Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

Hoofdstuk 65

Kerkscholen

[ AUDIO ]

De Gemeente heeft een bijzonder werk te doen in de opvoeding en scholing van haar kinderen, opdat ze niet, wanneer ze naar school gaan of in welke andere omgang ook, beïnvloed worden door hen die er verkeerde gewoonten op na houden. De wereld is vol ongerechtigheid en achteloosheid ten opzichte van de eisen Gods. De steden zijn geworden als Sodom, en onze kinderen staan dagelijks bloot aan vele boosheden. Die de openbare scholen bezoeken gaan vaak om met anderen die nog meer verwaarloosd zijn dan zij, die, buiten de tijd doorgebracht in het schoollokaal, hun opvoeding op de straat verkrijgen. De harten van de kinderen zijn gemakkelijk vatbaar voor indrukken; en wanneer hun omgeving niet van de rechte aard is, zal Satan deze verwaarloosde kinderen gebruiken om degenen op wie beter het oog is gehouden, te beïnvloeden. En vóór de Sabbatvierende. ouders gewaar worden welk kwaad is gesticht, zijn de lessen der verdorvenheid geleerd met al de nadelige gevolgen voor de zielen van hun kleinen.

De Protestantse kerken hebben de vervalste Sabbat, hef kind van het pausdom, aangenomen en hebben die gesteld boven Gods heilige en geheiligde dag. Het is onze taak, onze kinderen duidelijk te maken dat de eerste dag der week niet de ware Sabbat is en dat de waarneming daarvan, na het licht dat wij ontvangen hebben ten aanzien van de ware Sabbat, lijnrecht in tegenspraak is met Gods Wet. Worden onze kinderen door de onderwijzers van de openbare scholen gedachten bijgebracht die in harmonie zijn met Gods Woord? Wordt de zonde geschilderd als een kwaad tegenover God? Wordt gehoorzaamheid aan al de geboden Gods geleerd als het beginsel van alle wijsheid? Wij zenden onze kinderen naar de Sabbatschool opdat ze daar onderricht worden in de waarheid en wanneer ze dan overdag naar de gewone scholen gaan, krijgen ze onderricht dat ten dele op leugen berust. Deze dingen stichten verwarring in de geest en dat moest niet zo zijn; want indien de kinderen gedachten opdoen die de waarheid geweld aandoen, hoe zal men dan de invloed van deze scholing tegengaan?

Kan het ons dan verwonderen dat onder zulke omstandigheden sommige kinderen de godsdienstige voorrechten niet op prijs stellen? Kan het ons verwonderen dat zij aan de verleiding toegeven? Kan het ons ver-wonderen dat, verwaarloosd als ze zijn, hun krachten gewijd worden aan genoegens die hen geen goed doen, dat hun godsdienstige verlangens verzwakken en hun geestelijk leven verduisterd wordt? De geest zal van hetzelfde karakter zijn als het voedsel waarmee hij wordt gevoed, de oogst van dezelfde aard als het gezaaide zaad. Tonen deze feiten niet voldoende de noodzaak om vanaf de vroegste jaren te waken over de opvoeding van onze jeugd? Zou het voor de jeugd niet beter zijn om op te groeien in een zekere mate van onwetendheid wat betreft datgene wat doorgaans als opvoeding wordt aanvaard, dan dat ze onverschillig worden ten aanzien van Gods Waarheid?

Toen de kinderen Israëls zich moesten opmaken om Egypte te verlaten, zei de Here: "Want Ik zal deze nacht door Egypteland gaan en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan, van de mensen af tot de beesten toe, en Ik zal gerichten oefenen aan al de goden der Egyptenaren, Ik de Here". "Neemt dan een bundeltje hysop en doopt het in het bloed dat in een bekken zal wezen, en strijkt aan de bovendorpel en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal; doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis tot aan de morgen. Want de Here zal doorgaan om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed zien zal aan de bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de Here de deur voorbijgaan en de verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan Onderhoudt dan deze zaak tot een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot in eeuwigheid." Exodus 12:12, 22--24. Het bloed aan de bovendorpel van de deur symboliseerde het bloed van Christus, Die enkel de eerstgeborenen der Hebreeën redde van de vloek. Een iegelijk van de kinderen der Hebreeën die in een Egyptische woning werd aangetroffen, werd vernietigd.

Deze ervaring van de Israëlieten werd schriftelijk vastgelegd tof lering van hen die zouden leven in het laatste der dagen. Vóór de gesel Gods zal komen over de inwoners der aarde, zal God een beroep doen op allen die waarlijk Israëlieten zijn om zich op die ge-beurtenis voor te bereiden. Voor de ouders laat Hij deze waarschuwingsroep horen: Vergadert uw kinderen in uw eigen huizen; haalt ze weg uit de handen van hen die de geboden Gods minachten, die het kwade leren en in praktijk brengen. Gaat zo snel mogelijk weg uit de grote steden. Richt scholen op in de gemeenten. Geeft uw kinderen het Woord van God als het fundament van hun gehele scholing. Dat staat vol prachtige lessen en wanneer scholieren die reeds vanaf de eerste klas hier beneden leren, zullen ze voorbereid worden op de hogere klas hierboven.

Het Woord van God komt tot ons in deze tijd: "Legt u niet een vreemd juk op met de ongelovigen. Want welk deel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid? en welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En welke overeenstemming heeft Christus met Belial? of welk deel heeft de gelovige met de ongelovige? Of welk verband heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods, gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen en Ik zal onder hen wendelen, en ik zal hun God zijn en zij zullen Mij een volk zijn. Daarom gaat uit het midden van hen en scheidt u af, zegt de Here, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen. En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige". 2 Corinthiërs 6:14--18. Waar zijn uw kinderen? Geeft u ze een opvoeding dat ze kunnen onderscheiden om te ontvlieden het verderf dat in de wereld is door de begeerlijkheid? Zoekt u hun zielen te redden of werkt u door uw nalatigheid mee aan hun vernietiging?

DE KINDEREN VERWAARLOOSD

Over het algemeen is te weinig aandacht geschonken aan onze kinderen en opgroeiende jeugd. De oudere leden van de Gemeente hebben niet op hen neergezien met liefde en sympathie, verlangend dat zij zouden opwassen in het Goddelijke leven, en zo hebben de kinderen gefaald om te groeien in het Christelijke leven zoals zij hadden moeten doen. Sommige gemeenteleden die in het verleden God vreesden en liefhadden, veroorloven zich nu dat ze geheel in hun werk opgaan, en verbergen hun licht onder een korenmaat. Zij hebben vergeten God te dienen en maken van hun werk het graf van hun godsdienst.

Zal men toelaten dat de jeugd heren derwaarts op drift geraakt, dat ze ontmoedigd worden en vallen in de verleiding die overal op de loer ligt om hun onbehoedzame voeten te grijpen? Het werk dat in de eerste plaats door onze gemeenteleden gedaan moet worden, ligt daarin dat zij belangstelling gaan krijgen voor onze jeugd om hun vol zachtmoedigheid, geduld en tederheid regel op regel, gebod op gebod fe geven. O, waar zijn de vaders en moeders in Israël? Daar moesten velen zijn die, als uitdelers van de genade van Christus, niet maar een toevallige belangstelling maar een bijzondere belangstelling voor de jeugd moesten tonen. Daar moesten velen zijn wier harten ontroerd moesten worden door de deerniswekkende toestand waarin onze jeugd zich bevindt, die beseffen dat Satan bezig is met elke denkbare list hen in zijn net te vangen. God wil dat de Gemeente zich verheft uit haar lauwheid om te zien welk dienen gewenst is in deze tijd van gevaar.

De ogen van onze broeders en zusters moesten gezalfd worden met de hemelse ogenzalf, opdat ze konden zien wat nodig is voor deze tijd. De lammeren der kudde moeten geweid worden, en de Here des hemels let op om te zien wie het werk doet dat naar Zijn wens voor de kinderen en de jeugd gedaan moet worden. De gemeente slaapt en is zich de ernst van deze zaak niet bewust. "Nu," zegt iemand, "waarom is het nodig dat we zo terdege acht slaan op de scholing van onze jeugd? Het lijkt mij toe dat wanneer enkelen die voor een beroep zich meer moeten ontwikkelen of zich aan een zekere discipline moeten onderwerpen, bijzondere aandacht ontvangen, dit al voldoende is. Het is niet noodzakelijk dat al onze kinderen zo'n gedegen opleiding ontvangen. Zou dat grondige onderricht van die enkelen niet voorzien in de totale behoefte?"

Neen, antwoord ik, vast en zeker niet. Hoe zouden wij uit onze jeugd de keuze kunnen bepalen? Hoe zouden wij kunnen zeggen wie de meest belovende is, wie God het best zou kunnen dienen? In onze menselijke beoordeling zouden we kunnen doen als Samuël, die, toen hij uitgezonden werd om de Gezalfde des Heren te vinden, afging op de uiterlijke verschijning.

Maar de Here zeide tot Samuel: "Zie zijn gestalte niet aan noch de hoogte zijner statuur, want Ik heb hem verworpen; want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan". 1 Samuel 16:7. De Here wilde niet één van de edel voorkomende zonen van Isaï aannemen; maar toen David, de jongste zoon, nog maar een jongeling en de herder der schapen, van het veld geroepen werd en aan Samuel voorbijging, zei de Here: "Sta op, zalf hem, want deze is het." Vers 12. Wie kan met zekerheid zeggen welke uit een gezin zich uitermate geschikt zal tonen voor het werk van God? De gehele jeugd moet in de gelegenheid gesteld worden de zegeningen en voorrechten van een opvoeding op onze scholen deelachtig te worden, opdat ze geïnspireerd worden om medearbeiders Gods te worden.

KERKSCHOLEN NODIG

Vele gezinnen die, met het oog op hef onderwijs hunner kinderen, naar plaatsen verhuizen waar onze grote scholen gevestigd zijn, zouden een beter werk voor de Meester doen door te blijven waar ze zijn. Zij moesten de gemeente waarvan zij lid zijn, aanmoedigen om een kerkschool te stichten waar de kinderen uit hun omgeving een veelzijdige, wezenlijke Christelijke scholing zouden kunnen ontvangen. Het zou heel wat beter zijn voor hun kinderen, voor henzelf, en voor het werk Gods, zo ze wilden blijven in de kleinere gemeenten, waar hun hulp nodig is, in plaats van naar grotere gemeenten te gaan, waar, omdat zij daar niet zo nodig zijn, ze in de verleiding zouden komen in een geestelijke werkloosheid te vervallen.

Waar ook maar weinig Sabbatvierders zijn, moeten de ouders zich verenigen om een dagschool te openen waar hun kinderen en opgroeiende jeugd onderwijs kunnen ontvangen. Zij moeten een Christelijke onderwijzer aanstellen die als een toegewijd zendeling de kinderen zodanig zal scholen dat ze later zendelingen worden. Laat men onderwijzers benoemen die grondig onderricht zullen geven in de gewone vakken, terwijl toch de Bijbel tot het fundament en het leven van alle studie wordt gemaakt. Ouders moeten de wapenrusting aan-doen en door hun eigen voorbeeld hun kinderen leren om zendeling te worden. Zij moeten werken zolang het dag is, want "de nacht komt, wanneer niemand werken kan". Johannes 9 : 4. Wanneer zij zich onzelfzuchtige inspanning willen getroosten en hun kinderen volhar-dend leren verantwoordelijkheden te dragen, zal de Here met hen meewerken.

Sommige gezinnen van Sabbatvierders leven afgezonderd of op een verre afstand van geloofsgenoten. Soms hebben dezen hun kinderen gestuurd naar onze internaatscholen waar ze onder goede leiding hebben gestaan en teruggekeerd zijn naar hun huis om daar een zegen te zijn. Maar er zijn er die hun kinderen niet van huis kunnen sturen om onderwijs te ontvangen. In zulke gevallen moeten de ouders hun best doen een voorbeeldige godsdienstige onderwijzer aan te stellen, wie het een genoegen is op welke wijze ook voor de Meester te werken en die bereid is om aan elk onderdeel van ‘s Heren wijngaard zijn krachten te schenken.

Vaders en moeders moeten met de onderwijzer samenwerken en zich de bekering van hun kinderen ten doel stellen. Zij moeten streven in het gezin de geestelijke belangen klaar en fris voorop te stellen en hun kinderen grootbrengen in de vreze Gods. Laten ze een gedeelte van elke dag wijden aan de studie en laten ze ook leerlingen met hun kinderen worden. Zo maken zij dat onderwijsuurtje prettig en nuttig en hun vertrouwen in deze methode, waarmee zij immers de zaligheid van hun kinderen beogen, zal toenemen. Ouders zullen ervaren dat zij sneller opwassen wanneer zij leren voor hun kinderen te werken. Wanneer zij aldus werken in alle ootmoed, zal het ongeloof verdwijnen. Geloof en vlijt zullen zekerheid en voldoening verschaffen, dat van dag tot dag zal toenemen wanneer zij doorgaan de Here te kennen en Hem bekend te maken. Hun gebeden zullen oprecht zijn, want zij zullen een omlijnd doel hebben waarvoor zij bidden.

In sommige landen zijn de ouders wettelijk gedwongen hun kinderen naar school te zenden. In zulke landen, in plaatsen waar een gemeente is, moeten scholen gesticht worden al zijn er ook niet meer dan zes kinderen om die te bezoeken. Werkt alsof u voor uw leven werkte om te verhinderen dat uw kinderen aan alle kanten bloot staan aan de bezoedelende, verdervende invloeden der wereld.

Wij zijn ten aanzien van onze plicht in deze belangrijke zaak ver ten achter. In tal van plaatsen had men reeds jaren geleden scholen moeten openen. In al die steden zouden dan vertegenwoordigers van de waarheid geweest zijn, die karakter zouden gegeven hebben aan het werk des Heren. In plaats van op een paar plaatsen zovele grote gebouwen opeen te hopen, moesten in tal van plaatsen scholen geopend zijn.

Laaf men met het vestigen van die scholen onder goede leiding nu een begin maken, opdat de kinderen en opgroeiende jeugd in hun eigen gemeenten onderwijs kunnen ontvangen. Het is een groot kwaad in Gods oog dat men op dit gebied zo onachtzaam geweest is, terwijl de Voorzienigheid ons zo overvloedig de mogelijkheden om mee te werken, geschonken heeft. Maar al zijn we dan in het verleden te kort geschoten in datgene wat we voor de jeugd en de kinderen hadden kunnen doen, laat ons dan nu berouw tonen en de tijd uitkopen. De Here zegt: "Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo zult gij het goede van dit land eten." Jesaja 1 : 18, 19.

HET KARAKTER DER KERKSCHOLEN EN VAN HUN ONDERWIJZERS

Het karakter van het werk dat gedaan wordt op onze kerkscholen, moet van de meest verheven aard zijn. Jezus Christus, de Heelmeester, is het enige geneesmiddel voor een verkeerde opvoeding, en de lessen uit Zijn Woord moeten altijd de jeugd in de meest aantrekkelijke vorm worden voorgehouden. De schooltucht moet de leiding van thuis aanvullen, en zowel thuis als op school moet aan eenvoud en godsvrucht de hand gehouden worden. Mannen en vrouwen zullen gevonden worden die talent hebben om op deze kleine scholen te werken, maar die niet zo geschikt zijn voor de grotere. Wanneer zij de Bijbelse lessen in praktijk brengen, zullen ze voor zichzelf een opvoeding van de hoogste waarde ontvangen.

In het kiezen der onderwijzers moeten we elke voorzorg in acht nemen, wetende dat deze aangelegenheid even ernstig is als het kiezen van personen voor het predikersambt. Verstandige mannen die een karakter kunnen onderscheiden, moeten de keuze doen, want het allerbeste talent dat ter beschikking staat, is nodig om het verstand van de jeugd te scholen en te vormen en om met succes werkzaam te zijn in de vele vertakkingen van het werk dat gedaan moet worden door de onder wijzer op onze kerkscholen. Niemand van een minderwaardige of benepen geestesgesteldheid moet met het werk op een dezer scholen belast worden. Plaatst niet over de kinderen jonge, onervaren leer-krachten die geen leiding kunnen geven, want dat zal op wanorde uitlopen. Orde is ‘s hemels voornaamste wet en elke school moet in dit opzicht een model des hemels zijn.

Plaatst men over jonge kinderen onderwijzers die hovaardig en liefdeloos zijn, dan is dat in alle opzichten verkeerd. Een onderwijzer van dit soort zal veel nadeel toebrengen aan hen wier karakter zich zo gauw vormt. Wanneer onderwijzers God niet onderworpen zijn, wan-neer ze geen liefde hebben voor de kinderen .over wie zij staan, of indien zij voortrekken die in hun smaak vallen en onverschilligheid aan de dag leggen tegenover hen die niet zo aantrekkelijk of die rusteloos en nerveus zijn, dan moet men ze niet aanstellen; want hun werk zal een verlies van zielen voor Christus ten gevolge hebben.

Speciaal voor de kinderen zijn onderwijzers nodig die kalm en rustig zijn, geduldig en vol liefde voor juist diegenen die daaraan de meeste behoefte hebben. Jezus had de kinderen lief; Hij beschouwde ze als jongere leden van ‘s Heren gezin. Hij behandelde ze altijd met zachtmoedigheid en achting, en onderwijzers moeten Zijn voorbeeld navolgen. Zij moeten de ware zendingsgeest bezitten, want de kinderen moeten voor zendeling worden opgeleid. Zij moeten aanvoelen dat de Here hun de zielen van de kinderen en de jeugd als een waardevol bezit heeft toevertrouwd.

Onze kerkscholen hebben onderwijzers nodig van een hoog zedelijk gehalte, op wie men kan vertrouwen, die gezond zijn in het geloof met tact en geduld, die met God wandelen en zich onthouden van alle schijn des kwaads. In hun werk zullen wolken zich voordoen. Daar zullen wolken zijn en duisternis, stormen en orkanen, vooroordeel van de kant der ouders, die er verkeerde gedachten op na houden ten aanzien der karakters die hun kinderen moeten vormen; want daar zijn velen die beweren de Bijbel te geloven terwijl ze falen om de beginselen daarvan in het gezinsleven uit te leven. Maar wanneer de onderwijzers voortdurend leerlingen in de school van Christus zijn, zullen ze door deze omstandigheden nooit overwonnen worden.

Laten de ouders de Here met alle ijver zoeken, opdat ze .voor hun kinderen geen struikelblok vormen. Laat men naijver en jaloersheid uit het hart bannen en laat de vrede van Christus daar binnenkomen om de leden van de Gemeente in ware Christelijke gemeenschap bijeen te binden. Laat men de vensteren der ziel gesloten houden voor de giftige malariakoortsen der aarde en die openen aan de kant des hemels om de genezende stralen van de Zon van Christus' gerechtigheid te ontvangen.

Alleen wanneer de geest van critiek en achterdocht uit hef hart wordt weggedaan, alleen dan kan de Here voor de gemeente doen wat Hij wil om de weg te bereiden tot het stichten van scholen; alleen wanneer er eenheid is, zal Hij Zijn kracht verlenen aan hen wie Hij middelen en talenten heeft toevertrouwd om Zijn werk vooruit te brengen. Ouders moeten op een hoger niveau komen, zij moeten in de weg des Heren wandelen en gerechtigheid beoefenen, opdat ze lichtdragers kunnen zijn. Er moet een algehele verandering van geest en karakter komen. Een geest van tweedracht, gekoesterd in de harten van slechts enkelen, zal overslaan op anderen en zou de invloed ten goede, uitgeoefend door de school, teniet doen. Alleen wanneer ouders bereid en verlangend zijn om met de onderwijzer samen te werken voor de zaligheid van hun kinderen, zullen ze in staat zijn onder elkander een school te stichten.

RESULTATEN VAN HET WERK DER KERKSCHOOL

Wanneer kerkscholen op de juiste wijze geleid worden, zullen zij het middel zijn om de banier der waarheid hoog te houden in de plaatsen waar ze zijn gevestigd; want kinderen die een Christelijke scholing ontvangen, zullen getuigen voor Christus zijn. Zoals Jezus in de tempel de verborgenheden waarin priesters en oversten geen licht hadden, oploste, zo zullen in het afsluitingswerk dezer aarde, kinderen die op de juiste manier zijn opgevoed, in hun eenvoud woorden spreken welke mannen die nu de mond vol hebben over "hogere opvoeding", zullen verbaasd doen staan. Zoals in de tempelhoven de kinderen zongen: "Hosanna, Gezegend is Hij Die komt in de Naam des Heren", zo zullen in dit laatste der dagen kinderstemmen zich doen horen om de laatste waarschuwingsboodschap te geven aan een ondergaande wereld. Wanneer hemelse wezens zien dat mannen niet langer toegestaan wordt om de waarheid te brengen, zal de Geest Gods neerdalen op de kinderen en zij zullen in de verkondiging der waarheid een werk doen waartoe oudere werkers niet in staat zijn, omdat voor hen daartoe de weg is afgesloten.

Onze kerkscholen zijn door God verordineerd om de kinderen voor te bereiden op deze grote taak. Hier moeten de kinderen onderricht worden in de bijzondere waarheden voor deze tijd en in daadwerkelijk zendingswerk. Zij moeten plaats nemen in het leger der arbeiders om de zieken en de lijdenden te helpen. Kinderen kunnen deel hebben aan het medische zendingswerk, en het weinige dat zij doen, helpt mee om dat fe bevorderen. Wat zij presteren, kan klein lijken, maar alle kleine beetjes helpen en door hun inspanning kunnen zielen voor de waarheid gewonnen worden. Door hen zal Gods boodschap bekend gemaakt worden, alsook Zijn zaligmakende kracht aan alle volken. Laat dan de Gemeente de zorg voor de lammeren der kudde ter harte nemen. Laat men de kinderen opvoeden en opleiden voor de dienst van God, want zij zijn ‘s Heren erfdeel.

Jaren geleden had men al passende lokalen moeten inrichten voor kerkscholen, waarin de kinderen en de jeugd een juiste scholing konden ontvangen.

De leerboeken die men gebruikt op onze kerkscholen moeten van dien aard zijn dat ze de wet van God onder de aandacht brengen. Zo zal het licht en de kracht en de macht van de waarheid verheerlijkt worden. Kinderen uit de wereld, zelfs sommigen wier geest verdorven is, zullen naar deze scholen gaan en daar zullen ze tot bekering komen. Hun getuigenis voor de waarheid mag misschien voor een poos geremd worden door de valse theorieën die hun ouders aanhangen, maar tenslotte zal de waarheid triomferen. Ik ben onder-richt te zeggen dat dit soort zendingswerk zal bijdragen in de verspreiding van het licht en de kennis.

Hoe belangrijk dat gezinnen die zich vestigen in een plaats waar een school is, goede vertegenwoordigers van ons heilig geloof kunnen zijn!

Gemeenten waar scholen zijn gevestigd, mogen wel sidderen bij de gedachte dat hun zedelijke verantwoordelijkheden, te groot om in woorden uit te drukken, zijn toevertrouwd. Zal dit werk dat zo goed begonnen is, mislukken of kwijnen door gebrek aan toegewijde arbeiders? Zullen zelfzuchtige doelstellingen en eerzucht een plaats vinden in deze onderneming? Zullen de werkers toestaan dat liefde naar gewin, gemakzucht of gebrek aan godsvrucht Christus uit hun hart verdrijft en Hem buiten de school sluit? Dat verhoede God! Hef werk is reeds ver gevorderd. Op onderwijsgebied is alles klaar om een ernstige hervorming te ondergaan, om een meer ware, doeltreffende scholing toe fe passen. Zal ons volk dit heilig pand aanvaarden? Zullen zij zich verdeemoedigen aan het kruis van Golgotha, bereid tot elk offer en tot elke dienst?

Ouders en onderwijzers moeten ernstig streven naar die wijsheid die Jezus altijd wil geven; want zij hebben te maken met menselijk verstand gedurende de belangwekkendste en meest ontvankelijke periode van zijn ontwikkeling. Het moet hun doel zijn de neigingen van de jeugd zó te beïnvloeden, dat in elk stadium van hun leven zij de natuurlijke schoonheid weerspiegelen welke eigen' is aan die periode; om zich gestadig te ontvouwen, zoals de planten en de bloemen in de tuin.

Kinderen beheren en onderrichten is het edelste zendingswerk dat wie ook, man of vrouw, kan ondernemen. Door het juiste gebruik van voorbeelden moet men de lessen zeer duidelijk maken, opdat hun verstand geleid wordt van de natuur op de natuur van God. Wij moeten op onze scholen diegenen hebben met de tact en de kunde om het werk op dit gebied vooruit te brengen en aldus het zaad der waarheid uit te strooien. De grote dag Gods alleen kan het goede, door dit werk gedaan, openbaren.

Iemand met bijzonder talent moet aangesteld worden voor de scholing van de kleintjes. Menigeen kan omgaan met een hoge kribbe om de schapen te voederen, maar het is heel wat moeilijker om te gaan met een lage kribbe om de lammeren te voederen. Dit is een les die de leerkrachten voor het lagere onderwijs nodig moeten leren.

Het oog van de geest moet geschoold worden, of het kind zal er plezier in hebben het kwade te aanschouwen.

Onderwijzers moeten soms deelnemen aan de vermaken en spelen van de kleine kinderen om ze te leren hoe ze moeten spelen. Zo kunnen ze onvriendelijke gevoelens en daden beteugelen, zonder ogenschijnlijk critiek uit te oefenen of op fouten te wijzen. Deze kameraadschappelijke omgang zal de harten van onderwijzers en leerlingen aaneenbinden en zo zal de school een blijdschap voor allen zijn.

Onderwijzers moeten van kinderen houden omdat ze de jongere leden van ‘s Heren gezin zijn. Aan hen alsook aan de ouders zal de Here de vraag stellen: "Waar is de kudde die u gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid?" Jeremia 13:20.

In plaatsen waar de gelovigen weinig in aantal zijn, kunnen twee of drie gemeenten samengaan om een eenvoudig gebouwtje neer te zetten voor een kerkschool. Laten allen in de kosten delen. Het is meer dan tijd voor de Sabbatvierders om hun kinderen af te zonderen van wereldse omgang en hen te plaatsen onder de allerbeste onderwijzers, die de Bijbel tot het fundament van alle studie willen maken. -- 1900, vol. 6, blz. 109.