Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 63

Industriele Hervorming

[ AUDIO ]

Omdat moeilijkheden ontstaan, moeten we de industrieën die zijn opgericht als onderdeel van de scholing, niet opgeven. Terwijl de jeugd de school bezoekt, moet zij de gelegenheid hebben om gereedschappen te leren hanteren. Onder de leiding van ervaren vakmensen, timmerlieden, geduldig en vriendelijk, die onderricht kunnen geven, moeten de scholieren zelf op de schoolgronden aan het bouwen gaan en de nodige verbeteringen aanbrengen om aldus door praktische lessen te leren hoe ze economisch kunnen bouwen. Ook moet de scholieren geleerd worden alles wat tot het drukkersvak behoort onder de knie te hebben zoals het zetten, het drukken en boekbinden, alsook het maken van tenten en andere nuttige handenarbeid. Jonge vruchtboompjes moeten geplant worden, daar moeten groenten en bloemen gekweekt worden, een goed werk om in de open lucht door de meisjesscholieren te laten doen. Terwijl aldus de hersenen, het beenderstelsel en de spieren geoefend worden, zullen zij ook kennis voor het dagelijkse leven opdoen.

Onderlegd op al deze punten, zullen onze jonge mensen in staat zijn de waarheid te brengen naar verre landen. Het zal dan niet nodig zijn dat de mensen, onder wie zij wonen, voor hen koken en naaien en bouwen, en evenmin zal hef nodig zijn om geld uit te geven voor de kosten van een reis van duizenden mijlen ten einde mannen daarheen te vervoeren die zich belasten met de bouw van scholen, kerken en huizen. Zendelingen zullen veel meer invloed krijgen op de mensen wanneer zij de onervarenen kunnen leren hoe te arbeiden volgens de beste methoden ten einde de beste resultaten te ver-krijgen. Zo kunnen ze laten zien dat zendelingen ook onderricht kunnen geven op het gebied van de nijverheid, en dit soort scholing zal vooral gewaardeerd worden daar waar de middelen beperkt zijn. Een veel kleiner fonds zal nodig zijn om de zendelingen daar te onderhouden, omdat, gepaard gaande met hun studie, zij het beste gebruik hebben leren maken van hun lichaamskrachten in de praktische arbeid; en waar zij ook heen gaan, zal alles wat zij zich op dit gebied hebben eigen gemaakt, hun tot profijt zijn. Scholieren in de werkafdelingen, of zij nu huishoudelijk werk doen, of de grond bebouwen of wat ook, moeten tijd en gelegenheid gegeven worden dat ze kunnen getuigen van de nuttige, geestelijke lessen die ze geleerd hebben in verband met het werk. In al de dagelijkse plichten des levens moeten vergelijkingen gemaakt worden met wat de natuur en de Bijbel leert.

VOORDELEN VAN VESTIGING OP HET PLATTELAND

De redenen die oorzaak waren dat wij ons op enkele plaatsen van de steden hebben afgewend om onze scholen te vestigen op het platteland, gelden ook voor scholen in andere plaatsen. Geld uit te geven voor extra gebouwen wanneer een school reeds diep in de schuld zit, is niet volgens Gods plan. Was het geld dat onze grotere scholen hebben besteed aan kostbare gebouwen, gebruikt om land te kopen, dan zouden tal van studenten nu niet te worstelen hebben met een steeds groeiende schuld en zou het werk van die instellingen zich in een groter bloei kunnen verheugen. Had men die weg gevolgd, dan zouden sommige scholieren misschien daarover gemopperd hebben en tal van ouders zouden misschien daartegen opgekomen zijn; maar de scholieren zouden een veelzijdige scholing hebben gekregen die hen zou hebben klaargemaakt, niet alleen voor praktisch werk in de verschillende vakken, maar voor een plaats op de boerderij des Heren op de vernieuwde aarde.

Hadden al onze scholen werk op landbouwkundig gebied aangemoedigd, dan zou het met die instellingen momenteel anders gesteld zijn. Daar zou niet zo'n grote ontmoediging heersen. Tegenwerkende invloeden zouden zijn overwonnen, geldelijke omstandigheden zouden anders zijn. Ten aanzien van de scholing der scholieren zou de handenarbeid gelijkmatig zijn verdeeld; en wanneer het gehele menselijke gestel naar verhouding was belast, zou grotere lichamelijke en geestelijke kracht zich ontwikkeld hebben. Maar het onderricht dat de Here in Zijn goedheid heeft willen geven, is zó zwak nagekomen dat men hindernissen niet heeft kunnen overwinnen.

Het toont lafheid om zo langzaam en onzeker voort te gaan in de lijn van de arbeid -- die lijn welke de allerbeste scholing kan geven. Ziet naar de natuur. Binnen haar uitgebreide grenzen is plaats genoeg om scholen te vestigen waar de grond kan worden omgewerkt en het land bebouwd. Dit werk is nodig voor de scholing om geestelijk te groeien, want de stem van de natuur is de stem van Christus, die ons ontelbare lessen leert ten aanzien van liefde en kracht en onder-werping en volharding. Sommigen zien de waarde niet van werk op landbouwgebied. Dezen moeten zich met onze scholen niet bemoeien, want zij zullen de vooruitgang in de juiste richtlijnen maar tegengaan. In het verleden heeft hun invloed altijd remmend gewerkt.

Is het land bewerkt, dan zal het met Gods zegen in onze behoeften voorzien. Wij moeten ons niet laten ontmoedigen door dingen van voorbijgaande aard wanneer het een mislukking schijnt, noch zullen we teleurgesteld zijn wanneer vertraging zich voordoet. Wij moeten blijmoedig, hoopvol, dankbaar de grond bewerken en geloven dat de aarde in haar binnenste rijke voorraden bevat voor de trouwe arbeider om te vergaderen, voorraden van meer waarde dan goud of zilver. De bewering dat de grond schraal zou zijn, is een vals getuigenis. Met een juiste, verstandige bebouwing zal de aarde haar schatten afstaan ten bate van de mens. De bergen en heuvelen ondergaan een verande-ring; de aarde verandert als een kleed; maar aan de zegen Gods, die voor Zijn volk een tafel in de woestijn toebereidt, zal nooit een einde komen.

Zware tijden staan ons te wachten en het is dringend nodig dat de gezinnen de steden verlaten om zich op het land te vestigen, opdat de waarheid gebracht zal worden langs wegen en heggen der aarde. Veel hangt af van het leggen onzer plannen in overeenstemming met het Woord des Heren en het uitwerken daarvan met alle energie. Maar meer hangt nog af van toegewijde vlijt en volharding dan van genie en boekenwijsheid. Al de talenten en kunde, aan menselijke werktuigen geschonken, zijn van weinig waarde zo ze niet gebruikt worden.

Een terugkeer tot eenvoudiger werkwijzen zal op prijs gesteld worden door de kinderen en de jeugd. Werk in de tuin en op de akker zal een prettige afwisseling zijn in de vermoeiende sleur van de abstracte studie, waartoe een jong verstand zich nooit uitsluitend mag bepalen. Voor een nerveus kind dat moeilijk leert en onthoudt, zal dit van bijzondere waarde zijn. De studie der natuur bevat voor hem gezondheid en geluk en de daaruit opgedane indrukken zullen uit zijn herinnering niet weggevaagd worden, want deze zullen verbonden zijn met dingen die hij voortdurend voor ogen heeft.

HET ABC DER OPVOEDING

Het bewerken van de grond is een van de beste bezigheden die de spieren in werking brengt en de geest kalmeert. Studie op landbouwkundig gebied moet het abc zijn van de opvoeding op onze scholen. Dat is het allereerste werk dat begonnen moet worden. Onze scholen moeten niet afhankelijk zijn van ingevoerde producten, van graan en groenten, en de vruchten zo noodzakelijk voor de gezondheid. Onze jeugd moet leren met het hoofd te werken, maar moet ook leren om bomen te vellen en de grond te bewerken. Ver-schillende leraars moeten aangesteld worden om over een groep scholieren bij hun werk toezicht te houden, en moeien met hen werken. Zo zullen de leraars zelf leren om als lastdragers verantwoordelijkheden te dragen. En de scholieren zullen, op die manier geschoold worden verantwoordelijkheden te dragen en met de leraars samen te werken. Allen moeten gezamenlijk beraadslagen aangaande de allerbeste methoden om het werk vooruit te brengen .. .

De oefening die de hand leert nuttig te zijn en de jeugd oefent om hun deel van ‘s levens lasten te dragen, verschaft lichamelijke kracht en ontwikkelt elk vermogen. Allen moeten iets vinden te "doen dat profijt afwerpt voor hen zelf en anderen ten gerieve is. God stelde arbeid tot een zegen, en alleen de vlijtige werker vindt de ware heerlijkheid en vreugde des levens.

Hersenen en spieren moeten naar verhouding worden belast, willen gezondheid en levenskracht bestendig blijven. De jeugd heeft dan bij het bestuderen van Gods Woord een gezonde opmerkingsgave alsook een evenwichtig zenuwgestel. Zij zullen beschikken over gezonde gedachten en kunnen de kostelijke dingen die voortvloeien uit het Woord, in hun gedachtenis vastleggen. Zij zullen zijn waarheden uit de diepte opgraven en zullen als gevolg verstandelijk vermogen hebben om te onderscheiden waf waarheid is. Dan, als de gelegenheid zich voordoet, kunnen zij jn zachtmoedigheid en vreze aan een ieder die dat vraagt, de reden geven van de hoop die in hen is.