Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

Hoofdstuk 48

Zullen Wij te Licht Bevonden Worden?

[ AUDIO ]

Onze positie in de wereld is niet zoals die moet zijn. We zijn ver ten achter bij waar we hadden kunnen zijn indien ons Christelijk beleven in harmonie was geweest met het licht en de kansen, ons gegeven, en indien we vanaf het begin voortdurend voorwaarts en opwaarts waren gegaan. Ons pad zou steeds lichter geworden zijn, wanneer we in het ons gegeven licht gewandeld hadden en gestreefd hadden naar een beter kennen van de Here. Maar velen van hen die een bijzonder licht hebben gehad, zijn de wereld zó gelijkvormig geworden, dat men ze nauwelijks van wereldse mensen kan onderscheiden. Zij komen niet naar voren als Gods bijzonder, uitverkoren, verkregen volk. Er valt moeilijk een onderscheid te zien tussen degene die God dient en degene die Hem niet dient.

In de weegschalen van het heiligdom zal de Gemeente der Zevende-Dags Adventisten gewogen worden. Zij zal geoordeeld worden aan de hand van de voorrechten en voordelen die ze heeft gehad. Wanneer haar geestelijke ervaring niet in verhouding staat tot de voordelen die Christus haar tegen een oneindige prijs heeft geschonken, wanneer ze de toegekende zegeningen niet gebruikt heeft om het haar toevertrouwde werk te doen, dan zal het over haar uitgesproken vonnis luiden: "Te licht bevonden." Aan de hand van het geschonken licht, de geschonken kansen, zal ze geoordeeld worden.

GODS DOEL MET ZIJN VOLK

Voor allen die Hem dienen in geest en in waarheid, heeft God liefde, blijdschap, vrede en een glorievolle triomf weggelegd. Zijn volk, dat Zijn geboden houdt, 1904, Vol. 8, blz. 247--251 moet steeds klaar staan om te dienen. Zij moeten meerdere genade en kracht ontvangen, alsook een grotere kennis van de werking van de Heilige Geest. Maar velen zijn niet bereid de kostbare gaven van de Geest te ontvangen, terwijl God er op wacht die aan hen te geven. Zij streven niet steeds hoger en hoger naar de kracht van boven, opdat ze, door de geschonken gaven, door de mensen worden gezien als Gods verkregen volk, ijverig in goede werken.

"BEKEER U, EN DOE DE EERSTE WERKEN"

Ernstige, waarschuwende vermaningen, geopenbaard in de vernieling van onze voornaamste dienstgebouwen*, zeggen ons: "Gedenk dan waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken." Openbaring 2 : 5. Waarom is er maar zo'n vaag beeld van de ware geestelijke toestand van de gemeente? Zijn de wachters, staande op de muren van Sion, niet met blindheid geslagen? Zijn niet velen van Gods dienstknechten onbekommerd en welvoldaan, als rustte overdag de wolkkolom en des nachts de vuurkolom boven het heiligdom? Staan er niet op verantwoordelijke posten mannen die beweren God te kennen en die Hem in hun leven en karakter verloochenen? Zijn niet velen van hen die zich beschouwen als Zijn uitverkoren, verkregen volk, zelfvoldaan met een leven zonder het bewijs dat in der waarheid God onder hen is om hen te redden van Satans strikken en aanvallen?

Zouden we nu niet veel meer licht hebben, wanneer we in het verleden op Gods vermaningen waren ingegaan, Zijn tegenwoordigheid hadden erkend en ons hadden afgewend van alle praktijken die lijnrecht tegen Zijn wil ingaan? Hadden we dit gedaan, dan zou het licht des hemels geschenen hebben in de tempel der ziel, waardoor we in staat gesteld zouden zijn de waarheid te begrijpen, en God bovenal lief te hebben en onze naaste als onszelf. Hoe zeer wordt Christus onteerd door hen, die, terwijl ze belijden Christenen te zijn, de naam die zij dragen schande aandoen, omdat ze nalaten hun leven in overeenstemming met hun belijden te brengen door elkander niet met de liefde en de eerbied te behandelen, die God zo graag bij hen ziet, in vriendelijke woorden en hoffelijke daden!

De machten hier op aarde zijn in hevige beroering. Oorlog en bloedvergieten zijn het resultaat. De zedelijke atmosfeer wordt vergiftigd door wrede, gruwelijke daden. De geest van twist en tweedracht openbaart zich meer en meer; die is overal in grote mate aanwezig. Vele zielen laten zich leiden door de geest van bedrog en doen dingen die het daglicht niet mogen zien. Velen zullen zich losmaken van het geloof en gehoor geven aan ver-leidende geesten en leerstellingen van de duivel. Zij zien niet welke geest van hen bezit heeft genomen.

VERZUIMD GOD TE EREN

Hij die onder de oppervlakte ziet, die de harten van alle mensen leest, zegt van hen die een groot licht hebben gehad: "Zij zijn niet bedroefd en ontsteld over hun zedelijke en geestelijke toestand." "Dezen verkiezen ook hun wegen, en hun ziel heeft lust aan hun verfoeiselen. Ik zal ook verkiezen het loon hunner handelingen, en wat zij vrezen zal Ik over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb en niemand antwoordde, Ik gesproken heb en zij niet hoorden, maar deden wat kwaad was in Mijn ogen, en verkozen hetgeen waartoe Ik geen lust had." "God zal hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven", "daarom dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden", "maar een welbehagen hebben gehad in ongerechtigheid." Jesaja 66 : 3, 4; 2 Thessalonicenzen 2:11, 10, 12.

De hemelse Leraar stelde de vraag: "Welke sterkere misleiding kan de geest bedriegen, dan het voorwendsel dat gij bouwt op het goede fundament en dat God uw werken aanneemt, terwijl ge in werkelijkheid vele dingen doet naar de wereldse richtlijn en aldus zondigt tegen de Here? Het is een groot bedrog, een betoverende mislei ding die beslag legt op het verstand wanneer mannen die eens de waarheid hebben gekend, de vorm van godzaligheid houden voor de geest en de kracht daarvan; wanneer ze veronderstellen dat ze rijk en verrijkt zijn en aan geen ding gebrek hebben, terwijl ze in werkelijkheid aan alles behoefte hebben."

God is niet veranderd tegenover Zijn trouwe dienstknechten die hun kleren vlekkeloos bewaren. Maar velen roepen: "Vrede en geen gevaar," terwijl een haastig verderf over hen zal komen. Wanneer er geen diep berouw is, wanneer mannen hun hart niet verootmoedigen door de waarheid zoals die in Jezus is te belijden en te ontvangen, zullen ze nooit de hemel binnengaan. Wanneer in onze rijen de loutering plaats vindt, zullen we niet langer zo gemakzuchtig blijven en prat gaan dat we zo rijk en verrijkt zijn en aan niets gebrek hebben.

Wie kan naar waarheid zeggen: "Ons goud is beproefd in het vuur; onze kleren zijn door de wereld niet bevlekt"? Ik zag onze Leraar wijzen op die kleren van zogenaamde gerechtigheid. Terwijl Hij hen van hun kleren ontdeed, toonde Hij de onreinheid daaronder. Toen zei Hij tot mij: "Kunt ge niet zien hoe ze vol aanmatiging hun karakterbezoedeling en hun verdorvenheid bedekt hebben? ,Hoe is de getrouwe stad een hoer geworden!' Het huis Mijns Vaders is gemaakt tot een huis van koophandel, een plaats, waaruit de Goddelijke tegenwoordigheid en heerlijkheid is verdwenen! Daarom is er zwakheid en kracht ontbreekt."

EEN OPROEP TOT HERVORMING

Wanneer de gemeente, die nu doortrokken wordt van haar eigen afvalligheid, niet tot inkeer zal komen en zich niet zal bekeren, zal ze eten van de vrucht van haar eigen daden tot ze van zichzelf een afschuw zal krijgen. Wanneer ze het kwade weerstaat en hef goede kiest, wanneer ze God zoekt in alle ootmoed en haar hoge roeping in Christus bereikt, staande op het fundament der eeuwige waarheid, en in het geloof beslag legt op de talenten haar toegewezen, zal ze genezing ontvangen. Dan zal ze naar voren treden in haar door God gegeven eenvoud en reinheid, bewaard voor alle aardse verwikkelingen, terwijl ze laat zien dat de waarheid haar inderdaad heeft vrijgemaakt. Dan zullen haar leden inderdaad de uitverkorenen Gods, Zijn vertegenwoordigers, zijn.

De tijd is gekomen dat een volkomen hervorming moet plaats vinden. Wanneer deze hervorming begint, zal de geest des gebeds elke gelovige aandrijven en zal de gemeente de geest van twist en tweedracht bannen. Die in hun leven nooit gestaan hebben in een Christelijke verbondenheid, zullen dicht tot elkander komen. Een lid dat werkt volgens de juiste richtlijnen, zal andere leden ertoe brengen zich met hem te verenigen om te bidden voor de openbaring van de Heilige Geest. Er zal geen verwarring zijn omdat allen in harmonie met de bedoeling van de Geest zullen zijn. De slagboom die de ene gelovige van de andere scheidde, zal worden opgeruimd, en Gods dienstknechten zullen dezelfde dingen verkondigen. De Here zal met Zijn dienstknechten samenwerken. Allen zullen vol begrip het gebed bidden dat Christus Zijn dienstknechten leerde: "Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede gelijk in de hemel, alzó ook op de aarde." Mattheüs 6:10.