Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

Hoofdstuk 72

Weldadigheid

[ AUDIO ]

"Vereer de Here van uw goed en van de eerstelingen van al uw opbrengst. Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden en uw perskuipen van most overlopen." Spreuken 3:9, 10.

"Er is een die uitstrooit aan wie nog meer toegevoegd wordt; en een die meer inhoudt dan recht is, maar het leidt tot gebrek. De zegenende ziel zal vet gemaakt worden, en wie bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden." Spreuken 11 : 24, 25.

"Een milddadige beraadslaagt milddadigheden en staat op milddadigheden." Jesaja 32 : 8.

Goddelijke wijsheid heeft in het heilsplan de wet van actie en reactie gesteld, waardoor het weldadigheidswerk in al zijn vertakkingen dubbel gezegend wordt. Wie de nooddruftigen geeft, zegent anderen en wordt zelf in nog grotere mate gezegend.

DE HEERLIJKHEID VAN HET EVANGELIE

Opdat de mens de gezegende resultaten van weldadigheid 1909, Vol. 9, blz. 253--256 niet zou verliezen, maakte onze Verlosser het plan hem daarin als Zijn medearbeider op te nemen. God had Zijn doel zondaren zalig te maken, kunnen bereiken zonder de hulp van de mens, maar Hij wist dat de mens niet gelukkig kon zijn zonder een aandeel te hebben in het grote werk.

Door een reeks van omstandigheden die op zijn naastenliefde een beroep doen, schenkt Hij de mens de beste middelen om weldadigheid te beoefenen en hem te doen blijven geven om de armen te helpen en Zijn werk te bevorderen. Tengevolge van haar behoeften doet een ten ondergang gedoemde wereld een beroep op onze middelen en onze invloed cm aan mannen en vrouwen de waarheid te brengen welke zij in hun ondergangsdreiging zo nodig hebben. En wanneer wij op deze oproep acht slaan, door te arbeiden en door liefdadigheidswerk, dan zullen wij Hem gelijkvormig worden, Die om onzent- wille arm is geworden. Door te geven zijn we een zegen voor anderen en vergaderen aldus wezenlijke schatten.

Het is de heerlijkheid van het Evangelie dat het gefundeerd is op de beginselen om in het gevallen mensdom het Goddelijke beeld door een aanhoudend beoefenen van weldadigheid te herstellen. Dit werk begon in de hemelse hoven. Daar gaf God de mensen een onmiskenbaar bewijs van de liefde die Hij hun toedroeg. Hij "heeft de wereld alzó liefgehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." Johannes 3:16. Het geven van Christus openbaart het hart van de Vader. Het getuigt daarvan dat, nadat onze verlossing als doel is gesteld, Hij niets zal sparen, hoe dierbaar ook, dat nodig is voor de vervulling van Zijn werk.

De geest der vrijgevigheid is de geest des hemels. De zelfopofferende liefde van Christus is geopenbaard aan het kruis. Opdat de mens zalig zou worden, gaf Hij alles wat Hij had en gaf toen Zichzelf. Het kruis van Christus doet een beroep op de weldadigheid van iedere volgeling van de gezegende Heiland. Het beginsel dat daarin aan het licht komt, is geven, geven. Dit, uitgedragen in werkelijke liefdadigheid en goede werken, zij de ware vrucht van het Christelijke leven. Het beginsel van wereldlingen is krijgen, krijgen en daarvan verwachten zij het ware geluk; maar op de keper beschouwd is de vrucht daarvan ellende en dood.

Het licht van het Evangelie dat schijnt van het kruis van Christus, berispt zelfzucht en bemoedigt hef beoefenen van vrijgevigheid en weldadigheid. Men moet er niet over klagen dat zo vaak gevraagd wordt om te geven. In Zijn voorzienigheid doet God een beroep op Zijn volk om uit hun beperkte sfeer van actie te komen en de vleugels veel breder uit te slaan. In deze tijd, waarin zedelijke duisternis de wereld bedekt, is inspanning van alle krachten noodzakelijk. Velen van Gods volk lopen gevaar verstrikt te raken in wereldsgezindheid en gierigheid. Zij moeten begrijpen dat het uit hoofde van Zijn barmhartigheid is, dat zo vaak een beroep op hun middelen wordt gedaan. Doelstellingen die weldadigheid noodzakelijk maken, moeten hun worden voorgehouden en anders kunnen zij zich niet spiegelen aan het karakter van hef grote Voorbeeld.

DE ZEGENINGEN VAN HET RENTMEESTERSCHAP

Met het bevel aan Zijn discipelen om "uit te gaan in de gehele wereld en het Evangelie te prediken aan alle creaturen", droeg Christus aan mensen het werk op om de kennis van Zijn genade overal bekend te maken. Maar terwijl sommigen uitgaan om te prediken, verlangt Hij van anderen dat ze hun gaven zullen geven om Zijn werk op aarde te ondersteunen. Hij heeft de mensen middelen in handen gegeven, opdat Zijn Goddelijke gaven zouden vloeien door menselijke kanalen om hef opgedragen werk te doen voor hef heil onzer medemensen. Dit is één van Gods wegen ter verheerlijking van de mens. Hef is juist dat werk wat de mens nodig heeft, want hef zal de diepste medegevoelens in zijn hart opwekken en de hoogste vermogens van het verstand in werking brengen.

Al het goede op de aarde had zijn ontstaan te danken aan de milddadige hand van God als een uitdrukking van Zijn liefde voor de mens. De armen zijn des Heren en zo is het ook met het Evangeliewerk. Het goud en het zilver zijn des Heren en indien Hij dat wilde, zou Hij die van de hemel kunnen doen regenen. Maar in plaats daarvan heeft Hij de mens aangesteld tot Zijn rentmeester en hem middelen toevertrouwd, niet om die op te potten maar om ze te gebruiken tot zegen van anderen. Aldus maakt Hij de mens tot het middel waardoor Hij Zijn zegeningen over de aarde verspreidt. God stelde het wel- dadigheidswerk in opdat de mens zijn Schepper gelijk zou worden, weldadig en onzelfzuchtig in karakter, en uiteindelijk met Christus zou delen in de eeuwige, heerlijke beloning.

SAMENKOMEN RONDOM HET KRUIS

De liefde die op Golgotha aan het licht trad, moet in al onze gemeenten aangewakkerd en gesterkt worden. Zullen wij niet alles doen wat in het vermogen ligt om de beginselen die Christus in deze wereld bracht, kracht te verlenen? Zullen wij er niet naar streven om zonder uitstel goed georganiseerde weldadigheidscentra op te richten? Wanneer u staat voor het kruis en daar de Vorst des hemels aanschouwt Die voor u stierf, kunt u dan uw hart sluiten en zeggen: "Neen, ik heb niets te geven"?

Het gelovige volk van God moet aanhoudend Zijn liefde tot uiting brengen. Deze liefde moet hen samentrekken rondom het kruis. Dat is om hen te ontdoen van alle zelfzucht en hen met God en met elkander te verbinden.

Komt bijeen rondom het kruis van Golgotha in zelfopoffering en zelfverloochening. God zal u zegenen wanneer ge uw best doet. Wanneer u tot de troon der genade nadert, wanneer ge uzelf bindt aan deze troon met de gouden keten die vanuit de hemel neerkomt op de aarde om de mensen te trekken uit de put der zonde, dan zal uw hart in liefde uitgaan naar uw broeders en zusters die zonder God en zonder hoop in de wereld zijn.

Elke gelegenheid een broeder die in nood zit, te helpen of het werk van God te ondersteunen in de verspreiding der waarheid, is een parel die u vooraf op de bank des hemels ter veilige bewaring kunt afgeven. -- 1872, vol. 3, blz. 249.

Wanneer de gevallen van allen voor God in behandeling komen, zal niet gevraagd worden: Wat hebben ze beleden? maar: Wat hebben ze gedaan? Zijn ze daders des Woords geweest? Hebben ze voor zichzelf geleefd, of hebben ze zich toegelegd op werken van barmhartigheid, op vriendelijke en liefdevolle daden, door anderen te verkiezen boven zichzelf en zichzelf te verloochenen om anderen ten zegen te zijn? Wanneer de boeken aantonen dat zó hun leven geweest is, dat hun karakter gekenmerkt werd door medeleven, zelfverloochening en weldadigheid, zullen zij van Christus de blijde verzekering en zegen ontvangen: "Goed gedaan." "Komt gij gezegenden Mijns Vaders, beërft hef Koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging der wereld." Mattheüs 25 :34. Christus is bedroefd en gewond door uw kenmerkende zelfzuchtige liefde en uw onverschilligheid ten opzichte van de ellende en noden van anderen. -- 1875, vol. 3, blz. 525.