Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 58

De Noodzaak van Hervorming op Onderwijsgebied

[ AUDIO ]

"En zij zullen de oude, verwoeste plaatsen bouwen, de vroegere vernielingen weder oprichten en de verwoeste steden vernieuwen die vernield waren van geslacht tot geslacht." "En gij zult genoemd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder herstelt om te bewonen." Jesaja 61 : 4; 58 : 12. Deze woorden der Inspiratie schilderen de gelovigen in de tegenwoordige waarheid het werk dat nu gedaan moet worden in de scholing van onze kinderen en opgroeiende jeugd. Toen de waarheid voor dit laatste der dagen naar de, wereld kwam in de verkondiging van de boodschappen van de eerste, de tweede en de derde engel, werd ons getoond dat in het onderwijs van onze kinderen tal van veranderingen moesten aangebracht worden; maar het heeft lang geduurd om te begrijpen welke veranderingen dat moesten zijn.

Ons werk is een hervormingswerk, en het is Gods opzet om door het uitstekende werk dat gedaan wordt op onze onderwijsinstellingen de aandacht der mensen te vestigen op de laatste grote poging om te redden wat verloren is. Op onze scholen moet het peil van het onderwijs niet naar beneden gaan. Dat moet hoger en steeds hoger worden opgevoerd, ver boven het peil waarop wij nu staan; maar de scholing die wij geven moet zich niet enkel beperken tot hetgeen er in de leerboeken staat. Het bestuderen van de leerboeken alleen kan de leerlingen niet de discipline verschaffen die ze nodig hebben en evenmin kan daaruit de ware wijsheid verkregen worden. Het doel van onze scholen is, een plaats te verschaffen waar de jongere leden van het gezin des Heren opgeleid worden overeenkomstig Zijn plan ten aanzien van groei en ontwikkeling.

Satan heeft de vernuftigste methoden toegepast om Zijn plannen en beginselen in te schakelen in de verschillende onderwijsmethoden, ten einde zo beslag te leggen op het verstand van de kinderen en de opgroeiende jeugd. Het is het werk van de ware opvoeder om zijn bedenksels te doorkruisen Wij staan onder een plechtig, heilig verbond met God om onze kinderen groot te brengen voor Hem en niet voor de wereld; om hen te leren dat ze niet hun kansen leggen in de hand der wereld, maar dat ze God liefhebben en vrezen en Zijn geboden houden. Hun moet de gedachte ingescherpt worden dat ze gemaakt zijn naar het beeld van hun Schepper en dat Christus het voorbeeld is waarnaar zij gevormd moeten worden. Veel bijzondere aandacht moet geschonken worden aan het onderwijs dat ook een kennis der zaligheid zal verschaffen en dat het leven en karakter zal kneden naar het Goddelijke evenbeeld. Het is de liefde Gods, de reinheid van ziel, als gouden draden met het leven verweven, die enkel waarde heeft. De hoogte die de mens aldus kan bereiken, is hij zich nog niet ten volle bewust.

Voor de vervulling van dit werk moet een breed fundament worden gelegd. Een nieuwe richtlijn moet uitgestippeld worden en de scholieren moeten geholpen worden dat ze Bijbelse beginselen toepassen in alles wat zij doen. Wat krom is, wat ook maar buiten de rechte lijn steekt, moet duidelijk aan het licht komen en vermeden worden; want dat is ongerechtigheid die niet mag voortduren. Het is van belang dat het hart van elke onderwijzer uitgaat naar gezonde beginselen en leerstellingen, want dat is het licht dat moet schijnen op de weg van alle scholieren.

DE DERDE-ENGEL-BOODSCHAP OP ONZE SCHOLEN

In het boek der Openbaring lezen we van een bijzonder werk dat, naar Gods wens, Zijn volk moet doen in dit laatste der dagen. Hij heeft Zijn wet geopenbaard en ons de waarheid voor deze tijd getoond. Deze waarheid ontvouwt zich steeds en het is Gods doel dat wij met ons gehele verstand daarop zijn ingesteld om te kunnen onderscheiden tussen het goede en het verkeerde, tussen gerechtigheid en ongerechtigheid.

De derde-engel-boodschap, de grote toetsende waarheid voor deze tijd, moet onderwezen worden op al onze instellingen. God wil dat door deze instellingen deze bijzondere waarschuwing zal worden gegeven en dat heldere lichtstralen de wereld zullen verlichten. De iijd is kort. De gevaren van het laatste der dagen zijn over ons gekomen en we moeten waken en bidden, en de lessen die ons gegeven zijn in de boeken van Daniël en De Openbaring, bestuderen en navolgen....

Wij zullen voor overheidspersonen komen te staan om daar van onze trouw tegenover Gods wet en van de redenen van ons geloof verantwoording af te leggen. En de jeugd moet deze dingen begrijpen. Zij moeten op de hoogte zijn van de dingen die zullen plaats vinden vóór de afsluiting der wereldgeschiedenis. Deze dingen houden verband met ons eeuwig welzijn, en onderwijzers en scholieren moeten daaraan meer aandacht schenken. Door woord en geschrift moet die kennis worden verschaft wat voedsel te rechter tijd zal zijn, niet alleen voor de jongeren maar ook voor hen die reeds op rijpere leeftijd zijn....

Het grote, verhevene werk dat een volk zal doen ontstaan welks karakter overeenkomt met dat van Christus en dat zal kunnen staan in de dag des Heren, moet gedaan worden. Zo lang we meegaan met de stroom van de wereld, hebben we geen zeil en geen riemen nodig. Maar wanneer we het roer omgooien en tegen de stroom opgaan, dan begint ons werk pas. Satan zal elke theorie aanvoeren om de waarheid te verdraaien. Dat werk zal hard gaan, want sinds de val van Adam ligt de wereld in de zonde en zondigt ze nog steeds.. ..

Laat dan verder geen tijd meer verloren gaan door vast te houden aan de vele dingen die niet van belang zijn voor de huidige behoeften yan Gods volk. Laat geen tijd verloren gaan door mensen te verheerlijken die de waarheid niet kennen, "want de tijd is nabij". Er is nu geen tijd om de geest te vullen met theorieën van wat men populair noemt "de hogere opvoeding". De tijd gewijd aan dat waf er niet toe bijdraagt om de ziel Christus gelijkvormig te doen worden, is verloren tijd voor de eeuwigheid. Dit kunnen wij ons niet veroorloven, want elk moment is kostbaar ten opzichte van de eeuwige belangen. Nu, wanneer het grote werk om de levenden te oordelen, op het punt staat te beginnen, zullen wij dan toestaan dat ongeheiligde eerzucht bezit neemt van het hart en ons het onderwijs dat vereist wordt om te voorzien in de noden van deze gevaarlijke tijd, doet verwaarlozen? .....

Wij weten dat er tal van scholen zijn waar onderwezen wordt in de verschillende wetenschappen, maar wij verlangen iets meer dan dit. De wetenschap van de ware scholing is de waarheid, die zo diep in de ziel moet ingeprent worden dat die niet uitgewist kan worden door de dwaling die aan alle kanten de kop opsteekt. De boodschap van de derde engel is waarheid, en licht, en kracht, en die te brengen zodat harten de juiste indrukken zullen verkrijgen, moet het werk zijn van onze scholen alsook van onze gemeenten, zowel van de onderwijzers als van de predikanten. Die als opvoeders willen worden aangesteld, moeten meer en meer lof toekennen aan de geopenbaarde wil van God die zo duidelijk en omlijnd te vinden is in Daniël en De Openbaring.

BIJBELSTUDIE

De dringende behoeften die zich in deze tijd zo duidelijk openbaren, vragen een aanhoudende scholing door het bestuderen van Gods Woord. Dit is tegenwoordige waarheid. Door de wereld heen moet er een hervorming in Bijbelonderzoek ontstaan, want dit is nu nodig als nooit te voren. Wanneer deze hervorming groeit, zal een machtig werk gedaan worden; want toen God verkondigde dat Zijn woord tot Hem niet ledig zou wederkeren, meende Hij wat Hij zeide. Een kennis van God en van Jezus Christus "Die Hij gezonden heeft", is de hoogste opvoeding, en die zal de aarde bedekken met haar wonderlijke verlichting zoals de wateren de zee bedekken.

Bijbelstudie is vooral nodig in de scholen. Scholieren moeten geworteld en gegrond zijn in de Goddelijke waarheid. Hun aandacht moet gevestigd worden, niet op de beweringen van mensen, maar op het Woord van God. Boven alle andere boeken moet het Woord van God onze studiebron zijn, het grote leerboek, de basis van alle opvoeding; en onze kinderen moeten geschoold worden in de daarin voorkomende waarheden, onafhankelijk van voorgaande zeden en gewoonten. Dit doende, zullen onderwijzers en scholieren de verborgen schat, de hogere opvoeding, vinden.

Bijbelse voorschriften moeten de gids zijn van het dagelijkse leven. Het kruis van Christus moet het onderwerp zijn dat de lessen openbaart die wij moeten leren en in praktijk brengen. Christus moet gebracht worden in alle studies, opdat de scholieren mogen drinken van de kennis Gods en Hem in karakter kunnen vertegenwoordigen. Zijn uitmuntendheid moet onze studie zijn zowel in tijd als in eeuwigheid. Het Woord van God, gesproken door Christus in het Oude en Nieuwe Testament, is het brood des hemels; maar veel dat wetenschap wordt genoemd, is gelijk een schotel van menselijk bedenksel, vervalst voedsel; het is niet het ware manna.

In Gods Woord wordt onweerlegbare, onuitputtelijke wijsheid gevonden -- wijsheid die ontsproten is niet aan het eindige, maar aan het oneindige verstand. Maar veel dat God in Zijn Woord heeft geopenbaard, is voor de mensen duister, omdat de juwelen der waarheid begraven liggen onder het vuil van menselijke wijsheid en overlevering. Voor velen blijven de schatten van het Woord verborgen, omdat er niet naar gezocht is met die ernstige volharding tot de gulden voorschriften werden verstaan. Het Woord moet onderzocht worden om diegenen te reinigen en voor te bereiden die het ontvangen om leden van het koninklijke gezin, kinderen van de hemelse Koning te worden.

Het bestuderen van Gods Woord moet in de plaats komen van het bestuderen van die boeken die het verstand hebben geleid tot de mystiek en weggevoerd hebben van de waarheid. Zijn levende beginselen, verweven met ons leven, zullen ons beveiligen in beproevingen en verzoekingen; zijn Goddelijk onderricht is de enige weg tof welslagen. Wanneer elke ziel getoetst wordt, zullen er afvalligen zijn. Sommigen zullen zich ontpoppen als verraders, eigenzinnig, hovaardig en zelfvoldaan; zij zullen zich van de waarheid afwenden en schipbreuk lijden in hun geloof. Waarom? Omdat zij niet geleefd hebben "bij alle woord dat door de mond Gods uitgaat". Zij hebben niet diep gegraven en hun fundament niet vast gelegd. Wanneer hun de woorden des Heren door Zijn uitverkoren boodschappers worden gebracht, murmureren zij en denken dat het pad te smal wordt gemaakt. In het zesde hoofdstuk van Johannes lezen we van sommigen die verondersteld werden discipelen des Heren te zijn, maar die, toen hen de volle waarheid werd voorgehouden, misnoegd werden en niet meer met Hem wandelden. Op dezelfde manier zullen oppervlakkige scholieren zich eveneens van Christus afwenden.

Een ieder die tot God bekeerd is, is geroepen te groeien in bekwaamheid door hef gebruik van zijn talenten; elke tak van de levende Wijnstok die^niet groeit, wordt afgesneden en als afval weggeworpen. Wat zal dan het karakter zijn van de scholing dié op onze onderwijsinstellingen wordt gegeven? Zal die zijn overeenkomstig de wijsheid dezer wereld, of overeenkomstig de wijsheid die van boven komt? Zullen de onderwijzers in dit opzicht hun verantwoordelijkheid gaan begrijpen om in te zién dat in het onderwijs op onze scholen het Woord van God een grotere plaats moet worden toegekénd?

DE OPLEIDING VAN ARBEIDERS

Een belangrijk doel op onze scholen is de opleiding van de jeugd om later hun plaats in te nemen op onze instellingen en in de verschillende lijnen van het evangeliewerk. Overal moeten de mensen de Bijbel geopend voor zich hebben. De tijd is gekomen, de belangrijke tijd waarop door Gods boodschappers de boekrol voor de wereld verder moet afgerold worden. De waarheid vervat in de boodschap van de eerste, tweede en derde engel moet gaan tot alle natie, geslacht, taal en volk; zij moet op elk vasteland de duisternis verlichten en gaan tot de eilanden der zee. Geen enkel menselijk bedenksel mag dit werk ophouden. Om dit werk te doen, is er behoefte aan een gecultiveerd, toegewijd talent; er zijn mensen nodig die een uitnemend werk kunnen doen in de zacht-moedigheid van Christus, omdat het eigen-ik verborgen is in Christus. Onervarenen kunnen dit werk om de verborgen schatten bloot te leggen ten einde zielen met geestelijke waarden te verrijken, niet op aannemelijke wijze doen. "Merk hetgeen ik zeg; doch de Here geve u verstand in alle dingen". "Benaarstig u om uzelf Gode beproefd voor te stellen, een arbeider die niet beschaamd wordt, die het woord der waarheid recht snijdt." 2 Timotheüs 2:1, 15. Deze opdracht aan Timotheüs moet ook een opvoedende kracht hebben in elk gezin en in elke school.

Ernstige pogingen worden verwacht van de kant van allen die verbonden zijn met onze instellingen, niet enkel met onze scholen, maar ook met onze ziekenhuizen en uitgevershuizen om mannen, vrouwen en opgroeiende jeugd op te kweken zodat ze medearbeiders Gods worden. Scholieren moeten onderricht worden om verstandelijk te werken in de richtlijnen van Christus teneinde een nobel, verheven Christelijk karakter te openbaren aan hen met wie zij omgaan. Die belast zijn met de opleiding van onze jeugd verbonden met welke lijn ook van ons werk, moeten mannen zijn met een diep gevoel voor de waarde van zielen. Zo zij niet met volle teugen drinken van de Heilige Geest, zal er een boze wachter zijn die vervelende omstandigheden zal scheppen. De opvoeder moet zo wijs zijn om in te zien dat zielen gewonnen worden door zachtmoedigheid en trouw, maar niet door norsheid. Eigenmachtige woorden en daden verwekken de slechtste driften van het menselijke hart. Wanneer mannen en vrouwen die belijden Christenen te zijn, niet geleerd hebben hun eigen boze', kille geaardheden te onderdrukken, hoe kunnen ze dan verwachten dat ze geacht en gerespecteerd worden?

Hoe nauwgezet moet men dus zijn in het kiezen van de juiste personen als onderwijzers, opdat ze niet enkel trouw zijn in hun werk, maar ook een juiste geaardheid aan de dag zullen leggen. Genieten zij niet het ver-trouwen, dan moet men hen ontslaan. God zal iedere instelling verantwoordelijk houden voor elk verzuim om zachtmoedigheid en liefde aan te kweken. Nooit mag vergeten worden dat Christus zelf aan het hoofd staat van onze instellingen.

Het beste talent onder de predikanten moet gebruikt worden om op onze scholen Bijbelstudie te geven. Die voor dit werk worden verkozen, moeten ware Bijbelonderzoekers zijn en een diepe Christelijke ervaring bezitten, terwijl hun salaris van de tienden betaald wordt. Het is Gods bedoeling dat al onze instellingen middelen zullen worden om arbeiders te kweken en te vormen voor wie Hij Zich niet behoeft te schamen, arbeiders die kunnen uitgezonden worden als goedonderlegde zendelingen voor de dienst des Meesters; maar dit doel heeft men niet in het oog gehouden. In vele opzichten zijn wij in dit werk ver ten achter en de Here wil dat hierin een ijver zal worden geopenbaard, oneindig veel groter dan tot nu toe aan de dag is gelegd. Hij heeft ons uit de wereld geroepen om te getuigen van Zijn waarheid, en in al onze gelederen moeten jonge mannen en vrouwen opgeleid worden om ergens een nuttige positie in te nemen.

Er is een sterke vraag naar arbeiders in het evangelieveld. Jonge mannen zijn voor dit werk nodig; God doet een beroep op hen. Hun scholing is van hef allereerste belang op onze onderwijs-instellingen; dat mag in geen enkel geval verzuimd of van ondergeschikt belang beschouwd worden. Het is geheel verkeerd van leraars om, door andere bezigheden aan te raden, de jonge mensen te ontmoedigen die voor Gods werk bekwaam gemaakt konden worden. Die moeilijkheden opwerpen om te voorkomen dat jonge mensen zich bekwamen voor die taak, werken Gods plannen tegen en zij zullen rekenschap van hun doen moeten geven. Aan talentvolle jonge mannen is er onder ons meer dan een gemiddelde. Zouden dezen in staat gesteld worden om hun talenten te gebruiken, dan zouden er twintig predikanten zijn waar We er nu slechts één hebben.

Jonge mannen die tot predikant willen worden opgeleid, moeten niet een aantal jaren besteden enkel en alleen aan het verkrijgen van een algehele scholing. Onderwijzers moeten de toestand weten te overzien en hun onderwijs aanpassen aan de behoeften van deze groep, en men moet hen helpen met een korte doch bevattelijke studie van die vakken welke het meest nodig zijn om hen voor hun werk te bekwamen. Maar dit plan is niet gevolgd. Te weinig aandacht is geschonken aan de scholing van jonge mannen voor het predik-ambt. Wat ons werk betreft, hebben we niet meer vele jaren voor de boeg en zo moeten leraars aangedaan zijn met de Geest van God en werken overeenkomstig Zijn geopenbaarde wil, in plaats van hun eigen richtlijnen te volgen. Elk jaar verliezen wij veel omdat wij ten aanzien van deze punten geen acht slaan op de raadgeving des Heren.

Op onze scholen moeten verpleegsters in het zendingswerk les krijgen van goed onderlegde doktoren, en vooral moeten zij leren ziekte te bestrijden en de waarde van de geneesmiddelen der natuur aan te tonen. Dit werk is hoog nodig. Steden zijn verzonken in zonde en zedelijk verderf, maar ioch zijn er in elk Sodom mensen zoals Lof. Het gif der zonde vreet aan het hart der samenleving, en God vraagt om hervormers ter verdediging van de wet die Hij heeft gesteld om het lichaamsgestel te beheersen. Te gelijker tijd moeten zij op een zeer hoog peil staan om het verstand te oefenen en het hart te veredelen, opdat de Grote Heelmeester kan samenwerken met menselijke wezens in het doen van een noodzakelijk werk der barmhartigheid ten gerieve der lijdenden.

Het is eveneens ‘s Heren bedoeling dat onze scholen jonge mensen zullen opleiden om in de Sabbatschoolklassen te helpen of in een van de afdelingen van de Sabbatschool behulpzaam te zijn. Wij zouden een grote verandering zien zo een aantal toegewijde jonge mensen zich aan hef Sabbatschoolwerk zouden wijden en zich de moeite zouden getroosten om daarin bekwaam gemaakt te worden ten einde daarna anderen fe onderwijzen volgens de beste methoden om zielen tot Christus te leiden. Dit is een richtlijn in ons werk die profijt zal afwerpen.

ZENDINGSLERAARS

Leraars moeten opgeleid worden voor het zendingswerk. Overal zijn open plaatsen voor de zendeling, en het zal niet mogelijk zijn arbeiders te zenden uit elke twee of drie landen om te voorzien in de aanvragen om hulp. Buiten de scholing van diegenen, die van de oudere conferenties als zendeling worden uitgezonden, moeten mannen in verschillende delen der wereld opgeleid worden om voor hun eigen landgenoten en hun eigen naasten te werken; en zoveel als dat mogelijk is, is het voor hen beter en veiliger, hun scholing te ontvangen in het veld waar zij werken. Hef is zelden goed, noch voor de arbeider, noch voor de vooruitgang van het werk, dat hij naar verre landen moet gaan om daar geschoold te worden. De Here wil dat elke voorziening getroffen wordt om in die behoefte te voorzien; en wanneer gemeenten hun verantwoordelijkheden gaan inzien, zuilen zij weten wat ze moeten doen in elk mogelijk geval.

Om in het gebrek aan arbeiders te voorzien, verlangt God dat onderwijscentra zullen gevestigd worden in tal van landen, waar veelbelovende scholieren opgeleid zullen worden in de practische vakken en in Bijbelwaarheid. Worden deze mensen dan aangesteld in het werk, dan zullen zij aan dat werk der tegenwoordige waarheid in de nieuwe velden karakter verlenen. Zij zullen belangstelling doen ontwaken onder ongelovigen en helpen om zielen te verlossen uit de slavernij der zonde. De beste leerkrachten moeten gezonden worden naar de verschillende landen waar scholen gevestigd zijn om het onderwijswerk voort te zetten.