus werkte.

BETER GESCHOOLDE PREDIKANTEN

Wij zien de behoefte om hogere ideeën aangaande scholing aan te moedigen en beter onderlegde mannen in de bediening des Woords aan te stellen. Die niet de juiste opleiding verkrijgen alvorens zij met Gods werk beginnen, zijn niet geschikt deze heilige vertrouwenspost te aanvaarden en het werk der hervorming voort te zetten. Nochtans zullen allen met hun scholing doorgaan nadat ze in het werk zijn getreden. Het Woord van God moet in hen blijven. In onze arbeiders is grotere beschaving, loutering en zieleadel gewenst. Zo'n verbetering zou vruchten voor de eeuwigheid afwerpen. "Ik heb u geschreven, vaders, want gij hebt Hem gekend Die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij hebt de boze overwonnen." 1 Johannes 2:14. De apostel verbindt hier de ervaring van de vaders met die van de jonge mannen; zo bestaat er ook een verband tussen de oude discipelen in dit werk en de jongeren, die de eerste gebeurtenissen van deze boodschap niet meegemaakt hebben. Die nog jong waren toen de boodschap ontstond, zullen geschoold moeten worden door de oude banierdragers. Deze leraars moeten zich bewust zijn dat men zich niet te veel moeite kan getroosten om mannen geschikt te ma-ken voor hun heilige vertrouwenspositie terwijl de banierdragers nog in staat zijn de banier hoog te houden. En nochtans kunnen zij die zo lang de strijd gestreden hebben, overwinningen behalen. Ze zijn zó door en door bekend met de listen van Satan, dat men ze niet gemakkelijk van de oude paden kan afbrengen. Zij herinneren zich de dagen van ouds. Zij kennen .Hem Die is van den beginne. Ze kunnen altijd lichtdragers zijn, trouwe getuigen van God, levende brieven, gekend en gelezen door alle mensen.

Laten we dan God danken dat er nog enkelen zijn overgebleven zoals indertijd Johannes, om met hun ervaring in het begin der boodschap anderen te dienen en dat ze aanvaard hebben wat ons nu zo dierbaar is. Maar de een na de ander vallen zij op hun post, en het is enkel wijsheid, dat we anderen klaar maken om het werk op te nemen waar zij het neerleggen.

Gestreefd moet worden om jonge mannen geschikt te maken voor het werk. Zij moeten in het front komen om lasten en verantwoordelijkheden te dragen. Die nu jong zijn, moeten sterke mannen worden. Zij moeten in staat zijn plannen te ontwerpen en raad te geven. Het Woord van God, dat in hen is, zal hen louteren en hen vol geloof, hoop, moed en toewijding doen zijn. Hef werk is nu erg achterop geraakt, omdat mannen verant-woordelijkheden dragen waartoe ze niet geschikt zijn. Zal dit grote gebrek voortgaan en toenemen? Zullen deze grote verantwoordelijkheden die gedragen worden door oude, ervaren arbeiders, overgaan op hen die ze niet kunnen beheren? Veronachtzamen we niet een zeer belangrijk werk door te verzuimen jonge mensen te scholen en op te leiden om vertrouwensposities te bekleden?

Laat men de arbeiders een opleiding geven, maar laten dezen tegelijkertijd ootmoedig en nederig van hart blijven. Laten we het werk opvoeren tot het hoogst mogelijke peil, en steeds bedenken dat wanneer wij ons deel doen, God niet zal nalaten het Zijne te doen.