Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

Hoofdstuk 63

Een Beroep op Leken

[ AUDIO ]

Wanneer door ervaren arbeiders in een plaats waar onze eigen mensen wonen, een bijzondere actie wordt gevoerd, rust er op de gelovigen in dat veld een zeer grote verplichting alles te doen wat zij kunnen om voor de Here de weg te openen om te werken. Onder biddend opzien tot God moeten zij hun hart onderzoeken, en voor de Koning de weg banen door te breken met elke zonde die hen zou verhinderen met God en met hun broeders samen te werken.

Dit heeft men niet altijd ten volle begrepen. Satan heeft vaak een geest ingebracht die de gemeenteleden belette de mogelijkheden om te arbeiden te zien. Gelovigen hebben niet zelden de vijand toegestaan door hen te werken juist op het ogenblik dat zij zich Gode en de vooruitgang van het werk geheel hadden moeten wijden. Onbewust zijn zij ver van de weg der gerechtigheid afgedwaald. Terwijl ze een geest van critiek en van 1909, Vol. 9, blz. 125--135 vitterij, van farizese vroomheid en hovaardij aankweek- ten, hebben ze de Geest van God bedroefd en het werk van Gods boodschappers opgehouden.

Tal van keren en in tal van plaatsen is op dit kwaad gewezen. Soms zijn zij die zich aan die critiserende, veroordelende geest hebben overgegeven, tot inkeer gekomen en hebben zij zich bekeerd. Dan heeft God hen kunnen gebruiken tot eer en verheerlijking van Zijn Naam,

We leven in een bijzondere periode van de geschiedenis dezer wereld. In zeer korte tijd moet een groot werk gedaan worden, en om dit werk te steunen moet iedere Christen zijn deel bijdragen. God doet een beroep op mensen die zich willen wijden aan het werk der zieleredding. Wanneer we gaan begrijpen welk óffer Christus heeft gebracht om een verloren gaande wereld te redden, zal een machtige worsteling om zielen te redden gezien worden. O, dat al onze gemeenten toch het oneindige offer van Christus mochten zien en beseffen !

EEN REFORMATIEBEWEGING

In nachtgezichten werd mij een beeld gegeven van een grote reformatiebeweging onder Gods volk. Velen loofden Gód. De zieken werden genezen en andere wonderen werden gedaan... Daar was een geest des gebeds te zien zoals geopenbaard werd voor de grote dag van Pinksteren. Honderden en duizenden werden er gezien die gezinnen bezochten en het Woord Gods verklaarden. Door de kracht van de Heilige Geest werden harten overtuigd en een geest van oprechte bekering werd geopenbaard. Aan alle kanten werden deuren geopend voor de verkondiging der waarheid. Dank zij de hemelse invloed scheen de wereld verlicht te worden. Het trouwe en ootmoedige volk Gods ontving grote zegeningen. Ik hoorde stemmen van dankzegging en van lofprijzing en er scheen zich een reformatie te voltrekken zoals we in 1844 hebben meegemaakt.

Toch weigerden sommigen zich te bekeren. Zij wilden niet op de weg van God wandelen, en toen vrijwillige gaven werden gevraagd om het werk van God te bevorderen, hingen sommigen vol zelfzucht aan hun aardse bezittingen. Deze geldgierigen werden gescheiden van de groep gelovigen.

De oordelen Gods zijn op de aarde en, onder de invloed van de Heilige Geest, moeten wij de waarschu- wingsboodschap brengen die Hij ons heeft toevertrouwd. Wij moeten die boodschap vlug brengen, en wel regel op regel, gebod op gebod. De mensen zullen spoedig voor grote beslissingen worden gesteld en het is onze plicht te zorgen dat ze de waarheid begrijpen, opdat ze met verstand de goede zijde zullen kiezen. De Here doet een beroep op Zijn volk om te werken -- ernstig en verstandig te werken -- zolang de deur der genade nog open staat.

DE BELANGRIJKHEID VAN PERSOONLIJKE ARBEID

Onder de leden van onze gemeenten moet meer huis- aan-huis arbeid gedaan worden door Bijbellessen te geven en geschriften te verspreiden. Een Christelijk karakter kan alleen dan harmonisch en gaaf worden gevormd, wanneer het menselijke werktuig het belangeloos werken voor de verkondiging der waarheid en het onderhouden van Gods werk met zijn middelen als een voorrecht ziet. We moeten zaaien aan alle wateren en onze zielen bewaren in de liefde Gods, terwijl we werken zo lang het dag is en de middelen gebruiken die de Here ons gegeven heeft om te doen wat voor de hand ligt. Wat onze hand vindt te doen, moeten we doen in alle getrouwheid; welk offer ook van ons gevraagd wordt, we moeten dat brengen in alle vrijmoedigheid. Wanneer we zaaien aan alle wateren, zullen we ervaren dat "wie mildelijk zaait, ook mildelijk zal maaien." 2 Corinthiërs 9:6.

Het voorbeeld van Christus moet gevolgd worden door hen die zeggen Zijn kinderen te zijn. Verlicht de lichame lijke noden van uw medemensen, en hun dankbaarheid zal de hinderpalen uit de weg ruimen en u in staat stellen met hun hart contact te krijgen. U moet deze zaak eens ernstig overwegen. Als gemeenten bent u in de gelegenheid geweest om te werken als Gods medearbeiders. Wanneer u het Woord van God had gehoorzaamd en met dit werk waart begonnen, dan zoudt u gezegend en bemoedigd zijn en een rijke ervaring hebben opge-daan. Dan zoudt u uzelf gezien hebben als de menselijke instrumenten van God die in alle ernst voorstanders zijn van een plan tot redding, tot herstel, tot zaligheid. Dit plan zou niet verstarren, maar het zou in zijn ontwikkeling groeien van genade tot genade en van kracht tot kracht.

De Here heeft mij het werk getoond dat in onze steden gedaan moet worden. De gelovigen in deze steden moeten in de omgeving van hun huizen voor God werken. Zij moeten werken in alle rust en ootmoed, en waar ze ook gaan moeten ze de atmosfeer des hemels met zich meedragen. Wanneer ze zich losmaken van hef eigen-ik en altijd op Christus wijzen, zal de kracht van hun invloed worden gevoeld.

Het is niet de bedoeling van de Here dat het grootste deel van het zaaien van het zaad der waarheid aan de predikanten moet worden overgelaten. Mannen die niet tot de evangeliearbeid zijn geroepen, moeten voor hun Meester werken in overeenstemming met hun talenten. Wanneer een arbeider zichzelf zonder voorbehoud geeft aan de dienst van de Here, doet hij een ervaring op die hem in staat stelt steeds met meer succes voor de Meester te werken. De invloed die hem tot Christus trok, helpt hem om anderen tot Christus te trekken. Al zal misschien de taak om in het openbaar te spreken nooit aan hem worden gegeven, toch is hij een dienstknecht Gods en zijn werk getuigt dat hij uit God geboren is.

Vrouwen zowel als mannen kunnen zich schuldig maken aan hef verbergen der waarheid, waar deze, mits geopenbaard, haar werk zou kunnen doen. In deze crisis kunnen zij in het werk hun plaats innemen en dan zal de

Here door hen werken. Wanneer ze hun plicht zien en werken onder de invloed van Gods Geest, zullen ze de zelfbeheersing krijgen die voor deze tijd nodig is. Op deze zich opofferende vrouwen zal de Heiland het licht van Zijn gelaat weerkaatsen en dat zal hun een kracht verlenen welke die der mannen te boven gaat. Ze kunnen in gezinnen een werk doen waartoe mannen niet in staaf zijn, een werk dat het innerlijk leven beïnvloedt. Ze kun-nen in nauw contact komen met de harten diergenen die de mannen niet kunnen bereiken. Hun werk is nodig. Bescheiden en ootmoedige vrouwen kunnen een goed werk doen door de waarheid aan de mensen thuis te verklaren. Het Woord van God, aldus verklaard, zal als een zuurdesem werken, en door de invloed daarvan zullen hele gezinnen worden bekeerd.

Mijn broeders en zusters, bestudeert uw plannen; benut elke kans om met uw buren en kennissen te spreken of hun iets voor te lezen uit de boeken waarin de tegenwoordige waarheid staat. Laat zien dat u het heil der zielen, voor wie Christus zo'n groot offer heeft gebracht, van het allergrootste belang acht.

Wanneer u werkt voor verloren gaande zielen, zullen engelen u begeleiden. Duizendmaal duizend, en tien- duizendmaal tienduizen engelen staan te wachten om met de leden van onze gemeenten samen te werken in de verspreiding van het licht dat God zo genadevol heeft gegeven, opdat een volk zal voorbereid worden op de komst van Christus. "Nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid." Laat elk gezin in ernstig gebed de Here om hulp vragen om het werk van God te doen.

Gaat de kleine dingen niet voorbij door naar een groot werk te zien. U zoudt hef kleine werk met succes kunnen doen, maar totaal falen in het ondernemen van een groot werk, met ontmoediging als gevolg. Pakt aan overal waar maar een werk te doen is. Of u nu rijk of arm bent, voornaam of nederig, God roept u tot actieve dienst. Door met alle macht te doen wat uw hand vindt te doen, zult u talent en bekwaamheid voor het werk ontwikkelen. Maar juist door het verwaarlozen van uw dagelijkse kansen, zult u onvruchtbaar worden en verdorren. Dat is de oorzaak dat er in de hot des Heren zoveel onvruchtbare bomen zijn.

In de gezinskring, bij uw buurman aan de haard, aan het bed van de zieke, kunt u op een rustige wijze uit de Schriften lezen en een enkel woord van Jezus en van de waarheid spreken. Zo kan kostelijk zaad worden gezaaid dat zal ontkiemen en na vele dagen vrucht voortbrengen.

LET OP DE DOOR DE VOORZIENIGHEID GEOPENDE DEUREN

In tal van weinig belovende plaatsen moet zendingswerk gedaan worden. De zendingsgeest moet beslag leggen op onze ziel en ons inspireren om in aanraking te komen met standen voor wie wij helemaal geen plan hadden te werken en langs wegen en in plaatsen waar we wat het werk betreft, nooit aan zouden hebben gedacht. Wat het zaaien van het evangeliezaad betreft, heeft de Here Zijn eigen plan. Zaaien we volgens Zijn wil, dan zullen we het zaad zó vermenigvuldigen, dat Zijn Woord duizenden kan bereiken die de waarheid nog nooit gehoord hebben.

Mogelijkheden doen zich voor aan alle kanten. Gaat elke deur binnen die door de Voorzienigheid is geopend. De ogen moeten gezalfd worden met de hemelse ogen- zalf om de kansen te zien en aan te voelen. God doet nu een beroep op wakkere zendelingen. Wegen zullen voor ons worden opengesteld. Al die openingen der Voorzienigheid moeten we zien en verstaan.

De boodschappers van God hebben de opdracht, precies hetzelfde werk op te nemen dat Christus deed toen Hij op deze aarde was. Zij moeten zich geven aan elk onderdeel van het dienstwerk dat ook door Hem is gedaan. In alle ernst en oprechtheid moeten ze de mensen vertellen van de onnaspeurlijke rijkdommen en de onvergankelijke schat des hemels. Zij moeten de Heilige Geest in al zijn volheid ontvangen. Zij moeten de aanbiedingen van vrede en vergiffenis die de Hemel doet, herhalen. Zij moeten wijzen op de poorten van de stad Gods, zeggende: "Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan de boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad." Openbaring 22 : 14.

KOESTER EEN GEEST VAN ZELFVERLOOCHENING

Elk gemeentelid moet een geest van opoffering koesteren. In elk gezin moeten lessen aangaande zelfverloochening worden geleerd. Vaders en moeders, leert uw kinderen spaarzaam te zijn. Moedigt hen aan om hun stuivers te sparen voor het zendingswerk. Christus is ons voorbeeld. Om onzentwille werd Hij arm, opdat wij door Zijn armoede rijk zouden worden. Hij leerde dat allen moeten bijeenkomen in liefde en eensgezindheid, om te werken zoals Hij werkte, om offers te brengen zoals Hij offers heeft gebracht, om lief te hebben als kinderen Gods.

Mijn broeders en zusters, u moet bereid zijn u fe bekeren ten einde de zelfverloochening van Christus in praktijk te brengen. Kleedt u eenvoudig maar netjes. Geeft voor uzelf zo weinig mogelijk uit. Bewaart bij u thuis een zelfverloocheningsbusje, waarin u al hef geld doet dat is uitgespaard door die kleine daden der zelfverloochening. Vergadert dag in dag uit een helderder begrip van Gods Woord en benut elke kans om die verkregen kennis uit te delen. Wordt niet moede om goed te doen, want God laat u voortdurend delen in de grote zegen van Zijn Gave aan de wereld. Werkt samen met de Here Jezus en Hij zal u de kostbare lessen van Zijn liefde leren. De tijd is kort; te rechter tijd, wanneer er geen tijd meer zijn zal, zult u uw loon ontvangen.

Tot hen die God oprecht liefhebben en welgesteld zijn, is mij opgedragen te zeggen: Nu is het voor u de tijd om uw geld te beleggen in het onderhouden van het werk des Heren. Nu is het de tijd de handen van de predikanten omhoog te houden in hun zelfverloochenende arbeid om verloren gaande zielen ie redden. Wanneer u in de hemelse hoven de zielen ontmoet die mede door uw hulp zijn gered, zal dat dan geen heerlijke beloning voor u zijn?

Laat niemand zijn penningskes achterhouden en laten zij die veel bezitten, zich verheugen dat ze in de hemel een schat kunnen vergaderen die niet vergaat. Het geld dat we weigeren te beleggen in het werk des Heren, zal vergaan. Daarop zal bij de bank des hemels geen rente worden bijgeschreven.

In de volgende bewoordingen beschrijft Paulus diegenen die God onthouden wat Hem behoort: "Die rijk willen worden, vallen in verzoekingen en in de strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang. Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad; tot welke sommigen lust hebbende, zijn afgedwaald van hun geloof, en hebben zichzelf met vele smarten doorstoken." 1 Timotheüs 6:9, 10.

Het wil heel wat zeggen, te zaaien aan alle wateren. Het wil zeggen een voortdurend schenken van gaven en offeranden. God zal voorzieningen treffen, zodat de getrouwe rentmeester uit de hem door God geschonken middelen in alle dingen voldoende zal ontvangen en in staat is overvloedig te zijn in alle goed werk. "Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, Hij heeft de armen gegeven, Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid. Doch Die het zaad de zaaier verleent, Die verlene ook brood tot spijze en vermeerdere de vruchten uwer gerechtigheid." 2 Corinthiërs 9:9, 10. God zorgt voor het zaad dat gezaaid is met een volle, vrijgevige hand. Hij Die het zaad aan de zaaier verleent, geeft Zijn arbeider datgene wat hem in staat stelt met de Gever van het zaad samen te werken.

De Here doet nu een beroep op de Zevende-Dags Adventisten in elke plaats om zich aan Hem te wijden, en, naar gelang hun omstandigheden, hun uiterste best te doen en Hem te helpen met Zijn werk. Hij verlangt van hen dat ze door hun vrijgevigheid in giften en offers hun waardering voor Zijn zegeningen en hun dankbaarheid voor Zijn genade tonen.

Broeders en zusters, al hef geld dat wij bezitten, be- hoort de Here toe. In de Naam van de Here doe ik een beroep op u, om de ondernemingen, die het uitvloeisel zijn van de raadslagen Gods, tot een goed einde te bren- gen. Legt het werk, om in tal van plaatsen gedenktekens voor God op te richten, geen moeilijkheden en zwarigheden in de weg door het achterhouden van de noodzakelijke gelden. Laten degenen die worstelen om belangrijke ondernemingen, grote en kleine, op touw te zetten, niet moedeloos worden door onze traagheid om deze instellingen vruchtdragend te maken. Laten ze tonen dat er onder de Zevende-Dags Adventisten eenheid en kracht is.

VOORWAARDEN TOT AANNEMELIJKE ARBEID

Als volk moeten we tot een heilige gemeenschap met God komen. Wij hebben het licht des hemels nodig om te schijnen in onze harten en in het innerlijke van onze geest; wij hebben de wijsheid nodig die God alleen kan geven, willen we de boodschap met succes in deze steden uitdragen. Laten onze gemeenten overal tot eensgezindheid komen. Laat niemand die bij de doop de gelofte heeft gedaan voor hef werk en de heerlijkheid Gods te leven, deze gelofte verzaken. Een wereld moet gered worden; laat deze gedachte ons aanzetten tof hef brengen van grotere offers en tot ijveriger arbeid voor hen die buiten de waarheid staan.

Wanneer u de beginselen van Gods Woord navolgt, zal uw invloed van waarde zijn voor elke gemeente, voor elke instelling. Gij moet u opmaken tot de hulp des Heren, tot de hulp des Heren tegen de machtigen. Alle wufte woorden, alle onbezonnenheid en beuzelarij zijn verleidingen van de vijand om u van geestelijke kracht te beroven. In de Naam van de God van Israël moet u zich verzetten tegen dit kwaad. Wanneer u zich voor God wilt verootmoedigen, zal Hij u een boodschap geven voor degenen langs de wegen en heggen en voor diegenen in verre landen die uw hulp nodig hebben. Bereidt uw lampen en houdt ze brandende, opdat, waar u ook moogt gaan, van u in woord en daad kostbare lichtstralen mogen uitgaan.

Wanneer wij ons willen wijden aan de dienst des Heren, zaI Hij ons zeggen wat we moeten doen. Wanneer wij in nauwe gemeenschap met God willen komen, zal Hij met ons werken. Laten we niet zo verdiept raken in het eigen-ik en eigenbelang dat we hen die de ladder der Christelijke ervaring beklimmen en die onze hulp nodig hebben, zullen vergeten. We moeten altijd klaar staan om de ons door God gegeven talenten in het Werk des Heren te gebruiken, altijd bereid woorden gelegen of ongelegen te spreken -- woorden waarvan hulp en zegen zal uitgaan. . .

Er zijn onder ons volk honderden die in het veld moesten zijn, maar die voor de vooruitgang van de boodschap weinig of niets doen. Degenen die wat betreft het kennen der waarheid alle voordelen hebben genoten, die onderricht zijn, regel op regel, gebod op gebod, hier een weinig en daar een weinig, dragen een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van die zielen die de laatste Evangelieboodschap nog nooit hebben gehoord.

Wanneer in deze gunstige tijd de leden der gemeenten ootmoedig voor God willen verschijnen, en uit hun hart alles wegdoen wat verkeerd is, terwijl ze Hem bij elke schrede raadplegen, zal Hij Zich aan hen openbaren en hen bemoedigen in Hem. En wanneer de gemeenteleden trouw hun deel doen, zal de Here Zijn verkoren dienstknechten leiden en sterken voor hun belangrijk werk. Laten we onder veel gebed eendrachtig hun han-den omhoog houden en heldere stralen vanuit het hemelse heiligdom doen komen.

Het einde is nabij en besluipt ons ongemerkt, zoals een dief geruisloos komt in de nacht. Geve de Here, dat wij niet langer zullen slapen zoals de anderen, maar dat wij zullen waken en nuchter zijn. Spoedig zal de waarheid in alle heerlijkheid triomferen en allen die nu zullen verkiezen medearbeiders Gods fe zijn, zullen met haar triomferen. De tijd is korf; spoedig komt de nacht wan neer niemand werken kan. Laten zij die zich verheugen in het licht van de tegenwoordige waarheid, nu spoed betrachten om tot anderen de waarheid te brengen. De Here vraagt: "Wie zal ik zenden?" Die offers willen brengen ter wille van de waarheid, moeten nu antwoorden: "Zie hier ben ik; zend mij henen." Jesaja 6 : 8.