Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

Hoofdstuk 11

Het Werk in de Steden

[ AUDIO ]

1902, Vol. 7, blz. 34--36

Oakland, Californië, 1 april 1874.

Ik droomde dat verscheidenen onzer broeders samen beraadslaagden over arbeidsplannen voor deze tijd. Zij dachten dat het ‘t beste was niet naar de grote steden te gaan, maar het werk te beginnen in kleine plaatsen, verwijderd van de steden; hier zouden zij minder tegenstand van de kant der kerken ontmoeten en grote onkosten vermijden. Zij redeneerden dat onze predikers, weinig in aantal, geen aparte tijd kon verleend worden om, degenen die in de steden de waarheid zouden aannemen, te onderrichten en geestelijk te verzorgen, waarbij nog kwam dat ze daar groter tegenstand zouden ontmoeten, en meer hulp nodig zouden hebben dan de gemeenten in kleine plaatsen op hef platteland. Zo zouden dus de vruchten van een serie lezingen in de stad grotendeels verloren gaan.

Opnieuw werd er op gewezen dat, vanwege onze bescheiden middelen en de vele veranderingen door verhuizing, wat men bij een gemeente in een grote stad kon verwachten, hef heel moeilijk zou zijn een gemeente op te bouwen die een kracht voor het werk zou zijn. Mijn man drong er bij de broeders op aan, zonder verwijl plannen op een breder schaal te maken om in onze grote steden een krachtige actie te ontwikkelen, hetgeen beter overeenkwam met het karakter van onze boodschap. Een arbeider vertelde van zijn ervaring in de steden en beweerde dat het werk daar zo goed als mislukt was, maar hij getuigde van beter succes in de kleine plaatsen.

Iemand vol waardigheid en autoriteit -- Iemand Die op al onze bestuursvergaderingen aanwezig is -- luisterde met intense belangstelling naar elk woord. Hij sprak met bedachtzaamheid en volmaakte zekerheid. "De gehele wereld", zei Hij, "is Gods grote wijngaard. De steden en dorpen maken deel uit van die wijngaard. Die moeten bewerkt worden. Satan zal trachten zich daarin te mengen en de arbeiders te ontmoedigen, om te beletten dat de waarschuwende boodschap des lichts in de voorname, maar ook in de afgelegen plaatsen verkondigd wordt. Wanhopige pogingen zullen worden gedaan om de mensen at te keren van de waarheid naar de leugen. Engelen des hemels hebben opdracht gekregen met de door God aangestelde boodschappers op aarde samen te werken. Predikers moeten onwrikbaar en moedig geloot en hoop blijven koesteren, zoals Christus, hun levend Hoofd, heeft gedaan. Zij moeten met een nederig en boetvaardig hart voor God staan."

BREDERE PLANNEN NOODZAKELIJK

Het is de bedoeling Gods dat Zijn kostbaar Woord, met Zijn boodschappen van waarschuwing en bemoediging, zal gaan tot hen die in duisternis verkeren en onwetend zijn ten opzichte van ons geloof. Het moet gebracht worden tot allen en dat zal hun tot een getuigenis zijn, of ze nu willen horen, of dat ze hun oren dicht stoppen. Denkt niet dat de verantwoordelijkheid op u rust om de luisteraars te overtuigen en te bekeren. Alleen de kracht Gods kan de harten van de mensen week maken. U moet het Woord des levens verkondigen, opdat allen de kans hebben om, zo zij willen, de waarheid aan te nemen. Keren ze zich af van de waarheid die van hemelse oorsprong is, dan zal hun dat tot een oordeel zijn.

Wij moeten de waarheid niet verbergen in de hoeken der aarde. Die moet overal bekend gemaakt worden; die moet schijnen in onze grote steden. Toen Christus hier op aarde Zijn werk deed, ging Hij staan aan de oever van het meer en op de drukke verkeerswegen, waar Hij de mensen uit alle delen van de wereld kon ontmoeten. Hij bracht het ware licht; Hij zaaide hef zaad des Evangelies; Hij maakte de waarheid los van de dwaling waarmede ze verweven was, en liet die zien in haar oorspronkelijke eenvoud en klaarheid, zodat de mensen de waarheid konden begrijpen.

De hemelse Bode Die in ons midden was, zei: "Verlies nooit uit het oog het feit dat de boodschap die u brengt een wereldwijde boodschap is. Die moet gebracht worden aan alle steden en aan alle dorpen; die moet verkondigd worden langs wegen en heggen. U moet de verkondiging van de boodschap niet binnen enge grenzen houden." In de gelijkenis van de Zaaier gaf Christus een beeld van Zijn eigen werk en dat van Zijn dienst-knechten. Het zaad viel in aarde van zeer verschillend gehalte. Sommig zaad viel in heel slechte grond, maar dat was geen reden voor de zaaier om met zijn werk op te houden. U moet het zaad der waarheid zaaien op' elke plaats. Waar u ingang kunt vinden, verkondig daar het Woord van God. Zaait aan alle wateren. Het is best mogelijk dat u het resultaat van uw werk niet direct ziet, maar laat dat u niet ontmoedigen. Spreek de woorden die Christus geopenbaard heeft. Werk in Zijn richtlijnen. Ga overal heen zoals Hij deed toen Hij Zijn werk op aarde verrichtte.

De Verlosser der wereld had vele toehoorders, maar weinig volgelingen. Noach predikte honderdentwintig jaar tot de mensen van voor de Zondvloed en toch waren er maar weinigen die deze kostbare hun toegestane genadetijd naar waarde schatten. Buiten Noach en zijn gezin werd er verder niemand geteld onder de gelovigen, die in de ark gingen. Van al de bewoners der aarde namen slechts acht zielen de boodschap aan; maar die bood-schap veroordeelde de wereld. Het licht werd gegeven opdat zij konden geloven; hun verwerping van het licht was tevens hun ondergang. Onze boodschap aan de wereld zal zijn een reuk des levens ten leven voor allen die haar aannemen.

De Hemelse Bode wendde Zich tot een der aanwezigen en zei: "Uw gedachten over het werk van deze tijd zijn over het algemeen veel te beperkt. Uw licht moet niet beperkt worden tot een heel kleine ruimte, verstopt onder een korenmaat of onder een bed; het moet geplaatst worden op een kandelaar opdat het verlichten mag allen die in Gods huis -- de wereld -- zijn. U moet het werk gaan zien met een breder blik dan u tot nu toe gedaan hebt."