Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

Hoofdstuk 62

Een Werk Voor Deze Tijd

[ AUDIO ]

Naarmate de dagen verstrijken wordt het meer en meer duidelijk dat de oordelen Gods in de wereld zijn. Door middel van branden, overstromingen en aardbevingen waarschuwt Hij de bewoners der aarde dat Zijn komst nabij is. De tijd is nabij dat de grote crisis in de geschiedenis der wereld een aanvang zal nemen, dat elke daad in de regering Gods met intense belangstelling en on-uitsprekelijke vrees zal worden gadegeslagen. In snelle opeenvolging zullen de oordelen Gods elkaar volgen -- brand en overstroming en aardbeving, met oorlog en bloedvergieten.

O, dat de mensen toch de tijd van hun bezoeking mochten kennen! Zo velen zijn er die de toetsende waarheid voor deze tijd nog niet hebben gehoord. En velen zijn er ook met wie de Geest van God twist. De tijd van Gods vernietigende oordelen is de tijd van genade voor hen die geen gelegenheid hebben gehad om de waarheid te leren kennen. In alle tederheid ziet de Here op hen neer. Zijn hart vol genade is er door ontroerd; Zijn hand is nog uitgestrekt om te redden, terwijl de deur gesloten is voor degenen die niet wilden ingaan.

De genade Gods is te zien in Zijn grote lankmoedigheid. Hij houdt Zijn oordelen nog in, tot de waarschu- wingsboodschap tot allen is doorgedrongen. O, mocht ons volk de op hen rustende verantwoordelijkheid om de laatste genadeboodschap aan de wereld te brengen, toch eens voelen zoals het moest, wat een wonderbaarlijk werk zou dan gedaan worden!

Aanschouwt de steden en hun behoefte aan het Evangelie! Meer dan twintig jaar is het gebrek aan vlijtige arbeiders onder de massa's van de steden mij voorgehouden. Wie dragen de last voor het werk in de grote steden? Enkelen hebben die taak aanvaard, maar in vergelijking met de grote nood en de vele kansen is aan dit werk slechts weinig aandacht geschonken. 1909, Vol. 9, blz. 97--108

IN DE STEDEN VAN DE OOSTELIJKE STATEN

Mij is opdracht gegeven dat de boodschap opnieuw in de steden van de oostelijke Staten (van Amerika) verkondigd moet worden. In vele grote steden van het oosten werd gedurende de beweging van 1844 de boodschap van de eerste en de tweede engel verkondigd. Aan ons, als Gods dienstknechten, is toevertrouwd de boodschap van de derde engel, de afsluitingsboodschap, die een volk moet voorbereiden op de komst van de Koning. We moeten alles doen wat we kunnen om allen die willen horen, kennis der waarheid te brengen, en velen zullen willen luisteren. Overal in de grote steden heeft God eerlijke zielen die belang stellen in wat waarheid is.

De tijd is kort; de Here wil dat alles wat met Zijn werk verband houdt, in orde gemaakt zal worden. Hij verlangt dat de plechtige waarschuwings- en uit- nodigingsboodschap zo wijd en zijd verkondigd zal worden als Zijn boodschappers maar kunnen doen. Niets wat de voortgang van de boodschap zou kunnen hinderen, mag onze plannen doorkruisen. "Herhaal de boodschap, herhaal de boodschap," waren de woorden die steeds en steeds weer tot mij werden gesproken. "Zeg Mijn volk dat de boodschap opnieuw gebracht moet worden in de steden waar zij reeds werd verkondigd en waar de ene kerk na de andere zich voor de waarheid verklaarde, terwijl de kracht Gods zich op een merkwaardige wijze ten gunste van de boodschap openbaarde."

Jaren lang hadden de pioniers van ons werk te kampen met armoede en ontberingen om het werk van de tegenwoordige waarheid op een vaste grondslag te funderen. Onvermoeid werkten zij met geringe hulpmiddelen, en de Here zegende hun nederige pogingen. In de oostelijke Staten baande de boodschap zich met kracht een weg, en breidde zich uit naar het westen, zodat in tal van plaatsen belangrijke centra ontstonden. De arbeiders van heden hebben met al die zware moeilijkheden van die pioniersdagen niet te kampen. Maar die veranderde omstandigheden mogen geen oorzaak zijn dat de inspanning verslapt.

Zullen wij dan niet, nu de Here ons vraagt om in de oostelijke Staten de boodschap nog eens met kracht te verkondigen, nu Hij ons beveelt naar de steden van het oosten, en van het zuiden en van het westen en van het noorden te gaan, eendrachtig op Zijn bevel ingaan? Zullen wij ons dan niet voornemen om onze boodschappers naar al die velden te zenden en ze met onze gaven te ondersteunen? Zullen de dienstknechten Gods niet gaan naar die overvolle steden om daar met luide stem de massa's te waarschuwen? Waartoe dienen onze conferenties, indien we onze schouders niet krachtig onder dit werk zetten?....

Wanneer deze arbeiders spreken over de waarheid, wanneer ze de waarheid uitleven en voor de vooruitgang van de waarheid bidden, zal God de harten beroeren. Wanneer zij werken met al de kracht die God hun verleent, en in ootmoed des harten al hun vertrouwen op Hem stellen, zal hun werkzaamheid niet zonder vrucht zijn. Hun vastbesloten inspanning om zielen tot de kennis der waarheid van deze tijd te brengen, zal ondersteund worden door heilige engelen, en tal van zielen zullen gewonnen worden.

VRIJGEVIGHEID VOOR ZENDINGSWERK

De zuidelijke Staten (van Amerika) moeten het licht van de tegenwoordige waarheid ontvangen. Zegt niet: "Onze drukkerijen en onze gemeenten hebben meer hulp nodig. Al het geld dat we kunnen krijgen, is nodig voor het werk dat we hier zijn begonnen." De een na de ander heeft de deur gesloten voor zendingswerk op welk gebied ook, uit vrees dat dit werk het geld dat zij voor andere doeleinden hadden bestemd, zou verbruiken. Mijn broeders, u hebt meer de Geest van Christus nodig. Verheft uw banier toch hoger, dan zullen zij die pas tot de waarheid zijn bekeerd, begrijpen dat ze een werk hebben te doen. Op deze manier zal het geld voor de vooruitgang van het volk steeds toenemen.

Kunnen we van de bewoners der steden verwachten dat ze tot ons komen en zeggen: "Wanneer u ons de boodschap wilt brengen, zullen wij u helpen zus en zo te doen"? Wat weten ze van onze boodschap? Laten wij ons deel doen om deze mensen te waarschuwen, die op het punt staan ongewaarschuwd en niet-gered ten onder te gaan. De Here wil, dat wij voor de mensen ons licht zullen laten schijnen, opdat Zijn Heilige Geest aan de oprechten van hart die naar Hem zoeken, de waarheid kan toebedelen.

Wanneer we dit werk doen, zullen we ervaren dat gelden in onze schatkist zuilen vloeien, en dan zullen we over middelen beschikken om een werk op steeds breder en groter schaal te doen. Mensen van welstand zullen tot de waarheid komen en zullen van hun middelen geven voor de vooruitgang van Gods werk; Ik ben ingelicht dat er in de steden veel geld is dat niet wordt gebruikt. God heeft daar belangstellenden. Gaat tot hen; onderwijst hen zoals Christus gedaan heeft; brengt hun de waarheid. Zij zullen die aannemen. En zo zeker als eerlijke zielen zullen worden bekeerd, zullen ze van hun middelen geven voor het werk des Heren, en zo zullen onze hulpbronnen toenemen.

O, mochten we toch de noden van deze steden zien, zoals God ze ziet! In zulk een tijd als deze moet elke hand bezig zijn. De Here komt; het einde is nabij, ja komt haastig nabij! Nog een poosje, en dan zullen we niet meer kunnen werken met de vrijheid die wij nu genieten. Vreselijke tijden staan ons te wachten, en wat we doen, moeten we vlug doen.

EEN BEWEEGREDEN OM TE ARBEIDEN

Onlangs werd ik ‘s nachts wakker en ontving ik een visioen van hef lijden van Christus voor de mensheid. Zijn offerande, de spot en de smaad die Hij van boze mensen ontving, Zijn doodsstrijd in de Hof van Getse- mané, hoe Hij verraden werd en Zijn kruisiging -- dat alles zag ik scherp en duidelijk voor mij.

Ik zag Christus te midden van een grote groep mensen. Hij probeerde Zijn leer in hun gedachten in te prenten. Maar Hij werd door hen veracht en verworpen. De mensen overlaadden Hem met smaad en schande. Ik werd wanhopig toen ik dat toneel aanschouwde. Ik smeekte tot God: "Wat kan voor deze groep mensen gedaan worden? Zal niemand de hovaardige gedachte over het eigen-ik verzaken om de Here te zoeken als een kindeke? Zal niemand zich vol berouw en belijden tot God bekeren?"

Mij werd een beeld gegeven van de doodsstrijd van Christus in de Hof van Getsemané, toen de geheimzinnige beker beefde in de hand van de Verlosser. "Mijn Vader, indien het mogelijk is," zo bad Hij, "laat deze drinkbeker aan Mij voorgijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt." Mattheüs 26 :39. Toen Hij tot de Vader bad, vielen van Zijn gelaat grote bloeddruppels op de grond. De elementen der duisternis hadden zich om de Heiland heen vergaderd om Zijn ziel te ontmoedigen.

Van de grond opstaande ging Christus naar de plek waar Hij Zijn discipelen had achtergelaten en hun gevraagd had met Hem te waken en te bidden opdat ze niet aan de verzoeking ten prooi zouden vallen. Hij wilde zien of ze Zijn zielestrijd begrepen; Hij had behoefte aan hun menselijk medeleven. Maar Hij vond ze slapende. Driemaal ging Hij naar hen toe en elke keer sliepen ze.

Driemaal bad de Heiland: "Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan." Hier was het dat het lot der wereld aan een zijden draad hing. Zou Hij weigeren de beker te drinken, dan zou het gevolg de eeuwige ondergang van het menselijke geslacht zijn. Maar een engel des hemels versterkte de Zoon van God om de beker aan te nemen en de bittere ellende daaruit te drinken.

Hoe weinigen zijn er die beseffen dat dit alles gedragen werd voor hen persoonlijk! Wat zijn er weinigen die zeggen: "Het was voor mij, opdat ik een karakter voor het toekomstige onsterfelijke leven zou kunnen vormen."

Toen deze dingen mij zo helder en duidelijk werden geloond, dacht ik: "Ik zal nooit in staat zijn de mensen dit onderwerp, zoals het in werkelijkheid is, voor te houden"; en ik heb u dan ook maar een vaag beeld gegeven van wat mij werd getoond. Toen ik heb nagedacht over die beker die trilde in de handen van Christus; toen 4k had beseft dat Hij had kunnen weigeren te drinken, waardoor de wereld in zonde zou zijn ondergegaan, heb ik de gelofte gedaan dat elke kracht van mijn leven gewijd zou zijn aan het werk om zielen voor Hem te winnen.

Christus kwam naar de aarde om te lijden en te sterven, opdat, door de beoefening des geloofs in Hem en de toeëigening van Zijn verdiensten, wij medearbeiders van God zouden worden. Het was de opzet van de Heiland, dat, nadat Hij was opgevaren ten hemel om ‘s mensen Middelaar te worden, Zijn volgelingen het werk dat Hij begonnen was, zouden voortzetten. Zal het menselijke werktuig dan geen blijk geven van zijn belangstelling door het licht van de Evangelieboodschap te brengen aan hen die in duisternis zitten? Sommigen zijn er die bereid zijn te gaan naar de einden der aarde om aan de mensen het licht der waarheid te brengen,, maar God vraagt dat elke ziel die de waarheid kent, zal proberen om anderen voor de liefde der waarheid te winnen. Indien we niet bereid zijn bijzondere offers te brengen om zielen te redden die op het punt staan te vergaan, hoe kunnen we dan waardig geacht worden om de stad Gods binnen te gaan?

Voor ieder van ons is er een persoonlijk werk te doen. Ik weet dat er velen zijn die zich in de juiste verhouding tot Christus hebben geplaatst, wier ene gedachte is, de boodschap van de tegenwoordige waarheid tot de mensen in de wereld te brengen. Zij staan steeds klaar om hun diensten aan te bieden. Maar mijn hart wordt bedroefd wanneer ik ook zo velen zie die al tevreden zijn met een geringe ervaring, een ervaring die hun zo weinig kost. Hun leven getuigt dat Christus! voor hen tevergeefs gestorven is.

Wanneer u niet gevoelt dat het een eer is deel te hebben aan het lijden van Christus, wanneer uw hart niet uitgaat naar hen die op het punt staan te vergaan, indien u niet bereid bent otters te brengen om het werk dat gedaan moet worden, aan middelen helpen, dan zal er voor u in het Koninkrijk Gods geen plaats zijn. Wij moeten bij elke schrede met Christus delen in Zijn lijden en zelfverloochening. Het is nodig dat de Geest van God op ons rust om ons tot een voortdurende zelfopoffering te brengen.

WEEST BEREID

"Zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is met Mij om een iegelijk te vergelden gelijk Zijn werk zal zijn." Openbaring 22 : 12. De Here zal bij Zijn komst van elk talent rekenschap vragen; Hij zal rente vragen van het kapitaal dat Hij heeft uitgeleend. Door Zijn vernedering en doodsstrijd, door Zijn leven van moeiten en Zijn dood der schande heeft Christus betaald ten bate van allen die Zijn Naam hebben aangenomen en belijden Zijn dienstknechten te zijn. Allen staan onder de zwaarste verplichting om elk vermogen te gebruiken, zielen voor Hem te winnen. "Gij zijt van uzelf niet," zegt Hij; "want gij zijt duur gekocht"; zo verheerlijkt dan God door een dienend leven dat mannen en vrouwen zal brengen van de zonde tot de gerechtigheid. 1 Corinthiërs 6:19, 20. Wij zijn gekocht voor de prijs van Christus' eigen leven, gekocht, opdat wij door trouwe dienst God zullen teruggeven wat Hem toebehoort.

Wij hebben nu geen tijd om onze krachten en talenten te besteden aan wereldse aangelegenheden. Zullen wij ons geheel verdiepen in het dienen van de wereld, in het dienen van ons eigen-ik, om het eeuwige leven en de eeuwigdurende zaligheid des hemels te verliezen? Dat kunnen wij ons niet veroorloven! Laat elk talent gebruikt worden in het werk Gods. Wie de waarheid aannemen, moeten door hun inspanning het aantal mannen en vrouwen die medearbeiders Gods zullen worden, doen groeien. Zielen moeien het licht ontvangen en hun moet geleerd worden God met al hun verstand te dienen; zij moeten voortdurend opwassen in de kennis der gerechtigheid.

De gehele hemel stelt belang in de voortzetting van het werk dat Christus door Zijn komst naar de wereld begonnen is. Hemelse instrumenten openen wegen voor het licht der waarheid opdat het zal schijnen in de donkere plaatsen der aarde. Engelen staan te wachten om samen te werken met hen die het werk dat ons reeds jaren lang is aangewezen, zullen opvatten. Moeten wij geen belangstelling tonen om wegen en middelen te vinden ten einde met het werk in de steden een begin- te maken? Vele kansen zijn verloren gegaan door verwaarlozing van dit werk, doordat wij niet in het geloof zijn voortgegaan. De Here zegt: "Hadt gij geloof ge-oefend in de door Mij gezonden boodschappen, dan zou er niet zo'n gebrek zijn aan arbeiders en aan middelen om hen te ondersteunen."

De komst van Christus is nabij en staat als ‘t ware voor de deur. De tijd om te werken is kort, en mannen en vrouwen komen om. De engel zei: "Moeten zij die een groot licht hebben ontvangen, niet samenwerken met Hem Die Zijn Zoon naar de wereld zond om de mensen licht en zaligheid te brengen?" Zullen mensen die de kennis der waarheid hebben ontvangen, regel op regel en gebod op gebod, hier een weinig en daar een weinig, zo weinig waardering aan de dag leggen voor Hem Die naar de aarde kwam opdat Zijn goddelijke kracht het erfdeel van elke gelovige ziel zou worden? Op deze wijze zou de goddelijkheid van Christus doeltreffend worden voor de zaligheid van de mensheid en het middelaarschap van onze grote Hogepriester baat afwerpen voor de troon van God. Dat plan werd in de hemel ontworpen. Zullen zij die zo duur gekocht zijn, geen waardering voor de grote zaligheid tonen?

De Here kan niet tevreden zijn over de mensen die, terwijl ze godzaligheid belijden, terwijl ze zeggen te geloven in de spoedige komst van Christus, de steden ongewaarschuwd laten ten aanzien van de oordelen die spoedig over het land zullen komen. Die dit doen, zullen om hun verzuim geoordeeld worden. Christus gaf Zijn kostbaar leven om de zielen die op hef punt staan in hun zonden te vergaan, te redden. Zullen wij dan weigeren het ons opgedragen werk te doen, weigeren samen te werken met God en met hemelse werktuigen? Duizenden zijn er die dit doen, die falen om één te worden met Christus, die falen om het grote offer van Christus te laten schijnen in hun leven, in de reddende genade die de waarheid openbaart in de werken der gerechtigheid. En toch is dit het werk dat aan de mensen is gegeven door het offer van Gods Zoon. Als we dit dan weten, hoe kunnen we dan onverschillig blijven? Ik doe een beroep op onze broeders zich op te maken.' De geestelijke vermogens zullen zwakkker worden en afsterven indien ze niet geoefend worden in het winnen van zielen voor Christus. Welke verontschuldiging kan gegeven worden voor het verzuim van het grote, verheven werk voor welks vervulling Christus Zijn leven gaf?

HOE ONS LEVEN MOET ZIJN

In de weinige dagen dat wij hier op aarde zijn, kunnen we ons niet veroorloven onze tijd te besteden aan beuzelarijen en dingen van niets. We moeten onze zielen voor God verootmoedigen, opdat elk hart de waarheid in zich zal opnemen, waardoor in het leven een hervorming zal ontstaan, die de wereld zal overtuigen dat dit inderdaad de waarheid van God is. Laat het leven met Christus in God verborgen zijn. Alleen wanneer we de Here zoeken als kinderkens, wanneer we ophouden met af te geven op onze broeders en zusters, en op hen die in alle getrouwheid proberen de verantwoordelijkheden van het werk te dragen, en trachten onze harten in de rechte verhouding tot God te plaatsen, kan Hij ons gebruiken tot verheerlijking van Zijn Naam.

In ons leven moet voor God de zelfopoffering tot uiting komen, en dan zal Hij ons werk aannemen. Laten we bedenken dat belijden geen zin heeft, zo we de waarheid niet in ons hart hebben. Het is nodig dat de bekerende kracht Gods van ons bezit neemt om begrip te hebben voor de noden van een ondergaande wereld. De kern van mijn boodschap tot u is: bereidt u, bereidt u om de Here te ontmoeten. Maakt uw lampen in orde en laat het licht der waarheid schijnen langs wegen en heggen. De wereld moet gewaarschuwd worden dat het einde van alle dingen ophanden is.

Mijn broeders en zusters, zoekt de Here terwijl Hij te vinden is. Er zal een tijd komen dat zij die hun tijd en hun kansen hebben laten voorbijgaan, zullen wensen dat ze Hem gezocht hadden. God heeft u verstandelijke vermogens gegeven. Zowel wat het verstandelijke alsook wat de arbeid betreft, zal Hij u ondersteunen. Hij wil dat u tot onze gemeenten gaat om ijverig voor Hem te arbeiden. Hij wil dat u ook vergaderingen belegt voor hen die buiten de gemeenten staan, opdat de mensen bekend worden met de waarheden van deze laatste waarschuwingsboodschap. Er zijn plaatsen waar u met blijdschap ontvangen zult worden, waar zielen u dankbaar zullen zijn voor uw komst. Moge de Here u helpen om uw krachten aan dit werk te schenken, met meer bezieling dan ooit in het verleden.

VERHEFT DE BANIER

Laten we een begin maken met te werken voor diegenen die het licht nog niet hebben ontvangen. "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde," zegt de Heiland, "en zie, Ik ben met ulieden al de dagen." Mattheüs 28 : 18, 20. Wat wij nodig hebben, is een levend geloof, geloof om over het geopende graf van Jozef te verkondigen dat we een levende Heiland hebben, Die voor ons uit zal gaan en Die met ons zal werken. God zal hef werk doen, wanneer wij Hem de werktuigen geven. Onder ons moet meer gebed en minder ongeloof zijn. Wij moeten voor de mensen de banier hoger en steeds hoger verheffen. We moeten bedenken dat Christus altijd aan onze rechterhand is wanneer we de gevangenen vrijheid verkondigen en het brood des levens aan hongerige zielen uitdelen. Wanneer we voor ogen houden hoe dringend en belangrijk ons werk is, zal de zaligheid Gods op een bijzondere wijze worden geopenbaard.

God helpe ons de wapenrusting aan te doen en te werken als uit volle ernst, alsof de zielen van mannen en vrouwen de zaligheid alleszins waard waren. Laten we streven naar een nieuwe bekering. Wat we nodig hebben is de aanwezigheid van de Heilige Geest Gods in ons midden, opdat onze harten week mogen worden en we in het werk Gods geen harde geest mogen openbaren. Ik bid dat de Heilige Geest ten volle bezit van onze harten moge nemen. Laten we werken als kinderen Gods die naar Hem zien om raad, bereid om Zijn plannen uit te voeren waar ter wereld ook. Door zó'n volk zal God verheerlijkt worden en wie onze ijver zien, zullen zeggen: Amen en amen.

"Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke klederen aan, o Jeruzalem! gij heilige stad.. .. Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die de vrede doet horen, desgenen die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen die tot Sion zegt: Uw God is Koning! Er is een stem uwer wachters; zij verheffen de stem, zij juichen tezamen; want zij zullen oog aan oog zien, als de Here Sion wederbrengen zal.

"Maakt een geschal, juicht tezamen, gij woeste plaatsen van Jeruzalem, want de Here heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost. De Here heeft Zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle heidenen, en al de einden der aarde zullen zien het heil onzes Gods." Jesaja 52 : 1--10.

Hebt u zó'n grote waardering voor het op Golgotha gebrachte offer, dat u bereid bent elk ander belang ondergeschikt te maken aan het werk der zieleredding? Datzelfde vurige verlangen om zondaars te redden dat het leven van de Heiland kenmerkte, kenmerkt het leven van Zijn ware navolger. De Christen heeft geen verlan gen enkel voor zichzelf te leven. Hij vindt er zijn blijdschap in, al wat hij heeft en al wat hij is, te wijden aan de dienst van de Meester. Hij voelt zich gedrongen door een onuitsprekelijk verlangen om zielen voor Christus te winnen. Wie niets van dit verlangen kennen, kunnen beter acht geven op hun eigen zaligheid. Laten ze bidden om een dienende geest. -- 1902, vol. 7, blz. 10.

Wanneer Christenen eensgezind zouden werken, een-drachtig voorwaarts gaande onder de leiding van één Macht, om één doel te bereiken, zouden ze de wereld bewegen. -- 1909, vol. 9, blz. 221.